Michiel Haas

Op zoek naar de meest groene persoon in Nederland interviewt de redactie prominente Nederlanders om vervolgens aan u over te laten wie de Groenste Nederlander is. Dit keer Michiel Haas van NIBE. Een gesprek over duurzame materialen, Cradle to Cradle en het oprichten van een Nederlandse Materialen Database.

Michiel Haas is eigenaar van het NIBE. Dit onderzoeks- en adviesbureau heeft al bijna twintig jaar ervaring op het gebied van milieu en gezondheid in de gebouwde omgeving. Sinds kort is Haas parttime Professor Materials & Sustainability bij de faculteit Civiele Techniek aan de TU-Delft.

Wat is nou een materiaal dat op het eerste oog heel duurzaam lijkt, maar het vervolgens totaal niet is.
“Koper vind ik daar een mooi voorbeeld van. Architecten zijn helemaal weg van koper. Die vinden het een prachtig materiaal, een mooie dakbedekking. Je denkt: ‘Het gaat honderden jaren mee, dus is het heel duurzaam.’ Maar als je vervolgens bedenkt dat uit een ton kopererts slechts een paar kilo koper komt. Het is een ongelooflijk vervuilend proces om koper uit de erts te krijgen. Er wordt echt een stuk wereld voor vervuild. Met die wetenschap ga je er natuurlijk anders naar kijken. Dan zie je geen mooi groen dak meer.”

Geldt dat ook voor een materiaal als titanium?
“Metalen zijn wat moeizaam qua duurzaamheid. Koper is een probleem en zink is moeizaam. Dan heb ik het niet eens over het uitlogen van het materiaal. Als je het over de dakgoten hebt zoals we die traditioneel kennen dan zijn er niet zo heel veel alternatieven. Een getimmerde dakgoot is met zink bekleed, je kunt dat dan bekleden met bitumen of EPDM maar dat ziet er eigenlijk niet uit.” Lacht… “Het oog wil ook wat. Je blijft uiteindelijk aardig in de buurt van het zink zitten.” Maar een mastgoot kan heel goed in gecoat staal en dat is veel minder milieuebelastend.

Materialen en Cradle to Cradle een match made in heaven?

“Cradle to Cradle is een erg hippe term. Ik denk dat we daar nog niets mee kunnen in Nederland. EPEA is heel goed bezig om die chemie, die overal in de bouw is doorgedrongen, om die eruit te werken. Producten worden daardoor ook recyclebaar en weer gezond. Ze zijn nu door allerlei chemische processen zodanig bewerkt dat ze niet meer te storten zijn of composteerbaar of herbruikbaar zijn. Het is een goed proces en EPEA moet er vooral mee verder gaan.”

Haas meent dat het een illusie is om te denken dat je een gebouw Cradle to Cradle kunt maken. “Je kunt aspecten daarvan meenemen en het is heel interessant om die aspecten mee te nemen en het is ook heel populair om mee te nemen. Maar ik kan me niet aan de indruk ontrekken dat het oude wijn in nieuwe zakken is. Een bijkomend probleem is dat er in de bouw misschien wel duizend producten of meer zijn die je in een project kunt gebruiken. Als je die allemaal gecertificeerd wilt hebben dan loop je tegen problemen op. Dat moet je niet door EPEA alleen laten doen, want dan kom je niet voor het einde van de levensduur van de heer Braungart tot een compleet huis.”

Is de industrie momenteel bezig met het verduurzamen van materialen of valt dat tegen?
“De betonindustrie is zich er van bewust dat ze een van de grootste CO2-vervuilers ter wereld zijn. Dat doet hun imago geen goed natuurlijk, ze zijn heel hard bezig om oplossingen te vinden. Er zijn ook inmiddels cementsoorten die een enorm veel lagere CO2-uitstoot hebben. Aan de andere kant van het spectrum staat de biomimicrie. Dat staat nog in de kinderschoenen. Daar is een enorme ontwikkeling gaande. In de nabij toekomst krijgen we heel veel materialen beschikbaar vanuit de natuur, de landbouw. We kunnen dan denken aan allerlei soorten plastics die grote potenties hebben.”

Er zijn diverse materialendatabases en rekenmodellen voor duurzaamheid in omloop zoals GreenCalc en GPR Gebouw. Haas is vanuit NIBE een van de initiatiefnemers om de milieuscores van deze instrumenten te harmoniseren en zo een gezamenlijke Nationale Database voor materialen te bewerkstelligen. Hoe gaat het daarmee?
“Goed. Dit gaat in samenwerking met TNO, VROM, IVAM, WE Adviseurs, Rijkswaterstaat. Het zijn allemaal bedrijven die ergens een instrument hebben en een database. We zijn nu bezig om die producten te harmoniseren en te zorgen dat ze gelijke resultaten geven. Naar verwachting is de Nationale Database binnen twee jaar operationeel en voor alle instrumenten te gebruiken.”

Een primeur is dat de Britse BRE geïnteresseerd is om de GreenCalc rekenwijzer voor de materialen in het rekenprogramma BREEAM terecht te laten komen. Doen we het zo goed in Nederland?
“We liggen in Nederland voor op de rest van de wereld als het gaat om materiaalgegevens. Met GreenCalc zijn we in 1997 al beginnen, we zitten al twaalf jaar in de markt. In Nederland rekenen we al jaren met Levens Cyclus Analyse (LCA), in BREEAM gaat het nog op basis van lijstjes en vinkjes. Dat is niet compleet waterdicht. BRE wil wel dat het systeem op Europees niveau functioneel wordt, dat iedereen op dezelfde manier gaat werken. Daar zijn ze momenteel mee bezig om dit uit te zoeken. Het kan zijn dat als we een beetje goed lobbyen dat we vanuit Nederland het Europese basissysteem vanuit GreenCalc kunnen leveren.”

Meer informatie: www.nibe.org

Tekst: Gerard Vos

Deel dit artikel

permalink