Aannames Al Gore over zeespiegelstijging onjuist

Ligt de kust van Nederland straks bij Amersfoort? Ja, zegt Al Gore. Nee, zegt onderzoeker Paul Koster. De Noordzee komt volgens de laatste zelfs droog te vallen. Een bewering die grote gevolgen kan hebben voor het klimaatbeleid van de grote steden.

Iedereen heeft inmiddels kennis genomen van het verhaal en de film 'An Inconvenient Truth' van Al Gore. Een belangrijke conclusie van Gore is dat in de wereld grote gebieden onder water zullen lopen, waaronder ook Nederland. De Nederlandse kust komt ter hoogte van Amersfoort te liggen, West-Nederland verdwijnt onder de waterspiegel. Hoe reëel is dit scenario?

Conform het scenario van Al Gore zullen de zeeën en oceanen aanzienlijk stijgen. Het totale oceaanoppervlak zal vergroten, terwijl het landoppervlak zal afnemen. Voor Nederland betekent dit ondermeer een heroriëntatie op de kustbewaking vooral met betrekking tot de zeeweringen. Recent is de overheid gestart met een televisiecampagne, waarin aangegeven wordt hoe noodzakelijk het is te voorkomen dat Nederland onder water loopt.

Te nemen maatregelen
Daarmee is Al Gore een van de eersten die op de ernst van de situatie wijst. Hij geeft aan, dat alle menselijke ingrijpen in natuur en natuurlijke processen niet af te doen is met de frase: 'het zal wel allemaal meevallen'.

Het is noodzakelijk dat de vergaande consequenties van menselijk handelen niet alleen wordt aangeduid, maar ook ter discussie wordt gesteld. Nog sterker handelend beantwoorden met te nemen maatregelen. Vooral op bestuurlijk niveau krijgt dit veel te weinig aandacht.

Bijvoorbeeld het bestuurlijke idee om in Nederland te zorgen dat alle dijken verhoogd worden is een gotspe. Het getuigd van arrogantie wanneer we denken, dat je een wereldprobleem kunt oplossen door onze dijken te verhogen! Nog sterker: dit wordt in een televisiespotje als dé oplossing aangedragen. Om hier meer dan onverantwoorde investeringen voor vrij te maken is niet realistisch.

Kosten, die nu al worden geraamd op meer dan 1000 miljard euro en dat alleen al met betrekking tot de situatie in Nederland. Verder de onverantwoorde grote aandacht voor de bankproblemen en de economische crises. Niemand schijnt zich bestuurlijk te bekommeren om het feit, dat zonder daadwerkelijk ingrijpen in het misbruik van natuur en het frustreren van onze aarde. Er straks geen wereldeconomie meer mogelijk is.

De prioriteit wordt bij de wereldhandel en wereldeconomie gelegd. Dat is mijns inziens volkomen misplaatst. Economie is een voortvloeisel van het menselijk welzijn en het natuurlijk evenwicht. Politici als korte termijn denkers kunnen dit niet weten en zien dit ook niet in. Geen reden dus om met vertrouwen naar de toekomst te kijken.  

Conclusies Al Gore
De vraag blijft echter bestaan: zijn de conclusies van Al Gore wel de juiste? Klopt de achterliggende redenatie? Is zijn benadering van wetenschappelijk niveau, zonder enige weging gemaakt te hebben ten opzichte van de natuurlijke evenwichten?

Alle aandacht die de film van Al Gore wereldwijd heeft gekregen betekent ook een algemene acceptatie van zijn theorie. Helaas doet dit geen recht aan de feitelijkheid. Zijn stellingen zijn gebaseerd op niet wetenschappelijk onderbouwde veronderstellingen. Waar was onlangs toch ook weer dat probleem over wetenschappelijke veronderstellingen, die de nonbasis bleken van het IPCC rapport. Is dit dan niet de volgende misser?

Smelten van landijs
De constatering van Al Gore dat het totaal evenwicht door de opwarming van de aarde en daarmee de smelting van het landijs wordt verstoord is een volkomen terechte constatering. Op wereldschaal wordt er een verstoring bewerkstelligd door bewuste ignorantie. Wat dit betreft geeft de film van Al Gore een juist beeld.

