Naar een integrale benadering voor onderwijshuisvesting: deel 1

In een tweedelige artikelreeks wordt duidelijk hoe een integrale benadering voor onderwijshuisvesting kan inspelen op de veranderde huisvestingsvraag van onderwijs. Het eerste deel gaat onder andere in op de financiering van onderwijshuisvesting, de functionele staat van de gebouwen en de onderwijsvisie.

De primaire taak van de onderwijsinstelling is het verzorgen van kwalitatief passend onderwijs. Huisvesting is daarbij een belangrijke voorwaarde om goed onderwijs te kunnen verzorgen. Deze huisvesting staat onder enorme druk: de technische staat van de huidige scholenvoorraad is sterk verouderd, innovaties, nieuwe onderwijskundige inzichten en didactische concepten vragen om een andere inrichting en ruimtegebruik. Bovendien zijn de beschikbare budgetten voor het realiseren en in stand houden van de huisvesting al jarenlang onderwerp van discussie.

Gemeenten hebben de zorgplicht om scholen passende huisvesting te bieden, maar als het gaat om in stand houding van de gebouwen belanden steeds meer taken en verantwoordelijkheden bij schoolbesturen. Het belang van een gezonde en inspirerende leeromgeving, waarbinnen het kind centraal staat, wordt alom onderkend. Zondermeer onderkennen besturen de meerwaarde die zeggenschap over het gebouwonderhoud in dit kader heeft: 72% van de schoolbesturen en 60% van de gemeenten geeft aan dat overheveling van het buitenonderhoud een gewenste oplossing is. Maar zij zien ook in dat de onderhouds- en huisvestingstaak om specifieke deskundigheid vraagt, die sterk afwijkt van de in huis aanwezige kennis en ervaring.

Financiering onderwijshuisvesting onder druk

Het budget voor nieuwbouw en uitbreiding voor (speciaal) basisonderwijs en voortgezet onderwijs wordt doorgaans bepaald aan de hand van de normvergoedingen uit de modelverordening van de VNG. De norm-vergoedingen zijn gebaseerd op een sober en doelmatig gebouw dat voldoet aan de minimaal wettelijke eisen uit het bouwbesluit. Sober en doelmatig betreft een gebouw zonder franjes, compacte vormfactoren, eenvoudige afbouw en basic installaties. Aanvullende wensen op het gebied van architectuur, onderwijskundige voorzieningen, didactische concepten en duurzaamheid zoals energiezuinig, onderhoudsarme en het Frisse Scholen concept zijn niet in de normvergoedingen inbegrepen

Uit recent onderzoek blijkt dat in veel gevallen onvoldoende inzicht is in de huidige staat van de schoolgebouwen. Veel scholen kampen met achterstallig onderhoud en een ongezond binnenklimaat. In de Oberon-enquête in opdracht van het ministerie van OCW (najaar 2013) geven schoolleiders aan welke verbeteringen ze als ‘absoluut noodzakelijk’ zien. Deze reparatie- en renovatielijst is door onderzoekers omgerekend naar een landelijk bedrag van een kleine zeven miljard euro, evenredig verdeeld over primair- en voortgezet onderwijs.

Willem van Dam, adviseur bij KPC Groep stelt dat een opwaardering van de functionele staat van de gebouwen hoogst noodzakelijk is. "Innovaties, nieuwe onderwijskundige inzichten en didactische concepten vragen om een andere inrichting en ruimtegebruik. Deze slag moet de komende jaren gemaakt worden binnen een totaal ander bekostigingsstelsel. Niet de gemeente, maar de school betaalt.”

