'Zijn de afspraken van het energieakkoord praktisch haalbaar?'

De hoofdlijnen van het energieakkoord zijn uitgestippeld. Ruim veertig organisaties strijden samen voor een energieneutrale gebouwde omgeving in het jaar 2050. Een betaalbare en schone energievoorziening, verbeterde werkgelegenheid en kansen voor Nederland in schone technologiemarkten liggen in het verschiet.

Bas van de Griendt, manager MVO en Duurzaam Ontwikkelen bij Bouwfonds Ontwikkeling, prijst de duurzaamheidsambities van de betrokken partijen: “Eindelijk duidelijke afspraken, waardoor één op de zeven huishoudens in 2020 voor een belangrijk deel duurzaam en decentraal in de elektriciteitsvraag voorziet.”

Daarna volgt de verschuiving naar energieneutraal in 2050. Van de Griendt twijfelt aan de haalbaarheid van die doelstelling en maakt een voorzichtige schatting: “Samen met mijn collega Jos de Vries, expert op het gebied van energie, ben ik gaan rekenen. We namen aan dat Nederland zeven miljoen huishoudens telt en evenveel woningen."

Hij vervolgt: "Daarnaast namen we aan dat huishoudens jaarlijks gemiddeld 3.500 kWh elektriciteit en 1.500 kubieke meter aardgas gebruiken. Bovendien hebben we aangenomen dat door isolatie de warmtevraag van alle huishoudens tezamen met een derde kan worden gereduceerd en dat één op de drie woningen van duurzame warmte of biogas kan worden voorzien. Voorzichtige schattingen dus.”

In de praktijk
Met voorgenoemde berekening komen van de Griendt en de Vries uit op een gemiddelde van 50 vierkante meter PV die benodigd is per woning. Dat zijn 70.000 voetbalvelden vol panelen. Als alternatief noemt van de Griendt de inzet van 7.500 windturbines met een capaciteit van 3 MW, een verviervoudiging van het huidige aantal windmolens. Van de Griendt: “Praktisch betekent dit dat als we allemaal in een rijtjeshuis zouden wonen, we het gehele dakvlak van de woning moeten beleggen met zonnepanelen. Probleem is dat we niet allemaal in een rijtjeshuis wonen; bijna één op de drie huishoudens woont gestapeld.”

Volgens hem is door adviseurs van de hoofdstad berekend dat een gemiddeld Amsterdams huishouden al met 20 vierkante meter zonnepanelen uit de voeten kan voor een energieneutrale woning. “Dan is het probleem nog steeds dat er op het gemiddelde Amsterdamse dak geen plek is voor 60 tot 80 vierkante meter PV, omdat daar gemiddeld drie tot vier hoog wordt gewoond. Kiezen voor windmolens is een optie, maar wat als de provincie Noord-Holland het verbiedt om windmolens op land te plaatsen?”

Grote schaal
Concluderend stelt van de Griendt dat  – als we energieneutraal willen zijn – grootschalig gebruik van zonnepanelen en zonnepanelen onvermijdelijk is. “Je moet keuzes maken. Laat dat nu precies zijn waar het met duurzaam ontwikkelen allemaal mee begon. Vandaag keuzes maken waar je morgen geen spijt van krijgt. Dat begint echter met een nuchtere en soms ontnuchterende benadering van de opgave.”

Bas van de Griendt is als manager MVO en Duurzaam Ontwikkelen verantwoordelijk voor de duurzaamheidsagenda van Bouwfonds Ontwikkeling.

Deel dit artikel

permalink