Hallo, Telegraaf. Wat leuk dat u belt!

U zoekt iemand die vorige week alles is verloren... 


Maar dan ook alles. Voor een interview. Mag ik een poging doen? Ik voldoe niet helemaal aan de eis, maar ik maak net een lijstje van wat aan het vuur ten prooi is gevallen.

Luister nou eerst maar, dan kunt u alsnog besluiten het niet te gebruiken...

Hoezo? Nou, in ieder geval hebben we ons leven nog, daar zijn we erg blij mee. Verder onze kleren, ons eigen huis met inhoud en onze familie, zelfs onze schoonfamilie. Ook onze vrienden (hoop ik tenminste), onze creativiteit, onze ...

Oh, u bedoelt alles verloren uit het Bouwkundegebouw? Ja, dan zou ik bellen met iemand van de kantine. Die zal misschien een jas verloren zijn, maar dat is waarschijnlijk alles wat zo iemand bij zich heeft.

Wat, is dat niet dramatisch genoeg? Een technisch medewerker dan, die daarnaast zijn gereedschap kwijt is?

Nee?

Ah. Even denken, ja, een student van wie de computer, tekeningen en maquette zijn verbrand vlak voor de afstudeerdatum ken ik wel.

Plus de backup? Hmm, dat geloof ik niet. En weet u, de decaan heeft gezegd dat we als docenten coulant moeten omspringen bij de afstudeerpeilingen volgende week. Aardig hè?

Oh. Hoezo vindt u dat niet uitzichtloos genoeg?

Tja, ik ken ook het verhaal van een promovenda die haar mobiel, computer èn backup kwijt is.

Plus wat boeken, ja.

Nee, geen maquette, want zij doet onderzoek.

Nee, want her en der waren nog wel wat stukken van haar bij begeleiders en collega-promovendi te vinden, maar niet veel hoor.

Weet u, mag ík dan een poging doen? Ik voldoe ook niet helemaal aan de eis, maar ik maak net een lijstje van wat aan het vuur ten prooi is gevallen. 

Luister nou eerst maar, dan kunt u alsnog besluiten het niet te gebruiken.
Komt ie: ongeveer vierhonderd boeken over vooral duurzaamheid, vele jaargangen van een twintigtal tijdschrijften, vijf praktijkhandboeken, een heel pakket van de Nieuwsbrief Duurzaam Bouwen, onderzoeksposters, software-CD's, proceedings...

Proceedings, dat zijn dikke rapporten waar alle artikelen van een congres in staan.
Maar verder: congrestassen (een hele verzameling na zoveel jaren...), ontelbare wat ik noem 'omhangselen' (van die congresbadges of -hangers met je naam erop), allerlei persoonlijke aandenkens van bijeenkomsten, aantekeningen en officiële stukken van onderwijsvakken, van lopende onderzoeken en van onze interne organisatie, tentamens, practicumverslagen en antwoordformulieren, cijferlijsten, al het studentenwerk van mijn eigen vak, de beoordelingen daarbij, sollicitatieportfolio's van buitenlandse studenten, tweehonderd afstudeerverslagen van de afgelopen vijftien jaar, een stuk of zeven flessen wijn...

Die kregen mijn collega en ik van afstudeerders die we hadden begeleid. Houden we borrels van, erg gezellig. We waren net weer toe aan een nieuwe borrel. Oh ja, daar hadden we ook een arsenaal aan glazen en chipsbakken voor.
Maar ik ben nog niet klaar: m'n eigen afstudeerwerk, m'n eigen promotiewerk en laatste proefschriften, het kunstwerk dat ik ter gelegenheid daarvan kreeg van m'n collega's, de gouden geitenwollensok en gouden sandaal...

Nee, dat zijn tongue in cheek-prijzen voor mijn collega en mij voor ons werk in de duurzame hoek. Mag ik door?
Was ik bijna vergeten: al het drukwerk voor het internationale congres dat we organiseren – noteert u even: vierhonderd folders, een paar duizend stickers, ongeveer vijftienhonderd visitekaartjes, stapels briefpapier en compliments cards. En dan komen we bij de vaste inboedel: 3 tafels, 5 stoelen, 1 wandkast, 1 Lundiakast, 3 stalen archiefkasten, 3 rolkasten, 2 computers, 1 los beeldscherm, 3 telefoons, 4 nietmachines, 2 plakbandrollen, 2 perforators, mokken, thermosflessen, thee en koffie, twee verwaarloosde planten (mogen ze rusten in vrede), een dartbord met pijltjes...

Ach, de laatste tijd niet veel mee gedaan. Toen we wat jonge collega's hadden met wat meer tijd wel, en tijdens die borrels.
Ben ik nog wat vergeten? Even denken; ja, bergen archief natuurlijk, grotendeels onvervangbaar, van mezelf, m'n prof en een oud-collega die het laatst nog had langsgebracht. Ontelbare schetsen en, misschien nog wel het ergste: geniale ideeën die wachtten op uitwerking.

Dat is een grapje natuurlijk. Als ze zo geniaal waren, had ik allang iets met ze gedaan...
Ach, ik vind dat ik nog geluk heb gehad. Ik had m'n tas bij me waar mijn laptop in zat. En m'n kamer is eindelijk eens opgeruimd!

Niet hemeltergend genoeg... Tja, er zijn er zeker die het zwaarder hebben getroffen.

Nou, de mensen van architectuurgeschiedenis bijvoorbeeld: die hebben onvervangbare waardevolle collecties verloren. Precies onder mijn bureau was zo'n beruchte schatkamer; een open haard die wel even heeft staan fikken.

Architectuurgeschiedenis ja.

Hallo? Hallo Telegraaf? ...

Andy van den Dobbelsteen


Duurzaamheid na de brand van Bouwkunde

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door TU Delft