Mensen stop met overconsumptie, onwijs gebruik van grondstoffen en verstoring van natuurlijke evenwichten want we krijgen een heftig bouncing back effect te verwerken als we zo doorgaan. De natuur is een harde wetgever en gaat grofmazig herstel niet uit de weg.

Betekent dit het onderlopen van half Nederland en eveneens andere laaggelegen gebieden? Hier maken Al Gore en zijn ondersteuners een grove redenatiefout. Het smelten van het landijs is een correcte veronderstelling. Echter de verdergaande redenatie dat hiermee de oceanen zullen stijgen is onjuist en voldoet niet aan het isostatisch evenwicht (term die worden gebruikt om de toestand van gravitationeel evenwicht van een drijvend voorwerp in een vloeistof aan te duiden), dus wat er bestaat tussen landschollen en oceaanschollen.

Als de redenatie wordt voortgezet zoals binnen de Al Gore verhandeling en film, schuiven de volgende onmogelijkheden naar voren:Als het ijs smelt van Groenland en Antarctica alsmede van de grote gletsjer systemen in de wereld zal dit een vermindering betekenen van gewicht op de landmassa. 

Conform de isostasie principes, heeft dit direct invloed op het onderlinge evenwicht binnen de lithosfeer de aardkorst welke bestaat uit de platen zoals door Alfred  Wegener (Alfred Wegener Berlijn, 1 november 1880 - Groenland, ca. 16 november 1930), in kaart gebracht; om precies te zijn tussen landschollen en oceaanschollen.

Afname van het landijs betekent een toename van de grote watersystemen van deze aarde. Met andere woorden: de oceanen. In de platentektonische situatie bestaan per definitie reeds verschillen tussen landplaten en oceaanplaten. De laatste schuiven deels onder de eersten door waarna deze in bepaalde convectiestromen worden opgenomen en uiteindelijk weer in de mid-oceanische riffen weer in de lithisfeer verschijnen.  Zie afbeelding 2.

In andere woorden: de platen bewegen los van elkaar. Het beste voorbeeld is alle tektonische activiteit tussen landschollen onderling, ook tussen oceaanschollen onderling echter ook als tussen land- en oceaanschollen. Het totaal aan land- en aan oceaanschollen, de lithosfeer dus, functioneert ook als dusdanig, De samenstelling van de lithosfeer is sterk rigide, gelijkend op peridotiet (mantelgesteente). 

Geen gevolg isotatische situatie
Zowel de landplaten als de oceaanplaten drijven op de asthenosfeer, De overgang tussen lithosfeer en asthenosfeer is niet duidelijk afgebakend de feitelijke overgang wordt voorgesteld door een isotherm (een lijn van gelijke constante temperatuur) die zich in de overgang tussen de lithosfeer en de asthenosfeer bevindt. De asthenosfeer is hierin de vloeistofeenheid.

Indien het verhaal van Al Gore juist zou zijn, heeft de verplaatsing van gewicht van de landijsvlakten naar de zee geen enkel gevolg op de isotatische situatie. Dat is natuurlijk gezien (Newton, Archimedes, isostatisch) onmogelijk.

Natuurlijke wetten
De land- en oceaanschollen bewegen zich door de gewicht veranderingen in radiale richting op de asthenosfeer.  De betreffende platen bewegen zich onafhankelijk van elkaar. Vormen uiteindelijke wel een gesloten aardkorst.

Door het feit dat deze drijven zijn de platen onderhavig aan de wetten van Newton. (Als er een kracht uitgeoefend wordt op een voorwerp zal daarop een reactie kracht ontstaan in tegengestelde richting: 3e wet van Newton).

Maar ook aan de wet van Archimedes. (Een voorwerp geheel of gedeeltelijk in een vloeistof of gas gedompeld verliest zoveel aan gewicht als de verplaatste vloeistof of gas weegt.) Het effect dus van het verzwaren door het afsmelten van de landijsmassa van de oceaanplaten zal een neergaand beweging zijn van deze zelfde platen.

