Regelgeving gaat bouw veranderen

 

Architect Robert Albers, van iDX Architecten, ontwerpt binnen het Duitse SchwörerHaus concept Nederlandse woningen met een zeer lage EPC waarde. Prestaties die Nederlandse traditionele bouwers zelden kunnen leveren. Hij verwacht dan ook dat de eisen aan energiezuinige prestaties het traditionele bouwen in Nederland uiteindelijk onmogelijk maakt.

“Twee jaar geleden bezocht ik de fabrieken van SchwörerHaus in het zuiden van Duitsland. Wat ik daar zag aan vakmanschap en gevoel voor detaillering en het bewustzijn voor het milieu, was ik in Nederland nog niet tegengekomen.” Enthousiast vertelt Robert Albers over zijn eerste kennismaking met een van de Duitse huizenbouwers. “De prefab woningen op basis van houtskeletbouw hebben een bijzonder goede energie prestatie. Waar wij in Nederland met moeite een EPC waarde halen van 0,8 en straks misschien 0,6, daar leveren zij als standaard 0,59 en met gemak een EPC van 0,3 of zelfs 0! Dat is hier heel bijzonder, maar daar een kwestie van normale kwaliteit, van vakmanschap.”

Albers is oprichter van iDX architecten uit Rijssen. Naast zijn werk voor het bureau start hij het SchwörerHaus Lage Landen, waarin hij het Duitse bouwsysteem aantrekkelijk maakt voor een Nederlandse markt. Binnen dit concept heeft iDX archtiecten BNA onder andere drie varianten van houtskeletbouw woningen ontwikkeld met de naam iXXiO.

Deze aanpak is bijzonder want doorgaans werken architecten niet graag binnen de stramienen van catalogus bouw. Maar Albers heeft goede argumenten; “Waarom zou je een goed en degelijk kwaliteitsproduct ontkennen? Maak er gewoon gebruik van. Zij hebben alle kinderziekten al achter de rug, kortom, het is een uitontwikkeld product.”

“En het is niet zo dat ik me helemaal binnen de lijnen van het SchwörerHaus concept vastleg. We zullen hier geen Zuid Duitse huizen plaatsen. Nederland kent nu eenmaal haar eigen indeling, uitstraling en materiaal keuzes, en daarin kan ik als architect goede keuzes maken. De Duitse plattegronden hebben bijvoorbeeld een grote hal, een groot toilet en de ouder slaapkamer is klein in vergelijking met die van de kinderen. In de Nederlandse situatie maken we daar andere keuzes in, en die vrijheid heb ik.

Ik voel me binnen het concept vrij genoeg, maar bovenal ben ik overtuigd door de prestaties van dit type bouw.” Daarnaast is het een unieke combinatie waarbij de architect ontwerp en prijs in een hand houdt.

Ongeëvenaarde detaillering
Passief huizen beschikken over zeer goed isolerende gevels en daken. De kwaliteit staat of valt met de aansluitingen van de diverse bouwdelen. De fabrikant heeft de detaillering goed in de vingers. De hoog geautomatiseerde productie en de betrokkenheid van de werknemers, maakt dat de aansluitingen van de bouwonderdelen perfect is. Na oplevering doet het bedrijf nog een blowerdoor test, een test op kierdichtheid. Want heel goed isoleren betekend heel veel aandacht op kierdichtheid. Zo niet, dan zal de warme en veelal vochtige binnenlucht in de constructie condenseren en dat is fataal.

Albers: “Op de Nederlandse bouw heerst nog de kitspuit en de PUR terreur en ook al is de tekening nog zo goed gedetailleerd, zo’n test wordt bij een Nederlands huis zelden gedaan.
In de Nederlandse bouw wordt af en toe gecontroleerd op kierdichtheid maar dit is duur en wordt daarom niet veel uitgevoerd. Is het SchwörerHaus bouwsysteem dan iets duurder of rekenen we niet eerlijk?” Vraagt Albers zich hardop af.

Einde van de traditionele bouw
“Ik denk dat we aan de vooravond staan van het einde van de traditionele bouw in Nederland. En deze verandering zal niet komen door de kredietcrisis, maar door de strenger wordende, regelgeving op het gebied van energiegebruik. De hoge prestaties die van een gebouw worden geëist betekenen kierdicht bouwen en dat betekent bouwen onder geconditioneerde omstandigheden. En dat zie ik als een onmogelijkheid in de traditionele bouw. Met de metseltroffel kom je niet op een EPC waarde van 0,4 in 2014.
Het opschroeven van onze normen gaat in hoge mate het proces in de bouw bepalen. Prefab houtskeletbouw is een grote kanshebber voor de toekomst,” verwacht Albers.

Toekomst
“Het bouwsysteem wordt in Nederland inmiddels ook geaccepteerd door mensen die een tweede huis laten bouwen in het buitenland. Denk aan Zwitserland, Italië, België of Oostenrijk.” Albers gaat ervan uit dat projectontwikkelaars en woningbouwverenigingen het bouwsysteem zullen omarmen. “Het is een kwestie van een mind set omzetten. De vormgeving van de huizen gaat ook veranderen. De klassieke notariswoning is met viervoudig glas en een dakpakket van 700 mm niet meer mogelijk. Je zou kunnen zeggen dat is jammer, maar aan de andere kant is een energie onzuinige notariswoning de verkeerde aanwending van het geld.

Ik verwacht veel van dit concept met name in de zorg waar bijvoorbeeld woongroepen duurzaam onderdak krijgen. Dat kan de zorg veel energie, dus kosten besparen. En wat te denken van kinderdagverblijven. Architecten die passief kunnen bouwen hebben de toekomst. En waarom hier experimenteren als je kunt bogen op de garanties van een topmerk.

door Ronald van Bochove

Een uitgebreide versie van het artikel is te lezen in het vakblad Bouwmarkt (6) van Reed Business, dat dit jaar 50 jaar bestaat.

Deel dit artikel

permalink