Materiaalgebonden milieubelasting van gebouwen

De eerste nationale geharmoniseerde methode inclusief normatieve data voor het bepalen van de materiaalgebonden milieubelasting van gebouwen en GWW-werken is een feit.

“Een flinke stap vooruit voor duurzaam bouwen. Bouwpartijen kunnen voortaan op een eenduidige, betrouwbare manier communiceren over de milieubelasting die samenhangt met de materialisatie van gebouwen en GWW-werken”, aldus bestuursvoorzitter Rinus Platschorre van het Nederlands Verbond Toelevering Bouw (NVTB) en bestuurslid van Stichting MRPI.

Hij gaf gisteren het beheer en onderhoud van de methode en databases officieel in handen van de Stichting Bouwkwaliteit (SBK), tijdens Building Holland in de RAI te Amsterdam.

Harmonisatieoverleg
De methode is bedoeld voor woningen, andere gebouwen en GWW-werken. Dit is het eerste tastbare resultaat van het ‘Harmonisatieoverleg’ tussen de eigenaren van de verschillende Nederlandse ‘groene’ rekeninstrumenten.

Platschorre overhandigde de methode en databases aan Martin Lagendijk, directeur/bestuurder van SBK uit naam van de eigenaren van de bestaande instrumenten GPR-Gebouw, GreenCalc+, EcoQuantum, DuboCalc, EcoInstal en het keurmerk BREEAM-NL.

“Alle partijen zijn het over het huis eens geworden. Nu is het de taak van SBK om het huis te gaan inrichten. Elementen die daarbij van belang zijn, zijn het instellen van gezaghebbende commissies, zorgdragen voor inzage in de overgedragen database en eventuele verbeteringen daarin”, aldus Rinus Platschorre.

“Een prachtig gezamenlijk initiatief van partijen, gesteund door de overheid. SBK zal, als onafhankelijke dienstverlener voor de bouw, dit huis als goed rentmeester beheren en in gezamenlijkheid verder ontwikkelen. Dit is het fundament op weg naar duurzaam bouwen voor een beter milieu”, aldus Martin Lagendijk.

Het belang van harmonisatie
Voor een juiste berekening van de milieubelasting van een woning, gebouw of GWW-werk zijn eenduidige, betrouwbare data onontbeerlijk. Omdat de bestaande instrumenten GPR-Gebouw, GreenCalc+, EcoQuantum, DuboCalc, EcoInstal en BREEAM NL hun eigen data gebruikten, was het in het verleden mogelijk dat een berekening met dezelfde producten en/of bouwelementen in het ene instrument in een ander milieuprofiel resulteerde dan in een ander instrument.

Platschorre: “Dit leverde verwarring op bij marktpartijen. Het verschil in uitkomsten wekte weerstand op tegen het gebruik van deze instrumenten. Ook ontbrak de aansluiting met de MRPI-bladen (milieurelevante productinformatie). Daarom is er op initiatief van de verschillende instrumenteigenaren en de stichting MRPI een geharmoniseerde bepalingsmethode – inclusief (milieu)database – ontwikkeld om de milieueffecten van materialen op gebouwniveau te bepalen.”

De betrokken partijen verwachten dat de resultaten van dit project kunnen worden toegepast bij afspraken over duurzaamheid van gebouwen en bouwwerken, duurzaam inkopen en ook de ontwikkeling van milieuvoorschriften in het nieuwe Bouwwerkbesluit. Met de resultaten van dit project neemt Nederland een koppositie in Europa in ten aanzien van het beoordelen van de milieueffecten van gebouwen en GWW-werken.

Ook productspecifieke data
De verschillende branches krijgen in 2010 de mogelijkheid hun branchegegevens in de (milieu)database zonder administratiekosten in te zien en verbeteringen voor te leggen aan SBK. De instrumenten werken nu met ‘productgemiddelde’ (generieke) gegevens. Het is de ambitie van de instrumentpartijen om binnen twee jaar ook productspecifieke data op te nemen in de instrumenten.

Op korte termijn zal SBK het initiatief nemen tot een onderzoek, waarin bekeken of en in welke vorm dit mogelijk is. Ook is kennisoverdracht een speerpunt. Het eerste gezamenlijke product hierin is de plaatsing van de bepalingsmethode op de website van SBK en een SBR/VROM-publicatie met een toelichting over de methode en toepassingen daarvan.

Foto: Rinus Platschorre van de NVTB.

Deel dit artikel

permalink