Auteur: Tom de Hoog
Uneto-VNI ziet als grootste uitdaging het opwaarderen van de bestaande bebouwde omgeving. Met nieuwe technieken kantoren en woningen veiliger, gezonder, comfortabeler en duurzamer te maken is volgens voorzitter Titia Siertsema de opdracht voor de installatiesector. Daarbij is kiezen voor duurzame kwaliteit een must omdat totaalconcepten niet zonder kunnen.
Zal Het Nieuwe Bouwen het tij gaan keren en kiest de markt voor kwaliteit? Volgens Siertsema is de kentering aan de gang. “We zitten allemaal te wachten op een stukje economisch herstel en uit de laatste cijfers blijkt dat we dit jaar een minimale groei kunnen verwachten. Dat betekent dat op enig moment een consument of een gebouweigenaar besluit dat het tijd is om zijn woning of gebouw aan te passen. We zijn ervan overtuigd dat daar dan duurzame en energiebesparende techniek in gaat komen. Maar ook dat woningaanpassingen gevraagd worden waardoor ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. Mensen willen die aanpassingen in 1 keer en met 1 aanspreekpunt, want dat beperkt de rompslomp. In potentie is dit een enorme markt en een prachtige uitdaging voor de installatiesector. Maar je moet er wel klaar voor staan als die vraag op gang komt. Ons advies aan onze leden: school je bij, laat je medewerkers bijscholen, zorg dat je op de hoogte bent van de nieuwste technieken, zodat je ook in staat bent daar een goed advies over te geven en wees dan voorbereid dat je het dan ook integraal moet aanpakken.”
Klanten uitdagen
“Installateurs realiseren zich steeds meer dat ze hun klanten moeten uitdagen en dat ze met vernieuwende integrale concepten moeten komen”, aldus Siertsema. “En vooral, dat ze niet over de techniek moeten praten, maar over wat hun klant gerealiseerd wil hebben in termen van veiligheid, comfort en functie die je aan het gebouw wilt geven. Waarvoor wil je het gebruiken en wat wil je dat het gebouw voor je doet? Dat is denken in een totaalconcept, zoals de Rijksgebouwendienst dat al een keer heeft toegepast in Groningen bij een gebouw voor de Belastingdienst. Over een periode van 20 jaar kijken wat mensen nodig hebben aan comfort en laag energieverbruik. Wat je dan ziet is dat niet langer de initiële kosten leidend zijn, maar de kosten over de gehele levensduur van de installatie. Dat betekent mogelijk dat voor nieuwe technieken wordt gekozen die misschien duurder zijn in aanschaf, maar bijvoorbeeld minder onderhoud nodig hebben en energiezuiniger zijn. Aan het eind van de rit ben je dan als klant toch goedkoper uit.”
Gewoon goed zakendoen
Siertsema ziet overal in de keten signalen dat partijen begrijpen dat een goede samenwerking inhoudt dat je kiest voor kwaliteit. “Bijvoorbeeld Rijkswaterstaat dat meldt dat men af wil van eindeloze discussies en gewoon goed zaken doen met projectpartners. Ook aannemers zien steeds vaker in dat er voor alle partijen winst te behalen is door vroegtijdig met elkaar om de tafel te gaan zitten. Dan kan een installateur net zo goed het voortouw nemen als de aannemer. Het besef dringt door dat het belangrijk is om elkaars kwaliteiten te erkennen en daar optimaal gebruik van te maken. Dat is namelijk de basis voor het leveren van kwaliteit. En dat kwaliteitsdenken wint heel snel terrein in de bouw- en installatiebranche.”
Building Holland 2015
Siertsema spreekt op woensdag 1 april tijdens Building Holland over 'Energieneutraal zonder kosten'. Nieuwsgierig? Bekijk hier het volledige programma en schrijf u in voor dit evenement. Building Holland vindt van 31 maart tot en met 2 april 2015 plaats in Amsterdam RAI.