Grote belangstelling voor Greenbuild

Het Greenbuild congres kon zich gisteren in Ahoy - tegen de achtergrond van de Licht/Gevel beurs - verheugen op grote belangstelling. Het aantal aanmeldingen was het viervoudige van wat er in de zaal paste.

Dat is een geruststellende prestatie voor zo’n eerste editie. Maar ook geruststellend voor duurzaam bouwen, want nu er forse gaten worden geschoten in de resultaten van milieurapporten en de wetenschappers uit sensatiezucht lijken te strijden om de meest spectaculaire zeespiegelstijgingen, zou de afkeer van CO2 besparende ingrepen groot kunnen zijn.

Verslaafd
Dagvoorzitter Gerard Vos leek zich bij aanvang bijna te verontschuldigen voor de discussies over de waarde van de klimaatrapporten. Maar gaf blijk van een veel ernstiger bedreiging, namelijk dat de  voorraden fossiele brandstof - waarvan we in de huidige bouw en leefomgeving zo afhankelijk zijn - binnen dertig jaar op zijn. Dat gegeven, en onze morele verplichting aan generaties na ons, dwingen ons simpelweg tot duurzame keuzes.

Maar de moeite die de bouw moet doen voor Duurzaam Bouwen is groot. Op het gebied van kennisverwerving, organisatie, en materiaalkeuzes moet iedereen in de bouwkolom fors wat bijleren, investeren en onderzoeken. De uitgenodigde sprekers gaven hiervoor veel praktische handreikingen op basis van ervaringen in eigen projecten en buitenlandse initiatieven.

Ander ontwerpproces
Aan het begin van het ontwerpproces, nog voor dat er ook maar één streep op papier is gezet, moet die verandering al in gang worden gezet. Architect Menno Kooistra van Paul de Ruiter Architectenbureau is op zoek naar een methodiek om het ontwerpproces op flexibele wijze, met inbreng van alle relevante partijen, tot een duurzaam resultaat te brengen.

“‘Nu komt vaak eerst het ontwerp en dan pas de kennis.” In een metafoor zien we een appel als ontwerp waarvan tijdens de uitwerking vele happen worden genomen om uiteindelijk als resultaat een klokhuis over te houden. Kooistra streeft er in die metafoor naar om te komen tot een fruitschaal als eindproduct door voordat er nog maar één streep op papier staat, ieders inbreng in kaart te brengen.

Een voorbeeld van deze werkwijze in de praktijk is het Paul de Ruiter Architecten ontwerp voor de RGD, De Zuidkas. Kantoren op het noorden, woningen op het zuiden. Dubbel gebruik van het dak met kassen en tuinen en een overdekt atrium komen bij elkaar in een nieuw ontwerp. “Als een cadeau op een presenteerblaadje komt het ontwerp naar boven aan het eind van dit ontwerpproces.”

DGBC Lab
Kooistra werkt de innovatieve werkwijze verder uit in het door hem opgerichte DGBC lab. Een kweekvijver voor nieuwe ideeën en projecten. DGBC Lab is netwerklab van professionals die zich inzetten voor duurzaamheid. Het genereert ideeën, oplossingen en strategieën ter inspiratie en prikkeling van duurzame project- en gebiedsontwikkelingen. DGBC Lab werkt naar vraag en aanbod van de participanten van de Dutch Green Building Council, maar Kooistra roept alle aanwezigen op vooral projecten in te dienen.

Materiaalkeuze
Diverse voorbeelden van duurzame oplossingen passeerden deze dag de revue. Wouter Beck van Hunter Douglas, wees de toehoorders op het optimaal benutten van zonlicht door het gebouw op gezette tijden af te schermen van de zon. Architecten blijken, vooral in het buitenland, veel - al dan niet beweegbare - lamellen toe te passen. Materialen voor de bouw worden op wonderlijke wijze ongelofelijk slecht gebruikt.

“We verspillen te veel!” zegt Jamie van Lede van Origins architecten Rotterdam in een prachtige presentatie over materiaaltoepassingen en hergebruik. Een reeks voorbeelden van materiaal misbruik en verkeerde keuzes opende onze ogen voor de grote gevolgen die ons handelen voor de planeet heeft. “Iemand heeft die laatste boom op Paaseiland ook omgehakt om vervolgens de Goden te vragen om een oplossing.”

Maar er is hoop. “Door duurzaamheid mee te nemen duurt het ontwerp misschien langer, maar is het resultaat beter. Met de huidige producten kan al een grote stap worden gezet naar duurzame toepassingen. Een kwestie van beter overdenken voor welke levensduur en functie je een gebouw neerzet.”

Koplopers doen het zelf
De politiek en de bouw zijn nog niet in staat duurzame projecten ten volle te ondersteunen. Dat ervaren Bob Custers (Vocus Architecten) en Duurzaam Gebouwd-expert Michiel Haas, (NIBE) sinds zij besloten van het lelijkste gebouw van Nederland, de watertoren in Bussum, om te bouwen tot duurzaamste kantoor van Nederland.

De toren zelf had te weinig capaciteit om rendabel te worden verhuurd. Met een groot kantoor gebouw ernaast lukt dit wel. Maar Custers en Haas nemen een grote last op hun schouders. Financieel en organisatorisch. Ze informeren beleidsmakers en bewoners uitvoerig want niets is zo onbekend als een zelfvoorzienend kantoor. Ook de plek, op de rand van beschermde natuur en nabij een gasleiding was niet de meest optimale.

“We hebben de bomen als buren beschouwd,” vertelde Custers. En zo groeit de voornamelijk uit prefab onderdelen opgetrokken nieuwbouw op in een bosrijke omgeving.

Hoewel de toren zelf met kantoorfunctie, panoramaruimte en windturbine een beetje de appendix van het gebouw is, kijkt de duurzame wereld vol bewondering naar de prestaties van de twee pioniers. De koplopers.

Het wachten is op het peloton
“Waar het bouwbesluit gemaakt is voor de achterblijvers, zo wil de Dutch Geen Building Council met BREEAM.NL het peloton verder helpen,” vertelde Stefan van Uffelen directeur van DGBC. “En denk nu niet meteen van wéér een keurmerk. Nee, met Breeam.nl willen we een duidelijk meetsysteem presenteren dat gebruiksvriendelijk is en de bouwpartijen helpt bij het realiseren van duurzame gebouwen.” Voor iedereen die er mee wil leren werken is er een expert training. Terug naar de schoolbanken dus!

En zo eindigde een mooi - door Duurzaam Gebouwd en VNU Exhibitions georganiseerd - congres. Op naar de volgende editie.

Klik hier voor alle presentaties.

Tekst: Ronald van Bochove

Foto: Menno Kooistra van Paul de Ruiter Architecten. foto Miranda Voskuilen

Deel dit artikel

permalink