Werken in de geest van Cradle to Cradle levert bij gebiedsontwikkeling op lange termijn gewoon geld op, blijkt uit wat rekensommen van Grontmij.
"We hebben sommetjes gemaakt over investeringen in vastgoed", zegt Enrico Moens, manager Klimaat en Duurzaamheid bij Grontmij. "Als je een gebouw duurzaam maakt, kun je iets aan de prijs doen. Zeg 1 procent. Bovendien krijg je 5 procent minder leegstand en is het pand over 15 jaar 15 procent meer waard. Duurzaamheid loont."
Grontmij sloot onlangs een samenwerkingsverband met EPEA Eindhoven. Moens: "Cradle to cradle gaat verder dan standaard duurzaamheid. Haal alle schadelijke basisstoffen er vooraf al uit. Dat doet DSM bijvoorbeeld met verfstoffen en Océ met printermateriaal. Dat gaat verder dan hergebruik. De landingsplaats van het gedachtegoed is voor een groot deel de industriële productie. Wij maken een vertaalslag naar gebiedsontwikkeling en stedenbouw. Het front wordt steeds breder."
Grontmij en EPEA blijven ieder werken vanuit hun eigen identiteit. Grontmij als onafhankelijk ingenieursbureau dat voor klanten oplossingen zoekt, de club van de cradelaars als creatieve toetssteen en inspirator. Beide partijen zijn afgelopen jaren bij diverse projecten al concreet tot samenwerking gekomen.
Stadswijk Almere-Hout is een voorbeeld. Maar ook de verplaatsing van de dierentuin in Emmen. "Gebieden 100 procent cradle to cradle maken? Dat gaat niet lukken. Alle gebouwen? Onzin. Wel is zo dat we door het nieuwe denken uitgedaagd worden om tot innovaties te komen, nieuwe duurzamer oplossingen te vinden", schetst Moens.
Kraamkamer
De provincie Noord-Brabant bijvoorbeeld is ten aanzien van Moerdijk erg ambitieus, vertelt Mowens. “We kijken naar de kringlopen binnen het park. Eis is dat 90 procent van de vrachtwagens vol de weg op gaan. En ook dat 90 procent vol binnenkomt. Om dat te bereiken, zul je met alle betrokkenen afspraken moeten maken. Als je terug moet vallen op de huidige regelgeving, red je het niet. Cradle to cradle kun je mede zien als een kraamkamer van nieuwe wetgeving."
Bron: Cobouw