Problemen bedrijventerreinenmarkt anders aanpakken

Uit een afstudeeronderzoek van Dave Vlaming bij de Hogeschool van Amsterdam blijkt dat regionale ontwikkelingsbedrijven (ROB's) een prima instrument zijn om problemen rond bedrijventerreinen te voorkomen.

Deze organisaties zijn beter dan overheden in staat om de afstemming van vraag en aanbod, het tegengaan van verloedering en efficiënt ruimtegebruik te waarborgen. Overheden zouden publieke doelstellingen daarom privaat moeten organiseren via bestaande en nieuw op te richten ROB's.

"Deze conclusie sluit aan bij aanbevelingen van de rijkscommissie Noordanus uit 2009", aldus Vlaming: "ROB's moeten actief zijn in alle fasen van de bedrijventerreinencyclus. Dan moet je denken aan planning en programmering, de ontwikkeling van nieuwe locaties, de herstructurering van bestaande locaties, beheer en parkmanagement. Op termijn zouden de ROB's dan volledig geprivatiseerd moeten worden. "

Alleen op die manier kan een vrije markt voor bedrijfshuisvesting bereikt worden", stelt Vlaming, "en dat is uiteindelijk de enige manier om een zorgvuldig gebruik van schaarse ruimte veilig te stellen".

Drie strategische lijnen
ROB's zijn de enige organisaties die actief kunnen zijn in alle fasen van de bedrijventerreinencyclus, waardoor uitvoering gegeven kan worden aan een aanpak conform de drie strategische lijnen van de commissie Noordanus, officieel bekend als Taskforce (Her)ontwikkeling Bedrijventerreinen.

Het betreft regionale samenwerking tussen gemeenten, de verzakelijking van de bedrijventerreinenmarkt en het daadwerkelijk uitvoeren van de herstructureringsopgave. Financiering van de onrendabele top van de herstructureringsopgave is mogelijk door een financiële koppeling te maken tussen nieuwe en oude terreinen, waarbij nieuw betaalt voor oud. ROB's kunnen hierbij als private vereveningsentiteiten fungeren.

Vier modellen
Vlaming heeft in zijn onderzoekrapport vier modellen van betrokkenheid van een ROB bij een bedrijventerrein uitgewerkt. Doel van de betrokkenheid is kwaliteitsverbetering van bedrijventerreinen, teneinde herstructurering in de toekomst te voorkomen.

De vier modellen verschillen van elkaar in intensiteit, toepasbaarheid en organisatievorm en zorgen in meer of mindere mate voor kwaliteitsverbetering van bedrijventerreinen.

Over Dave Vlaming
Dave Vlaming is medio 2009 begonnen als stagiair bij NHN, het regionale ontwikkelingsbedrijf voor Noord-Holland Noord te Alkmaar. Inmiddels opgeklommen tot junior projectmanager heeft hij nu ook zijn diploma op zak. Achterover leunen zit er echter niet in, want in september 2010 start Dave met de masteropleiding Vastgoedkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Deel dit artikel

permalink