Discussie Linkedin-groep: duurzame bouw versus conventionele bouw

Op onze Linkedin-groep is Joke Wessels in het kader van een Europees onderzoek op zoek naar vergelijkingen van de kosten van duurzaam bouwen t.o.v. conventionele bouw. Joke is communicatiemanager bij Duurzaam Energie Koepel. Hieronder een impressie van de antwoorden.

Richard Bruijne is eigenaar van Prevent Care Woonbiologie. Bruijne meent dat als je bijtijds de juiste keuzes maakt en niet alleen kijkt naar het heden, is een duurzaam gebouw altijd goedkoper. In bouwkosten gesproken komt een gebouw ongeveer op ca. 6 % duurder. Maar dan alleen indien het 100% Baubiologisch verantwoord is.

Peter van Oppen is Project Manager van de Stichting Bouw Research. De vraag ‘of duurzaam bouwen duurder is’ wordt meestal vanuit de traditionele bouwgesteld, denkt Van Oppen. Het gaat dan alleen om vierkante meters gebouw of woning tegenover stichtingskosten. Maar in het geval van duurzaam bouwen gaat het echter ook om lagere energielasten en lagere kosten van onderhoud.

Je zou dus nog tot een vergelijk kunnen komen door uit te gaan van levenscycluskosten. Een duurzaam huis of gebouw is echter ook comfortabeler, flexibeler en gebruiksvriendelijker; met andere woorden: heeft een hogere kwaliteit. Een vergelijking puur op kosten gaat dan al gauw mank.

Bindert Kloosterman is secretaris van Noordenwind. Hij meent dat als je de stichtingkosten van woningen met een slechte energieprestatie gaat vergelijken met de stichtingkosten van een woning met een zeer goede presentatie dat geen bruikbare informatie oplevert.

Kloosterman denkt dat het moet gaan om de vergelijking van de kosten die de bewoner (huurder of koper) maakt in een woning met een goede energieprestatie versus een woning met een slechte energieprestatie.

Ronald Serné heeft zijn eigen zero energy house gebouwd. Serné meent dat om de Total Cost of Ownership (TCO) gaat voor zowel de eigenaar als de bewoner. Woning coöperatie 'De Woonplaats' heeft daarom twee aanbestedingen gedaan die uitgaan van de TCO. De bouwer heeft niet alleen de bouw maar ook het onderhoud voor de eerst komende vijftien. Verder wordt er gekeken naar de kosten voor de huurder (huur + energie). In het project van woningcoorperatie 'Wonion' zit ook de TCO factor voor onderhoud en energie.

Daniël Tulp is Junior consultant sustainable building at W/E Consultants Sustainable Building. Hij meent dat duurzaamheid ook voor de stichtingskosten niet duurder hoeft te zijn. In de praktijk gaan veel ontwerpteams echter pas aan het einde van het proces eens kijken hoe ze het project duurzaam kunnen maken, wat dan dus inderdaad vaak wordt afgewezen.

Als ze eerder waren begonnen met het inpassen van duurzaamheid, dan had het veel kosteneffectiever gekund. Tulp denkt dat het integrale ontwerpproces dus wel een voorwaarde is voor een juiste kostenvergelijking tussen wel en niet duurzaam.

Richard Bruijne is eigenaar van Prevent Care Woonbiologie Richard Bruijne is het met Tulp eens. Betrek deskundigen vroegtijdig in het beslissingsproces, dan kan je besparen op de kosten. En aangezien een gezond en duurzaam huis uiteindelijk geld bespaart en zelfs geld oplevert, door vermindering van de ziektekosten bijvoorbeeld, zou zelfs een kleine meerprijs te rechtvaardigen zijn.

Gerbert van Oosterom is bouwkostenadviseur at bbn adviseurs. Hij denkt dat je niet zo gemaakelijk kunt stellen dat duurzaamheid voor de stichtingskosten niet duurder hoeft te zijn. Dit geldt voor enkele losse maatregelen, maar zeker niet voor de combinatie van duurzame maatregelen die resulteert in zero energy buildings/passive buildings.

Natuurlijk kunnen dergelijke woningen andere voordelen opleveren zoals energiebesparing, lagere onderhoudskosten en een gezonder leefklimaat. Van Oosterom denkt dat wanneer een vergelijk op Life Cycle Cost (LCC) of Total Cost of Ownership (TCO) wordt gemaakt je dit voordeel inzichtelijk kunt maken. In de stichtingskosten echter (nog) niet.

Estéban van Zeijl is Consultant sustainability & building bij Movares Nederland. Ban Zeijl brengt in dat zijn collega Gerald Snoei vorig jaar is afgestudeerd op het onderwerp 'Huisvestingsvoorkeuren kantoorgebruikers: energiezuinigheid nader beschouwd' waarbij de keuzes van de eindgebruikers van vastgoedontwikkelingen worden onderzocht. Het gaat in feite om de 'willingness to pay'. In het onderzoek wordt onder andere gekeken naar de investeringskosten in relatie tot de servicekosten die de eindgebruiker uiteindelijk moet betalen.

Van zeijl draag het rapport van collega Snoei aan: http://repository.tudelft.nl/ [zoekterm 'Snoei'].

Adviseur duurzaam bouwen bij SenterNovem Gerrit Jan Hoogland meent dat bij de vraagstelling over kosten van duurzaam bouwen twee belangrijke punten horen. Allereerst de mythe 'duurzaam bouwen is duur'.

Uit onder meer onderstaand internationaal onderzoek blijkt dat duurzaamheid tot gemiddeld 5% meer kosten leidt. Een duurzaam project kan dus ook goedkoper zijn dan een conventioneel project en daar zijn voorbeelden van. Ten tweede de benadering van de TCO, waar vorige commentatoren al het nodige over hebben gezegd.

Hoogland komt met een mooi voorbeeld. De World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) deed in 2007 onderzoek onder 1.400 sleutelfiguren in de bouw- en vastgoedsector. Uit het rapport 'Energy Efficiency in Buildings: Business Realities and Opportunities' blijkt dat de kosten van duurzaam bouwen zwaar worden overschat. Uit de vraag 'Hoeveel meer denkt u dat een gecertificeerd duurzaam gebouw kost in vergelijking met een gewoon gebouw' bleek dat de respondenten dachten dat dit gemiddeld 17% was, terwijl het in werkelijkheid slechts 5% is.

Linkedin-groep Duurzaam Bouwen
Aanmelden voor de Linkedin groep. Zie de button links onderin de homepage van www.duurzaamgebouwd.nl.

Deel dit artikel

permalink