Samen duurzaamheid dichterbij brengen...

Prof. dr. Maarten Hajer, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), heeft gisteren tijdens de manifestatie Rio aan de Maas opgeroepen om ‘coalitions of the willing’ te gaan smeden, waarin bedrijven, burgers en overheden samenwerken die wél hun nek durven uit te steken, zelfs in tijden van recessie. Dat vraagt om een radicaal andere aanpak van het duurzaamheidsbeleid.

Het roer moet om bij het duurzaamheidsbeleid. Het is overheden in de afgelopen decennia op cruciale terreinen zoals voedselvoorziening, toegang tot moderne energiebronnen, klimaatverandering en biodiversiteit niet gelukt om te komen tot daadkrachtige mondiale afspraken. ‘Bovenover’, via mondiale verplichtingen alleen, komen we er niet als daar niet ook een wereldwijde aanpak aan wordt gekoppeld. De mondiale duurzaamheidsagenda inspireert wel veel landen, steden en NGO’s om bij te dragen aan het halen van milieudoelen. De perspectieven om verduurzaming ‘onderlangs’ te bereiken zien er op dit moment beter uit, om te beginnen bij ondernemende burgers, bedrijven en lokale bestuurders. Dat moet ook het aangrijpingspunt voor beleid zijn.

 

Uitvoering blijft achterwege

Technisch zijn er volop mogelijkheden om te verduurzamen, hoe kostbaar en ingewikkeld ook. Vaak blijft de uitvoering echter achterwege vanwege de kosten. Toch is niets doen en doorgaan op de oude voet op de langere termijn kostbaarder. De minst ontwikkelde landen zullen dit meteen al voelen, en dat geldt straks ook voor de generatie die na ons komt.

 

VN-conferentie over duurzame ontwikkeling

In juni 2012 komt de internationale gemeenschap in Rio de Janeiro bijeen voor de derde VN-conferentie over duurzame ontwikkeling, ‘Rio+20’. De grootste waarde van deze, en dit type conferenties lijkt nu de ontmoetingen rondom de conferentie – contacten tussen mensen en organisaties die iets tot stand willen brengen. Van de uitkomsten van het formele overlegcircuit kunnen we geen al te hoge verwachtingen hebben. De belangrijkste vraag is: wie wil verantwoordelijkheid nemen voor de noodzakelijke verduurzaming?

In Rio zullen veel coalities worden gesmeed. Sommige landen zoals Zuid-Korea, Mexico, en Duitsland nemen nu reeds belangrijke initiatieven. Op lokaal niveau gebeurt dat ook, bijvoorbeeld als burgers in hun buurt gezamenlijk zonnepanelen op daken aanleggen. Er zijn al veel bedrijven, zowel kleine lokale ondernemingen als grote multinationals, die zelf hun verantwoordelijkheid nemen om tot groene groei te komen, bijvoorbeeld door duurzaam in te kopen. Zij zien duurzaam ondernemen niet als een last maar als een kans. Waar je je tien jaar geleden kon afvragen waar het bedrijfsleven was op gebied van duurzaamheid, is het daarbij nu soms de vraag waar de overheden zijn. Overheidsbetrokkenheid is echter onmisbaar, hoezeer ook burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties zelf initiatieven kunnen nemen. Overheden moeten duurzaamheid nu als de nieuwe standaard neerzetten. Belangrijk is samenwerkingsverbanden te organiseren die succesvolle lokale oplossingen op bredere  schaal ingang doen vinden. Zo wordt het bundelen van initiatieven en het inzetten van de innovatieve kracht in de samenleving de belangrijkste sleutel tot het bereiken van een duurzame toekomst.

 

Andere aanpak

Het PBL stelt hier een andere aanpak van duurzaamheidsbeleid voor. Eén waarvan we de potentie zien, maar ook een aanpak waarbij we nog geen zekerheid kunnen bieden over  hoe effectief die zal zijn. Dat vraagt om zorgvuldige monitoring van deze aanpak en snelle bijsturing waar nodig. Innovatie en leren staan centraal, ook voor de overheid.

De focus op (vaak lokale) initiatieven van burgers en bedrijven betekent ook niet dat er geen mondiaal beleid nodig is. Overheden moeten een duidelijk langetermijndoel schetsen, bijvoorbeeld in de vorm van een gezamenlijke toekomstvisie voor 2050. Dat mondiale beeld is dan de basis voor een aantal doelen voor de korte termijn, en voor het nationale en lokale niveau. 

 

pragmatische benadering

De gesproken column van Hajer is geïnspireerd door het PBL-rapport ‘Roads from Rio+20, Pathways to achieve global sustainability by 2050’, waarvan de samenvatting onlangs al is gepubliceerd. Het rapport laat zien dat de uitdagingen bij het halen van duurzaamheidsdoelen – zoals het wegnemen van honger, het voorkomen van biodiversiteitsverlies, het bieden van toegang tot moderne energie en het voorkomen van klimaatverandering – groot zijn.  Landbouwproductiviteit zou moeten toenemen tot historische hoge waarden, en het gebruik van schone energie tot drie maal zo hoog als ooit tevoren. Het rapport beschrijft verschillende routes waarlangs de doelen gehaald kunnen worden, hoe deze met elkaar zijn verbonden, en wat de korte-termijn consequenties voor beleid zijn. Een opmerkelijke conclusie uit de PBL analyse is dat er geen fundamentele trade-offs zijn tussen armoedebestrijding en milieu. De milieueffecten die gepaard gaan met armoedebestrijding zijn relatief gering. De cruciale opgave is om maatregelen voor duurzaamheid ook werkelijk te implementeren. Dat vraagt om een pragmatische benadering voor duurzaamheidsbeleid waarbij in ieder geval de volgende stappen moeten worden gezet: een gedeelde toekomstvisie voor 2050; versterkte korte termijndoelen, afgeleid van het lange termijndoel; krachtig overheidsbeleid dat voortbouwt op de kracht in de samenleving van zowel burgers als bedrijven; en versterking van mondiaal bestuur.

 

Documentaire

In de aanloop naar de Rio+20 conferentie voerde Hajer gesprekken met een internationaal gezelschap van mensen die dagelijks met duurzaamheid bezig zijn – van Zuid-Korea tot Kenia, van Pakistan tot Zuid-Afrika. Zij lieten hun licht schijnen over lokale initiatieven en mondiale oplossingen en spraken over hun verwachtingen van Rio+20, én daarna. De interviews illustreren de zoektocht wereldwijd naar effectieve manieren om duurzaamheidsproblemen op te lossen.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Links