'Duurzaamheid wordt dé standaard, ook bij de provincie'

Ralph de Vries, gedeputeerde Provincie Utrecht, verzorgt een keynote op het Duurzaam Gebouwd Congres. De Vries licht in een interview met Jan van den Broek, hoofdredacteur van Kennisplatform Duurzaam Gebouwd, alvast een tipje van de sluier op van zijn presentatie, die als centraal thema 'De duurzame provincie Utrecht' heeft.

Wat is er op het gebied van de verduurzaming van bouw en vastgoed voltooid, waarbij de gedeputeerde / de Provincie Utrecht als portefeuillehouder c.q. aanjagende partij een rol heeft gespeeld?
Uit experimenten is veel kennis opgedaan waardoor woningen en andere gebouwen worden ‘verduurzaamd’. Een paar goede voorbeelden zijn de flat aan de Lange Dreef in Driebergen waar zonnepanelen zijn aangebracht en op grote schaal duurzaam energie wordt opgewekt. Ook het energiezuinig maken van een flatgebouw in Amersfoort aan de Sumatralaan is zeer succesvol. De provincie stond garant voor de financiering bij dit project.

In een woonwijk in Veenendaal Oost is een collectief energiesysteem voor de hele woonwijk ontwikkeld (gebaseerd op koude warmteopslag in de bodem) met ondersteuning vanuit de provincie. In het Zuiderplantsoen in Driebergen zijn sociale huurwoningen gebouwd met een uitzonderlijk laag energieverbruik. Daarnaast de provincie heeft een actieve rol gespeeld bij het energieneutraal renoveren van een monument in Driebergen, waarvan de eigenaar ook hier op het congres aanwezig is.

Zelf hebben we het goede voorbeeld gegeven met het duurzaam renoveren van het monument Paushuize in de stad Utrecht, eigendom van de provincie. Beide voorbeelden van de specifieke aanpak die monumenten vereisen en waar de eigenaren/exploitanten van de vele monumenten in de provincie Utrecht  hun voordeel mee kunnen doen. En we gaan door! Onze kennis en ervaring nemen we mee in nieuwe bouw- en herstructureringsopgaven, zoals bij de nieuwe woonwijk in Soesterberg.

Wat was hierbij de werkwijze?
Ik wil hierbij één van de fameuze uitspraken van Einstein aanhalen: We can't solve problems by using the same kind of thinking we used when we created them."  We kunnen een probleem niet oplossen met dezelfde manier van denken als het veroorzaakt heeft. Deze nieuwe tijd vraagt om een andere manier van werken.

De techniek is er vaak al lang, maar succes hangt af van goede samenwerking met de juiste partijen. Waar wij voora bij kunnen helpen is het bij elkaar brengen van partijen om anders te werken, overdragen van kennis en ervaring en oog voor resultaat. Dat is de meerwaarde die wij kunnen leveren. Het gaat niet om onze financiële bijdrage, maar om het creëren van bewijsmateriaal dat het mogelijk is en het samen zoeken naar nieuwe financiële verdienmodellen om tot structurele oplossingen te komen.

Wat zijn de meest belangrijke leerpunten?
De techniek van duurzaam bouwen bestaat al! Het wordt alleen nog op veel te kleine schaal toegepast. Als provincie hebben we heel veel expertise in huis en hebben een breed netwerk, zowel inhoudelijk als bestuurlijk (met gemeenten en rijk o.a.). Hierdoor kunnen we heel effectief en geloofwaardig kennis en ervaring koppelen, partijen bij elkaar brengen en daarmee bijdragen aan een noodzakelijke versnelling. Een tweede punt is de samenwerking tussen partners: het lijkt erop dat we dat soms nog moeten uitvinden. Samenwerken was in het verleden niet vanzelfsprekend.

Als het om onze rol gaat, we willen niet meer de ‘flappentap’ uit het verleden zijn (subsidies), maar juist optreden als aanjager, kennismakelaar, procesondersteuner.

Waar staan we nu?
Duurzaamheid wordt dé standaard, ook bij de provincie. Wij zien de markt heel snel bewegen, met heel veel innovatieve en duurzame oplossingen komen. Wij zullen daarbij faciliteren, stimuleren en aanjagen. Uit een marktonderzoek van ‘Bouwkennis’ blijkt dat ruim 60% van de bouwbedrijven vindt dat duurzaam bouwen over 5 jaar geen unique selling point meer is maar een noodzakelijk, standaard onderdeel van uw verdienmodel. Met de stijgende energieprijzen zal er steeds meer vraag komen naar duurzaam gebouwd vastgoed dat op basis van woonlasten en dus niet op basis van koopprijs er gunstig uitspringt.

Hoe verhoudt zich dit tot de plannen / planning?
We zijn goed op weg. We hebben laatste tijd aantal successen geboekt en gaan door op ingeslagen koers. Onze aanpak en inzet wordt gewaardeerd door betrokken partijen.

Wat gaat er goed?
De energie zit in de markt. Als overheid moeten we constateren dat wijj niet langer een leidende, aanjagende rol hebben als het om duurzaamheid gaat. Wij zijn eerder volgend geworden, want de markt en de consument hebben het overgenomen. Vanuit een economische “drive” zijn zij innovatiever en zitten dichter op de praktijk en uitvoering. Vinden wij dat erg? Misschien moesten we er aan wennen, maar het is een “opgewekte” constatering.

