“We hebben een dictatuur voor de ruimtelijke ordening nodig”

De Werkgroep Laten we Nederland mooier maken bestaat bijna vijf jaar en houdt nauwlettend de ruimte ordening en bijbehorende plannen in de gaten. Er mag nog wel het een en ander veranderen is de eenduidige mening. Dit artikel is eerder opgenomen in het magazine Duurzaam Gebouwd

Architect Joris Deur van de werkgroep Laten we Nederland mooier maken is er duidelijk over. “We plempen overal maar gebouwen neer en we blijven asfalt storten. Ongelooflijk! We hebben een prachtig wegennet, verbreding is absoluut niet nodig. We hebben recentelijk wegen gebouwd, die op de meeste plaatsen naar gebieden voeren waar krimp komt.”

Directeur Asset Development bij NS Poort Barend Kuenen: “Samen met de overheid moet je een urgentie creëren om te kijken hoe we het in Nederland gaan aanpakken. Dat heeft met duurzaamheid te maken en met schoonheid. Gebouwen zijn wat dat betreft de lijm in de samenleving. Het bepaalt voor grote delen hoe de hele structuur eruitziet. Als bouwende of ontwerpende partij heb je een grote verantwoordelijkheid om daar serieus mee om te gaan. Niet iedereen gaat even serieus om de huidige ontwikkelingen.”

Visie
“Er is simpelweg geen interessante, overkoepelde visie voor de ruimtelijke ordening in Nederland, meent Deur.

Ontbeert rijksbouwmeester Liesbeth Van der Pol zo’n visie? Kuenen: “Bij Van der Pol gaat het veel meer over de architectuur en stedenbouw van bepaalde stukjes. Er is geen overkoepelend verhaal. Waar financiën een goed beeld heeft over de inrichting, zou je zeggen dat de overheid die visie aan het ruimtelijke ordening beleid moet koppelen, maar dat gebeurt vervolgens niet. Het zijn allemaal losse onderdelen.”

Deur: “Je moet kijken naar de ruimtelijke en economische ontwikkelingen en die moet je op een interessantere, creatievere manier aan elkaar koppelen. Daar zit het probleem en dat doet Liesbeth van der Pol niet. Dat is haar taak ook niet, ze gaat over de gebouwde omgeving. Die koppeling tussen de ruimtelijke activiteiten en de economische activiteiten ontbreekt simpelweg.”

Kwaliteit is leefbaarheid
Kuenen: “Neem de woonboulevards en bedrijventerreinen. Iedere gemeente heeft er belang bij om grond uit te geven. Het is complete waanzin dat er geen afstemming plaatsvindt. Dat geldt ook voor kantoren en universiteiten. Er kan gewoon veel slimmer mee worden omgegaan. Het probleem is dat iedere stad alles wil hebben, maar dat gaat gewoon niet. Waarom zou je zowel in Maastricht en in Eindhoven een universiteit willen hebben?”

Deur: “Het gaat eigenlijk alleen maar om kwaliteit. Kwaliteit is leefbaarheid en met name op de lange termijn.”

Kuenen: “Die kwaliteit is ook keuzes maken en bewust omgaan met wat er is. Je moet een bepaalde schaarste creëren als ruimtelijk ordenaar om ervoor te zorgen dat er niet tien andere nieuwbouwlocaties zijn waar je uit kunt kiezen. Het is sneu dat dat elke keer maar mag.”

Dictatuur
Over duurzaamheid heeft Laten we Nederland mooier maken een duidelijk beeld. Kuenen: “Met alleen Annemarie Rakhorst en Flip Verwaaijen kom je er niet. Fantastisch wat ze doen, maar duurzaamheid moet een breder draagvlak krijgen. Er moet regie op worden gevoerd vanuit de rijksoverheid. Op allerlei manier moeten er prikkels komen om er iets mee te doen. Verder is niet bouwen duurzaam. Ga eerst eens kijken naar renovatie en hergebruik. Zoek locaties waar mobiliteit en de bebouwing op een duurzame manier bij elkaar komen.”

Deur: “Organisatorisch moet het gewoon helemaal anders. We willen dat gemeentes geen grond meer mogen uitgeven. De gemeente is de grootste boosdoener, die moet naar een ander verdienmodel, ze kunnen bijvoorbeeld de leges gaan ophogen. Langzamerhand is de tijd voorbij dat je de ruimtelijke ordening nog liberaal kan benaderen. We hebben een dictatuur nodig op het gebied van de ruimtelijke ordening. En binnen de dictatoriale grenzen kunnen we liberaal zijn.”

Lubbers
Wat gemeenten hiervan vinden, vindt Deur niet zo interessant. “Gemeenten hebben tegenstrijdige belangen. Het enige wat telt is of de rijksoverheid bereid is om in te grijpen. In de tijd van Lubbers was er een hele groep Rijksambtenaren die zich bezig hielden met de ruimtelijk structuurplanning op landelijk niveau. Die zijn door Lubbers allemaal wegbezuinigd. Dit was een grote groep hoog opgeleide ambtenaren. Ze hadden een centrale, dominante rol.”

Kuenen: “De bal is vervolgens gespeeld naar de provincies, maar zij hebben het helemaal niet opgepakt. De laatste twee jaar zijn de provincies weer voorzichtig bezig. Je ziet dat er een kwaliteitsslag is verdwenen die nu weer langzaam wordt opgebouwd. Je mist de regie op de wat grotere ruimtelijke ordening om gestructureerd, letterlijk en figuurlijk, de provincies aan te pakken. Die regie moet hoognodig terugkomen!”

Laten we Nederland mooier maken
De werkgroep Laten we Nederland mooier maken bestaat inmiddels bijna vijf jaar. De werkgroep bestaat uit twaalf vastgoedondernemers die de kwaliteit van de ruimte in Nederland bewaken.

De werkgroep heeft een pamflet uitgeven, heeft een kaart gemaakt met aanbevelingen. Het boekje Laten we Nederland mooier maken resulteerde In de oprichting van Mooi Nederland.

De werkgroep LWNMM heeft onlangs in samenwerking met het Keizer Karel College te Amstelveen, een project opgezet, waarbij 60 leerlingen uit de 2e klas van de technasium afdeling hebben nagedacht over de toekomst van Nederland. De opgave hield zich bezig met het probleem van de Ruimtelijke ordening, waarbij de leerlingen zowel op locaal niveau als landelijk niveau ideeën aan de hand konden doen voor oplossingen ter verduurzaming van de ruimte en de gebouwde omgeving. Het project werd 27 april afgerond met een eindpresentatie in de aanwezigheid van Burgmeester Jan van Zaanen van Amstelveen.

De essentie van dit project is dat deze leerlingen over hun eigen toekomst nadenken, die straks voor hun van cruciaal belang is. Dat zij kunnen opgroeien in een leefbaar Nederland.

Meer informatie: Magazine Duurzaam Gebouwd

Tekst: Gerard Vos, foto: Miranda Voskuilen

Deel dit artikel

permalink