Daar staat tegenover, dat het afsmelten van de landijsmassa een vermindering van het gewicht van de landplaten met zich meebrengt. De opwaartse kracht die ontstaat op de landplaten is het gevolg van het lichter worden van de landplaten maar ook van de Newton's tegenkracht door de verzwaring van de oceaanplaten.

Het smeltwater zal regelmatig over het gehele oceaanoppervlak worden verdeeld. Dit namelijk omdat het smeltwater zoet is dus lichter dan oceaanwater en er geen hindernissen tussen de oceanen onderling bestaan. Stromingen in de oceaanoppervlakten en dieper gelegen lagen hebben daarop geen effect. De verdeling is dus gelijkmatig over het oppervlak. Door deze stromingen ontstaan wel stuwingen, als ook kolken waardoor het oppervlak van de oceanen niet gelijkmatig is verdeeld.

Verder zullen de uit het zonnestelsel afkomstige zwaartekrachten eveneens het oppervlak beïnvloeden. Echter dus niet over de verdeling van het smeltwater over het gehele oceaanoppervlak.

Gelijkmatige gewichtstoename
Dus het smeltwater verdeelt zich over het oppervlak van alle oceanen. De gewichtstoename zal regelmatig zijn. Deze regelmatige gewichtstoename zal tot gevolg hebben dat alle oceaanschollen verzwaard zullen worden dus... dieper in de asthenosfeer komen te liggen.

Reactie kracht zal zijn een opwaartse druk, omdat de asthenosfeer qua massa en verdeling van massa gelijk blijft, op de niet extra belaste landschollen.

Het oceaanoppervlak van de aarde bedraagt tweedimensionaal 71% van de totale aardoppervlakte. Dit is aldus berekend: Het totale aardoppervlak is nogmaals twee dimensionaal ongeveer 510 miljoen km² . Ongeveer 365,5 miljoen km² van het aardoppervlak (71%) is met water bedekt tegen 144,5 bedekt met landschollen miljoen km² (29%) land. Deze verhouding heeft natuurlijk gevolgen voor de gewichtsverhoudingen.

Hetgeen de oceaanschollen naar beneden worden gedrukt resulteert in een opwaartse druk op de landschollen en wel in een verhouding 29:71 of wel 1:2,45, of wel de druk naar boven van de landmassa is een factor 2,45 groter dan de benedenwaarts gerichte druk op de watermassa, Ales ten gevolge van het geringere landschol oppervlak dan van het oceaanschol oppervlakte. Ten opzichte van elkaar betekend dit dus, dat als de zeebodem 10 cm zakt maakt dit een verschil tussen land en zee van 34,5 cm., daar de landmassa 24,5 cm, stijgt.

Het grappige is trouwens dat het aangenomen tweedimensionaal is weergegeven. Een driedimensionale benaderingsberekening leert dat het landoppervlak door de geaccidenteerdheid van het aardoppervlak feitelijk 40% groter is dan hier tweedimensionaal aangenomen is. Bij deze benaderingsberekening is uitgegaan van het verwaarlozen van alle gebieden boven 2000 meter en alle met landijs bedekte gebieden . Hetgeen toch niet als verwaarloosbaar mag worden beschouwd. Nog afgezien van de effecten van de ligging van de uit deze redenatie aanwezige extra gebieden.

Wortel van de schol
De drift van de schollen in de atshenosfeer heeft door de vloeibaarheid van de buitenkern geen gelijkmatige belasting. Het deel van de lithosfeer dat in de asthenosfeer wegzakt, heet wortel van de schol. Hoe hoger de lithosfeer (hoe hoger het gebergte op bijvoorbeeld de landschollen), hoe dieper de wortel.

Hoe minder belasting er uit volgt voor de asthenosfeer en dus ook hoe hoger de wortel van de landschol in de asthenosfeer komt te liggen. Hieruit zal duidelijk zijn, dat de stijging van de landmassa (zie de derde wet van Newton) door de onlasting van de schol het verlagen van de oceanen tot gevolg zal hebben.

Zoals in Afbeelding 3 is te zien zijn deze metingen in kaart gebracht in 1989 door Erkman.  Nader onderzoek naar betreffende Erkman heeft tot heden nog geen succes opgeleverd. Indien in ogenschouw wordt genomen dat betreffende opwaartse beweging nog steeds voortduurt is terug te rekenen, dat de stijging tot op heden al meer dan 200 meter bedraagt.