Opgewekt omdat dit eigenlijk ook de bedoeling was. Na jarenlange stimulering van duurzaam bouwen door de overheid en andere partijen (in de provincie Utrecht hebben wij jarenlang een dubo consulent ingezet) zie je dat de markt en de consumenten het uit eigen drive oppakken. Opmerkelijk daarbij is dat zij daarbij vaak de overheidsdoelstellingen voorbijstreven. Energieneutrale woningen worden nu al gebouwd terwijl dat pas in het jaar 2020 verplicht wordt op grond van het bouwbesluit

Wat zou er beter mogen en waarom?
Partijen proberen nog teveel helemaal alleen tot oplossingen in de bouw te komen. Dat hoeft niet. Meer verbinding tussen de markt en bijvoorbeeld corporaties of ontwikkelende partijen, kan tot nieuwe verdienmodellen werken waarmee iedereen winnaar is.

Welke provinciale projecten op het gebied van verduurzaming van de gebouwde omgeving springen er voor u in positieve zin uit en waarom juist die?
Vooral in de huursector en bij woningbouwcorporaties zijn winsten te behalen. Neem bijvoorbeeld het succesvolle bouwconcept ‘de energienotaloze woning’. In het kort komt dat er op neer dat de huurder de energierekening gaat betalen aan de corporatie die daarmee een financiële grondslag verwerft voor het energiezuinig of –neutraal maken van de woningen. Daarmee voorkom of beperk je de stijging van energielasten en voorkom je dat huurders in financiële problemen komen. Een mooi voorbeeld van een combinatie van economische en sociale duurzaamheid.

Hoe verloopt de samenwerking met andere gedeputeerden binnen de Provincie Utrecht?
Duurzaamheid is wat ons betreft niet langer een onderwerp dat vraagt om aparte programma’s met een separate aansturing en overheidssubsidies. Het is onderdeel geworden van onze eigen bedrijfsvoering, onze beleidsvorming, onze uitvoeringsprogramma’s. Elke gedeputeerde is verantwoordelijk voor duurzaamheid binnen zijn portefeuille. We kunnen elkaar daarop aanspreken.

Door duurzaam aan te besteden, kunnen we als overheid de markt verder uitdagen, (dat kunt u overigens ook doen). Door met ons RO beleid te kiezen voor duurzaam verstedelijken- zoveel mogelijk binnenstedelijk op plekken waar al infra is aangelegd, en waar al voorzieningen zijn-, verspillen we minder materiaal en grondstoffen en beperken we de mobiliteit. Binnen ons uitvoeringsprogramma WBO verbinden we waar mogelijk kansen met elkaar die kunnen leiden tot een slimmere duurzame aanpak en via ons netwerk voegen we expertise toe om bijvoorbeeld slimme financieringen toe te passen.

Verder bouwen we netwerken op waar marktpartijen elkaar nog beter kunnen vinden. De Economic Board Utrecht bijvoorbeeld, waarin wij als provincie actief participeren, is een belangrijk platform waar maatschappelijke vraagstukken door de markt worden opgepakt. Een soort marktplaats voor maatschappelijke vraagstukken en marktpartijen dus. Groene economie is een van de drie pijlers van het EBU.

Wat zal in hoofdlijnen de inhoud zijn van de voordracht tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres op 14 november in Amersfoort?
Het tijdperk van de financierende overheid is voorbij. Het tijdperk waarin we helpen zoeken naar slimme samenwerkingsvormen en slimme verdienmodellen is aangebroken. Daarmee maken we duurzaam bouwen tot een structureel gewortelde werkwijze. Duurzaamheid wordt de standaard.

Welke ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid in bouw en vastgoed zijn er te verwachten voor komende vijf jaar?
Ik verwacht een enorme versnelling van het verduurzamen van de (bestaande) woningvoorraad. De markt is enorm in beweging. Positieve voorbeelden zijn: ESCo’s bij maatschappelijk vastgoed, duurzame transformatie van leegstaand vastgoed en energienotaloze woningen in de koop- en huursector

Waarom juist die ontwikkelingen?
De vraagstukken beheer van maatschappelijk vastgoed, transformatie van leegstand en betaalbare woningen zijn vraagstukken die in de woningmarkt en vastgoed wereld nu hoogste prioriteit hebben. Duurzame concepten kunnen juist voor deze vraagstukken het antwoord bieden voor het vastgoedvraagstuk.

Wat mogen we daarvan verwachten?
Ik verwacht uiteraard eerst een periode van uitproberen en bijsturen, maar wellicht kunnen we al binnen vijf jaar naar prototyping van oplossingen toe. De urgentie is er en de markt in deze tijd van crisis uit op vernieuwing en andere financiële concepten waar duurzame concepten domweg helpen.

Wat is hierbij uw rol?
Onze rol kenmerkt zich door het verbinden van partijen, het toevoegen van expertise en ervaring en het bijdragen aan het ontwikkelen van innovatieve constructies. Voorbeelden zijn:

Welke (eventueel met andere provincies gezamenlijke) bijdragen levert de Provincie Utrecht aan de doelstellingen Europa 2020 op het gebied van duurzaamheid (bouw / vastgoed / energie)?
In de provinciale ruimtelijke structuurvisie heeft de provincie gebieden aangewezen waar duurzame energie (windmolens, zonnepanelen) opgewekt kan worden. Uiteindelijk bepaalt de markt en de samenleving wat op welke plek wordt ingezet. Als het gaat om windenergie blijkt dat geen eenvoudige opgave te zijn. Er zijn klachten over drie geplaatste windmolens in Houten en een project met zes windmolens in gemeente Utrecht lijkt op de lange baan geschoven te zijn vanwege onvoldoende maatschappelijk draagvlak.

Deel dit artikel

permalink