'Verleiding is in utiliteitssector key'

Er staan in Nederland bijna een half miljoen utiliteitsgebouwen. Dat illustreert het potentieel voor energiebesparing. Momenteel heeft slechts 5 procent een energielabel of inzicht in het verbruik. Wat kan gebouweigenaren stimuleren om met energiebesparende maatregelen aan de slag te gaan?

Uit de voorstelronde van dit 14 deelnemers tellende rondetafelgesprek blijkt dat ieder successen boekt op het gebied van energiebesparing. Voorbeelden van energetisch indrukwekkende gebouwen komen voorbij, evenals verhalen van productspecialisten die vanuit intrinsieke motivatie hun producten in de markt op energiebesparingsmogelijkheden controleren. Ook privé-successen zoals de aanschaf van een hybride auto passeren de revue.

De eerste stelling die besproken werd tijdens de Round Table luidde ‘Elk gebouw is uniek en heeft andere eigenaren en gebruikers. Met de huidige werkwijze en cultuur is er daarom geen ruimte voor standaardisatie en vaste concepten om energie te besparen.’ Door gebouwen in categorieën in te delen kun je standaardiseren, vinden de deelnemers. Maar dat kan niet met de huidige werkwijze en cultuur, die te technisch is. Er wordt vanuit iedere speler in de bouwkolom gekeken naar een specialistisch product, maar het gaat niet om het aanbieden van een stapel producten, maar om wat de klant wil bereiken.

Modulaire oplossingen

Trilux-directeur Aris Bakker is ervan overtuigd dat er wel degelijk concepten zijn die exact inspelen op de wensen van de klant. “We moeten samenwerken om vanuit ieders specialisme modulair aan te bieden, waarbij alle legostenen samen de oplossingen vormen die de klant wenst.” Directeur Peter van Houwelingen van Kieback&Peter betwijfelt of de meeste huidige aanbestedingsvormen deze synergetische denkwijze kunnen faciliteren. “We bespreken vaak dat het om de goedkoopste oplossing gaat en hierbij worden de milieukosten niet meegenomen”, weet Michelle Prins, verantwoordelijk voor business development bij Honeywell.

De huidige cultuur heeft veel verbeterpotentie, is de consensus. Houd de werkelijke klantvraag in het hoofd, bewerkstellig samenwerking tussen de spelers en bekijk de vraag modulair om synergetische voordelen te behalen. Dat zijn de belangrijkste voorwaarden om de uitdagingen binnen de eerste stelling het hoofd te bieden.

 

Bekijk de SWOT-analyse

De markt verleiden

‘Alleen met handhaving krijg je mensen in beweging’ was de tweede stelling. Veel partijen vinden er een relatief grote rol voor de overheid is weggelegd, maar dat deze handhaving alleen effectief is als er actief toezicht wordt gehouden. “De effectiviteit van het beleid is minstens zo belangrijk, zo heeft de subsidieregeling voor scholen wellicht haar doel voorbij geschoten”, vindt senior adviseur bouwfysica en duurzaamheid Jerôme Eijsackers van Peutz. Paul van Bergen, DGMR-directeur, oppert dat je mensen alleen in beweging krijgt door verleiding. “Kijk naar de consumentenmarkt. Het zijn de apps die mensen positief stimuleren om energie te besparen en dit met elkaar te vergelijken. Dit komt niet door handhaving, maar doordat het leuk is.” Voor energiebesparing in de utiliteitssector is handhaving zeker nodig, meer dan nu het geval is. Verleiding is key en het is aan de markt om hier goed op in te zetten.

Grotere geheel

Als derde stelling werd behandeld: ‘Je moet het niet over energiebesparing hebben, maar over energieneutraal of energieproducerend’. Senior adviseur Dick van der Kooij van Techniplan geeft aan dat energieneutraal volgens de overheid EPC=0 is. Sommigen vinden deze definitie te soepel, want dit laat ruimte open voor toepassing van fossiele brandstof, terwijl de markt met een opmars bezig is naar totale duurzame energie. “Kijk maar eens naar de mogelijkheden voor opslag met accu’s, die smart grids mogelijk maken”, geeft Hugo Jansen, adviseur van Alklima aan. Het gaat om het perceptieniveau, vinden de deelnemers. Op gebouwniveau is het lastig energieneutraal of energie producerend te zijn, maar wel energiebesparend. In dit geval is het goed om naar het grotere geheel te kijken: de ambitie van Nederland als energie producerend land. Hiervan zijn energiebesparing en energieneutraliteit belangrijke componenten, vinden de deelnemers.

De vierde en laatste stelling die gedurende de middag bij Unica in Hoevelaken werd bediscussieerd, was ‘Met energie kan iedereen winnen!’. Er bleek weinig tijd vereist om over deze stelling te praten. Conclusie was dat iedereen wint en de traditionele energiebedrijven hun businessmodel moeten aanpassen om hun positie in de toekomstige markt te behouden.

“We weten nu wat we willen en wat we kunnen. Maar hoe gaan we dit doen?”, vragen de deelnemers zich aan het einde van de Round Table af. Duurzaam Gebouwd-partners en leden moeten worden uitgedaagd om hier antwoord op te geven, luidt het slotbesluit.

Deel dit artikel

permalink