Restwarmte industrie naar huizen en kantoren Rotterdam

In de regio Rotterdam gaan vijftien partijen nauw samenwerken om in 2030 de helft van alle huizen en kantoren in Rotterdam te verwarmen met restwarmte van industrie uit de haven.

In het Rotterdamse haven- en industriegebied komt dagelijks veel warmte vrij die direct verloren gaat in de lucht of het water. Tegelijk is in de stad warmte nodig om huizen of kantoren te verwarmen. Dat gaat nu nog vaak via individuele cv-ketels, die aardgas verbranden en CO2 in de lucht brengen. Wethouder Alexandra van Huffelen (oa. duurzaamheid): “Door het gebruik van restwarmte uit de haven voor het verwarmen van huizen, slaan we twee vliegen in een klap: de stad wordt schoner en gezonder en we hergebruiken warmte uit de haven, die nu verloren gaat.” Naast een warmtevoorziening willen de partners ook een duurzame, collectieve koudevoorziening hebben in de binnenstad. Zo hebben bijvoorbeeld kantoorpanden niet elk een eigen koelinstallatie nodig die veel energie verbruikt.  

Tegelijk zetten de partners in de stad nog sterker in op betere isolatie, zodat de warmte en koude beter binnen blijft. Op die manier wordt zuiniger omgegaan met energie en warmte, daalt de CO2-uitstoot en vindt er een geleidelijke verbetering in de energiemix voor gebouwen plaats: van aardgas naar duurzame warmte.

Nieuwe Warmteweg
De afgelopen jaren zijn al flinke stappen gezet op weg naar een duurzame warmtevoorziening voor de hele stad. Eind 2013 is de Nieuwe Warmteweg operationeel, die restwarmte van de haven vervoert naar de stad via de zuidoever van de Nieuwe Waterweg. De warmte zal nieuw gebouwde woningen op Zuid en Noord verwarmen, maar ook bijvoorbeeld het nieuwe Maasstad Ziekenhuis. Daarnaast wordt in 2014 door Eneco een leiding over Noord aangelegd. Met deze warmteleidingen wordt ook het bestaande stadsverwarmingsnet voor een steeds groter deel gevoed door restwarmte en niet meer door aardgas.  

Op dit moment is één op de zes woningen in de stad aangesloten op stadsverwarming. In de ondertekende ambitieverklaring is opgenomen dat in 2030 bijna de helft van de woningvoorraad (circa 150.000 woningen) en de helft van het overige vastgoed in de gemeente gebruik maakt van deze warmtevoorziening. Nu worden vooral nieuwbouwprojecten en nieuwe wijken aangesloten op stadsverwarming, zoals bij de Kop van Zuid en Nesselande. De komende tijd wordt de aandacht sterker gericht op de bestaande stad en de bestaande gebouwenvoorraad. De plannen worden de komende jaren gezamenlijk verder uitgewerkt. Eind 2013 worden de eerste vervolgstappen bekend.

De ambitieverklaring werd eergisteren ondertekend door 15 partijen: E.ON Benelux, Eneco, Nuon, Stedin, Warmtebedrijf Rotterdam, Havensteder, Woonbron, Marktgroep Duurzaam Ontwikkelen Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs, CleanTech Delta, de provincie Zuid-Holland, DCMR Milieudienst Rijnmond, Stichting Warmtenetwerk en – namens de gemeente Rotterdam – wethouders Karakus en Van Huffelen.

 

Deel dit artikel

permalink

 

 

Links