'De wens naar ‘gasloos’ maakt markt blind voor hybride alternatieven'
- Artikel
- Energietransitie
De politiek ziet het terugdringen van gasverbruik als één van de manieren om de CO2-uitstoot te verminderen per 2030 en twintig jaar later klimaatneutraal te zijn. Toch is een tegengeluid op zijn plek: verminderd gasgebruik moet een middel zijn en geen doel op zich. Hybride inzet van gasverwarming, waarbij een cv-ketel een warmtepomp aanvult voor verwarming en warm tapwater, is een uitstekend alternatief voor traditionele gasverwarming.
Bij de klimaatafspraken van Parijs gingen verhalen rond gasverbruik een eigen leven leiden. Het terugbrengen van gasverbruik binnen gebouwde gebieden (liefst naar ‘nul’) werd voor velen een gegeven, terwijl dit nergens als verplichting is vastgelegd. Verschillende Nederlandse regio’s zijn verantwoordelijk voor hun eigen ‘regionale energiestrategie’ (RES), waarin zij duidelijk moeten maken hoe zij van plan zijn de klimaatdoelstellingen te halen. Het reduceren van gasverbruik is daarbij een van de instrumenten, maar dit is zeker niet de enige optie, want aan de alternatieven kleven soms ook nadelen.
Veel steden leken bijvoorbeeld van plan om voor stadsverwarming met biomassa te kiezen. Biomassa kent echter geen breed draagvlak en tenzij de infrastructuur er al voor is, vergt stadsverwarming meestal een enorme investering. Gelukkig lijkt de politiek steeds beter te beseffen dat er meer alternatieven voorhanden zijn. Zo kan men waterstof, tot zo’n twintig procent van het totaalvolume, in het bestaande gasnetwerk inmengen, of kan biogas worden verwerkt tot aardgaskwaliteit. Hybride verwarmingssystemen zijn óók zo’n alternatief dat Nederland kan helpen bij het behalen van de doelstellingen tot 2030. Gas verdient daarom niet de slechte naam die het vaak heeft. Sterker nog: in veel andere gebieden in (met name) Oost-Europa zou het qua duurzaamheid een enorme stap vooruit zijn als men meer gas ging verbruiken. In Polen verwarmen veel steden hun net bijvoorbeeld nog met steenkool, een veel minder duurzame oplossing.
Zeventig procent minder gasverbruik
Volgens cijfers van de Nederlandse Verwarmingsindustrie verminderen hybride verwarmingssystemen het aardgasverbruik met gemiddeld 70 procent. De cv-ketel springt in een hybride omgeving alleen bij als de luchtwater-warmtepomp de gewenste afgifte niet aankan, bijvoorbeeld bij extreem lage temperaturen. Je moet daarbij de warmtepomp natuurlijk wel op groene stroom laten draaien, maar dat is een voorwaarde die je bij alle nieuwe elektrische installaties zou moeten hebben – anders is het verschil minimaal.
Ronald Mazurel, Manager Product Management bij Vaillant
De zogenaamde early adapters zagen de waarde van hybride verwarming al zo’n tien jaar geleden in. Zij wilden ‘iets’ doen voor verduurzaming van het milieu en stuitten misschien op de problemen die ‘all electric’ voor bestaande bouw met zich meebrengt. Want hoewel nieuwbouw volledig gasloos is, is het voor bestaande, meestal oudere gebouwen vaak geen optie om volledig van het gas te gaan. Dit ziet ook de gemeente Amsterdam: die maakt in het RES ruimte voor hybride systemen in bijvoorbeeld de historische binnenstad. Gasverwarming zou geen taboe moeten zijn, en het is aan ons als branche om Den Haag daar ook van te overtuigen.
Pilot met Economische Zaken
Om de politiek te overtuigen van de waarde van hybride systemen is het belangrijk dat we data verzamelen over de mogelijke besparingen. Er loopt daarvoor een pilot, in samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken, die zulke zaken inzichtelijk moet maken. Pilots als deze geven de politiek een verslag van hoe mensen hybride verwarming ervaren, de haalbaarheid ervan voor complete wijken en de feitelijke besparing in het licht van het klimaatakkoord. Als steeds beter blijkt dat bestaande wijken van het gas halen duurder is dan verwacht, en als tests laten zien dat ‘hybride’ op die fronten beter is, zou de politiek gek zijn om (in aanloop naar 2050) het niet als goede tussenoplossing te zien.
Subsidie is nodig
Die tussenoplossing raakt consumenten wel in de portemonnee en daarom vragen we als branche ook om méér subsidie voor hybride systemen. Door voor bestaande bouw goed te bekijken welke ‘nieuwe’ manier van verwarmen voor die situatie de beste is, liggen de klimaatdoelstellingen van 2030 binnen handbereik. Consumenten staan méér dan ooit open voor hybride systemen, lokale partijen zien de voordelen ervan vergeleken bij andere duurzame alternatieven. Het is te hopen dat een nieuw kabinet dat straks ook ziet. ‘Minder gas’ moet een middel zijn, geen doel. Hybride verwarming leidt daar niet van af, maar helpt er juist enorm bij.
Tekst: Ronald Mazurel, Manager Product Management bij Vaillant