In het primair onderwijs moeten schoolbesturen vanaf januari 2015 zelf het binnen- en buitenonderhoud betalen. In het voortgezet onderwijs is dit al langer het geval. Eenvoudig gezegd komt het er op neer dat het rijk de budgetten voor het buitenonderhoud en de aanpassingen voor schoolgebouwen voor het primaire onderwijs niet meer naar de gemeenten overmaakt, maar rechtstreeks aan de schoolbesturen. Dit vraagt van schoolbesturen en de diverse partijen die betrokken zijn bij onderwijshuisvesting om herbezinning. Scholen die na de overgangsdatum de exploitatie op basis van de huidige omstandigheden continueren, lopen het risico dat de overgehevelde budgetten straks ontoereikend zijn.

Onderwijshuisvesting volgt onderwijsvisie

Op het gebied van onderwijshuisvesting ligt de verantwoordelijkheid straks bij de schoolbesturen en leidt dit tot de vraag: ‘voldoen onze gebouwen nog aan de kwaliteitseisen en hoe is het gesteld met het onderhoud’. Of in het geval van verdergaande ambities: ‘voldoen onze gebouwen nog aan de wensen waarop wij ons onderwijs willen inrichten en past ons gebouw nog bij onze visie?’.

Kontek en KPC Groep hebben samen een visie ontwikkeld voor een integrale benadering op het gebied van onderwijshuisvesting. De huisvesting (kennisgebied van Kontek) dient het primaire doel, het verzorgen van kwalitatief en passend onderwijs (kennisgebied van KPC Groep), zo optimaal mogelijk te ondersteunen. Door het combineren van de expertise en kennis van beide bedrijven wordt er integraal naar onderwijshuisvesting gekeken en kan de huisvestingsstrategie aansluiten bij de onderwijsvisie. Door middel van een meerjaren- huisvestingsplan worden vervolgens ook de beheerslasten en exploitatiekosten afgestemd met het financiële huishoudboekje en wordt het onderhoud afgestemd met de visies over huisvesting en onderwijs.   

Onderwijsvisie

KPC Groep is een adviesbureau op het gebied van onderwijsinnovatie en organisatieontwikkeling. Hieronder vallen onder andere ook werkgebieden als visieontwikkeling en huisvestingsvraagstukken. Hoe realiseer je huisvesting die past bij de onderwijskundige visie en ambities? Een schoolgebouw passend bij de eisen van het toekomstige onderwijs? Op het moment dat je als bestuur en/of school weet dat in de nabije toekomst een van je schoolgebouwen kan worden aangepast of dat je in de gelegenheid bent om nieuwbouw te realiseren, is het zaak om zelf vooral goed stil te staan bij de kansen die dit met zich meebrengt.

Het onderwijs is in beweging en de manier van lesgeven verandert. Vanuit praktijkervaringen wordt geleerd dat er kansen ontstaan wanneer meerdere partijen op basis van hun specifieke expertise participeren in het proces. Daarvoor ligt de basis in het zich oriënteren op ontwikkelingen in de huidige en toekomstige maatschappij en het ontwikkelen van de visie en/of het herijken van de reeds bestaande visie. Ruimte en tijd nemen voor een herontwerp stelt de school in de gelegenheid goed voorbereid de toekomst in te gaan.

Het uitgangsput van KPC Groep daarbij is: duurzaam bouwen. Dat betekent dat je als school toewerkt naar een nieuw huisvestingsconcept dat in de toekomst ook passend is voor onderwijsactiviteiten en qua beheer en exploitatie op de lange termijn de beste resultaten biedt.

Het in een vroegtijdig stadium inschakelen van adviseurs met als corebusiness onderwijsontwikkeling, heeft als voordeel dat waardenvrij en ‘out of the box’ op realistische wijze gedroomd kan worden over het onderwijs en het daarbij realiseren van het meest passende gebouw van de toekomst. Het gaat dan om het (her)ontwerpen van een visie op diverse terreinen en kennisgebieden. Zo vallen onder andere te onderscheiden: onderwijskundige, leerpsychologische, architectonische, bouwkundige, bedrijfsmatige (bouwprojectmanagement), veranderkundige en financiële kennisgebieden.

Auteurs: Kevin de Lange, adviseur Kontek en Willem van Dam, KPC Groep

Deel dit artikel

permalink