Duurzaamheidstrategie geeft richting aan Energiemasterplan

De energiewereld maakt grote veranderingen door. Stijgende energieprijzen en een dwingend overheidsbeleid stimuleren publieke en private organisaties om intensiever samen te werken en om nu écht te investeren in duurzame energiesystemen. Ook de Vrije Universiteit (VU) en VU Medisch Centrum (VUmc) aan de Amsterdamse Zuidas zien zich voor deze opgave geplaatst. Hoe komen deze organisaties tot een breed gedragen langetermijnperspectief en welke afwegingen maken zij bij het nemen van hun investeringsbeslissingen?

René Idema, Senior-Adviseur Strategie & Management Consultants bij Royal HaskoningDHV: “Een verduurzaming van de energievoorziening voor de (academische) ziekenhuis- en universiteitsgebouwen dient meerdere doelen. Een groen imago maakt een campus ook aantrekkelijker voor excellente wetenschappers en studenten. Maar om een werkelijk grote duurzaamheidswinst te behalen moeten schaalvoordelen beter worden benut en waar mogelijk energetische synergie worden gerealiseerd. En dat vraagt weer om organisatie-overstijgende samenwerking. Een complexe opgave dus, want veel stakeholders moeten hun natuurlijke rol en positie uitbouwen, en een deel van hun autonomie opgeven in ruil voor bijvoorbeeld financiële of imago-voordelen.”

Nieuwe samenwerkingsvormen

Organisaties die hun energiehuishouding willen verduurzamen doen er volgens Idema goed aan om zich een helder beeld van hun eigen prioriteiten te vormen, en zich bewust te worden van de consequenties die nieuwe samenwerkingsvormen op hun kernactiviteiten kunnen hebben. Idema: “Pas dan is het zinvol om een gedeelde ambitie voor de lange termijn te formuleren en om gezamenlijk uitvoeringsstrategieën en concrete actieplannen op te stellen. Pas wanneer de positie van alle stakeholders helder is kan het wederzijdse vertrouwen gedurende het planproces groeien en ontstaan zekerheden ten aanzien van terugverdientijden van investeringen, en dat is altijd belangrijk voor bestuurders.”

Veel organisaties beschikken over hun eigen, veelal organisch gegroeide energiesystemen. Zij hebben bovendien vaak meerdere energie-installaties naast elkaar in gebruik. Door de energie-infrastructuur van de verschillende organisaties als geheel te overzien worden kansen op verduurzaming zichtbaar. Idema: “Het is raadzaam om eerst afstand te nemen en een helder overzicht te bewerkstelligen. Daarna kan de energievoorziening in de bredere gebiedsontwikkeling worden ingebed. Een optimaal resultaat bereik je anno 2014 niet alleen met een goede kennis van alle financiële en technische kansen en ontwikkelingen -  even groot is het belang van een goede inrichting van organisatorische, bestuurlijke en gebieds­processen."

"Een langetermijnstrategie en een onderliggend energiemasterplan vraagt tevens om een goed inzicht in de achterliggende belangen - bijvoorbeeld van beheerders van gebouwen, die andere overwegingen hanteren dan gebiedsontwikkelaars die de grond zo goed mogelijk willen uitgeven. Waar het om de opschaling van energieconcepten gaat kunnen uiteenlopende perspectieven conflicteren, bijvoorbeeld over de plaats waar een energiecentrale moet worden gerealiseerd", aldus Idema.

Stakeholders

Royal HaskoningDHV heeft veel ervaring met de gebiedsgerichte aanpak waar meerdere organisaties met afzonderlijke belangen, prioriteiten en maatschappelijke verantwoordelijkheden betrokken zijn. De verduurzaming van de VU en het VUmc is daar een voorbeeld van. Het grote terrein van deze twee organisaties ligt aan de Zuidas, waarvoor de gemeente Amsterdam concrete duurzaamheidsambities heeft uitgesproken.

In een eerste fase van de planontwikkeling was een helder inzicht in de prioriteiten van de twee betrokken organisatieonderdelen VU en Vumc van belang. Belangrijke uitgangspunten waren daarbij de energiezekerheid, de risicobeheersing en de veranderende energievraag. Sjoerd Burgers, Consultant Energy Concepts bij Royal HaskoningDHV: “Energie kent vele verschijningsvormen, van elektrische energie tot warmte en koude. In deze opgave lag de prioriteit bij de preferente elektriciteitsvraag. Het VUmc kan zich immers geen elektriciteitsuitval tijdens een operatie veroorloven. De zekerheid van de preferente elektriciteitsvoorziening stond dus bij alle technische en financiële afwegingen voorop.” 

In een volgende fase was een overzicht van de belangen van alle stakeholders van belang. Daarbij kwam ook Nuon in beeld, want deze potentiële energieleverancier beschikt onder andere over een duurzame koudevoorziening in het Nieuwe Meer. Daarnaast zijn de mogelijkheden voor het benutten van restwarmte van de VU door anderen verkend, bijvoorbeeld voor de verwarming van omliggende woningen. Ook de fiscale consequenties voor de stakeholders spelen dan een rol.  Zo kunnen als gevolg van energielevering aan derden specifieke belastingvoordelen komen te vervallen.

Robuuste oplossingen

De resultaten brachten de nodige helderheid ten aanzien van de financiële, organisatorische, juridische en technische kaders. Binnen deze kaders ontwikkelde een team van technische, financiële en management professionals enkele inzichtelijke hoofdconcepten en een reeks concrete oplossingsvarianten voor verschillende scenario’s. Burgers: “Daardoor werden de concrete kansen voor verduurzaming van de energiesystemen duidelijk zichtbaar. Elke mogelijke oplossing is getoetst op robuustheid – dit om de organisaties van de VU en het VUmc een beeld te geven van de consequenties van bijvoorbeeld een snel veranderende energievraag. Het resultaat is een energie-masterplan op basis waarvan de beide organisaties weloverwogen investeringsbesluiten kunnen nemen.”

Bron foto bovenaan: D/Dock

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Royal HaskoningDHV

Meer nieuws uit Amsterdam, Noord-Holland