In een berekening is de stijging en daling van de land- en oceaanschollen als volgt tot uitdrukking te brengen zie Afbeelding 4. 

Nederland wordt groter
Wat we ons verder moeten realiseren is, dat de zeeën over het algemeen op de landschollen liggen. In feite liggen de zeeën, bijvoorbeeld de Noordzee, op een verdiept gedeelte van de West Europese landschol. Nederland wordt dus per definitie groter in plaats van kleiner, zoals Al Gore beweert.

Er gebeurt nog iets anders wat zeer vervelend is. De warme golfstroom die ten noorden langs Ierland en Engeland stroomt en voor een deel afbuigt naar de Noordzee zal van richting en mogelijk ook snelheid veranderen en daardoor de opwarming van de West Europese landen ook. De gemiddelde temperatuur zal hierdoor in o.a. Nederland, België, Frankrijk dalen.

Het is duidelijk dat, terugdenkend naar de ijstijden waarvan de laatste bijvoorbeeld geheel Scandinavië bedekte met ettelijke honderden meters ijs, dat nadat de dooi had ingezet, dit een aanzienlijke constateerbare ontlasting van de schol, waarop Scandinavië ligt, heeft betekend. In de illustratie 3 is te zien dat jaarlijks er een verhoging van Scandinavië plaats vind van ettelijke millimeters.

Aan de hand van berekeningen is gebleken dat dit inmiddels al meer dan 200 meter heeft bedraagt. Sinds deze metingen betekent het dus dat inmiddels Scandinavië alweer 14,7 cm gestegen is. Deze snelheid van stijgen bevestigt eveneens dat de geologische tijdschaal waarop dit gebeurt minder waarschijnlijk is. Dit is een real time stijging van de schollen onze kinderen zullen dus waarschijnlijk het vergroten van Nederland nog meemaken. 7 mm per jaar betekent simpel weg 70 cm per eeuw. Ook dit bevestigt de conclusies zoals boven getrokken!

Verlagend effect
De verandering van de ligging van de lithosfeer op de asthenosfeer kan op tweeërlei wijzen geschieden. Door erosie vlakt de bovenzijde van de landschol af. Dit betekent dat de wortel van de landmassa (de onderzijde van de landschol in de asthenosfeer) hoger komt te liggen door de afvlakking.

Daarnaast is het afsmelten van de landijsmassa's  veroorzaakt eveneens een vermindering van gewicht van de landschol waardoor de wortel van de landschol eveneens hoger komt te liggen. Het hierdoor ontstaan van een verlagend effect van de oceaanschollen, zoals de derde wet van Newton verklaart, wordt dan eveneens zichtbaar.

Gevolgen
Wat zal er gebeuren met de landen, eilanden, atollen en koraalriffen, die wel op de oceaanbodem zijn geworteld? Deze zullen dieper komen te liggen en mogelijk onderlopen hetgeen al aan het gebeuren is. Bijvoorbeeld landen als IJsland, verder alle eilanden die op de middenoceanische riffen liggen, zoals ook Hawaï, de atollen, het Great Barier rif.

Interessant om te weten is dat de Marianentrog - thans 11034 m1 diep - of de zogenoemde Vitjazdiepte, ook zal gaan verdiepen. Ook de tektonische activiteit bij de aansluiting van land en oceaanschollen zoals in Haïti, Chili, Taiwan Indonesië, China, typisch landen die het laatste jaren getroffen zijn door aardschokken, of door toenemende vulkanische activiteit.

Het aardbevingsgevaar zal ook nog toenemen, daar waar de bewegingen tussen de tektonische platen - zoals bij de Oceaanplaten en de landplaten - radiaal gaan plaatsvinden. Dit zou ook tot heftige vulkanische activiteit kunnen leiden.

Paul Koster

Dit artikel is in verkorte versie verschenen in het magazine Duurzaam Gebouwd nummer 4
Meer informatie over een abonnement op het magazine

Deel dit artikel

permalink