Een pittige opkikker voor het binnenklimaat

Nederlanders klagen veel over muffe vergaderruimten, te koude kantines en vieze Cup-a-Soup-lucht. Eén ding is zeker: we leven en werken veel binnen. Het binnenklimaat is dus erg belangrijk; het is dé graadmeter van ons welbevinden. Sterker nog, het bepaalt in grote mate ons professioneel presteren. Maar leveren gebouwen nou echt waarvoor ze ontworpen zijn?

Oer-Hollands klaaggezang over het binnenklimaat. Is dat erg? Ik vind van wel. Misschien omdat ik een vrouw ben, slecht tegen kou kan of omdat het een beroepsdingetje is maar ik stoor me er mateloos aan dat bestaande gebouwen vaak niet presteren zoals ze zijn ontworpen. Het ontbreken van een goede informatieoverdracht en consequente aandacht voor de installaties tijdens de exploitatiefase is hier debet aan. Dit terwijl we weten dat het binnenklimaat van grote invloed is op het welbevinden en daarmee op de productiviteit van medewerkers.

Er gaat veel geld om in het in stand houden en exploiteren van een gebouw. Maar waar wordt dit geld precies aan uitgegeven en wat levert het op? Hoe presteert een gebouw vijf jaar na oplevering? Welke wijzigingen zijn er allemaal doorgevoerd en hoe tevreden zijn de gebruikers? Ik maak het in veel verbouw- en renovatieprojecten mee, de benodigde gegevens zijn niet op orde en antwoorden op bovenstaande vragen zijn niet bekend. Dit kost ongelooflijk veel extra geld.

Ik ben ervan overtuigd dat de oplossing schuilt in een dynamische en virtuele weergave van het gebouw waarmee informatie wordt ontsloten en vergaard. Building Information Modeling (BIM) is hiervoor uitermate geschikt. Het BIM-model vormt gedurende de hele ontwerp- en exploitatiefase het hart van de informatievoorziening. BIM is daarnaast ook de methodiek waarmee we in de bouw op een professionele manier samenwerken en onze kennis en informatie ontsluiten en delen.
De rol van een onderhoudsadviseur zal hierdoor veranderen. Deze wordt al tijdens het ontwerp betrokken bij het gebouw, neemt de regisseursrol over van het ontwerpteam na de oplevering en gebruikt alle informatie over het gebouw om de kwaliteit van het ontwerp gedurende de hele levenscyclus te behouden. Dit betekent dat de gebouweigenaar niet langer zelf hoeft te zorgen voor de revisiebescheiden.

Informatie over de gebouwprestaties, het aantal vierkante meter te wassen glas, uitgevoerd en benodigd onderhoud, het wordt allemaal ontsloten met behulp van het BIM-model. In het virtuele gebouw kun je snel zien of een wand brandwerend is, op welke bezetting een ruimte is uitgelegd en wat zich allemaal precies boven het verlaagd plafond bevindt.
Wijzigingen in het gebruik van het gebouw, de indeling of het plaatsen van een Cup-a-Soup-automaat worden meegenomen in het dynamische BIM-model. Het effect van wijzigingen en de feedback van de gebruikers wordt gebruikt om de installaties aan te passen en mee te laten groeien met het gebouw. In bestaande gebouwen wordt zo gemiddeld 20% bespaard op onderhoud- en energiekosten. Loopt u met me mee door uw virtuele gebouw? Want niet alleen Cup-a-Soup zorgt ervoor dat je scherp en alert kunt blijven.

Tekst: Marieke Steltenpool; Grontmij Nederland bv

Marieke is adviseur Installatietechniek en bij Grontmij de spil als het om BIM gaat; Daarnaast is ze intensief betrokken bij de Denktank Ketensamenwerking; Ze is tweede geworden in de race om de Bouwpluim voor Jong Talent.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Grontmij Nederland B.V.