Nog grote stappen te zetten voor energieneutraal Nederland

"We moeten met energiebesparing vooral door op de ingeslagen weg, maar wel in hoger tempo." Die conclusie trekt Bouwend Nederland-voorzitter Maxime Verhagen uit de Nationale Energieverkenning 2015, die afgelopen oktober verscheen.

Het kabinet, gemeenten, installateurs en bouwbedrijven moeten dat samen verbeteren. Het is namelijk nog lang niet voor iedereen financieel haalbaar om z’n huis onderhanden te laten nemen. De miljardeninvesteringen van particulieren blijven dan ook nog uit. We hebben het over een opgave met een enorme omvang.

Alleen al in de koopsector gaat het al over 4 miljoen woningen die aangepakt moeten worden. Als we een voorzichtige schatting maken van € 12.000 aan investering per woning, gaat het over € 48 miljard die door huizenbezitters moet worden geïnvesteerd. Het werkelijke benodigde bedrag ligt waarschijnlijk nog veel hoger. Maar niet elke particulier kan natuurlijk zomaar die € 12.000 vrijmaken, om uit te komen op energielabel A of B. Huishoudens die nog met hun hypotheek onder water staan, de grote en groeiende groep 70+ers en mensen met studerende kinderen zullen daar veelal moeite mee hebben. Ook heeft Nederland zo’n 1,7 miljoen koopwoningen uit de jaren ’70 of ’80. Die hebben meestal een label D of C. Dat betekent fors investeren, wil je nog meer besparen. Dus is de prikkel al minder.

De meeste winst behaal je bij de 1,35 miljoen koopwoningen die nu label G, F of E hebben. Daar kom je met simpele ingrepen al een paar labelsprongen verder. Met alle voornemens, klimaatdoelen en afspraken valt me wel op dat het Rijk overal bij betrokken is, en heel optimistisch is over het effect van heel bescheiden eigen acties. Zoals het eenmalig rondsturen van een brief met het energielabel. Of het instellen van een nog weinig bekend energiebesparingsfonds, plus misschien nog een nationale voorlichtingscampagne met een klein budget. Het gaat omgerekend om maximaal 50 cent per koopwoning die verbeterd moet worden!

En dat tegenover een miljardeninvestering die je als overheid vraagt van je burgers. Ook heeft het kabinet jarenlang lasten verzwaard, hypotheken alsmaar ingeperkt en pas nog het lage btw-tarief geschrapt op nou precies renovatie en onderhoud. Terwijl dat juist helpt om veel woningeigenaren over de streep te trekken.

Wat is er nodig om het tempo van energiebesparing op te hogen? In het verleden hebben verschillende maatregelen effectief gewerkt. Denk aan een speciale investeringsaftrek, of de groot-onderhoud-aftrek, die we ooit hadden. Of iets als de regulerende energiebelasting, die er tussen 1996 en 2004 was. Dan betaal je met een label G-woning meer dan met een label C-woning, zodat je een echte stok achter de deur hebt. Als je dan ook als Rijk het energiebesparingsfonds vergroot en fors onder de aandacht brengt met een gerichte, langlopende campagne – ja kijk, dan laat je echt zien dat het je menens is om je klimaatdoelen te halen. Tegelijkertijd heb je zo voor veel woningbezitters eindelijk een echt interessante businesscase. Dan gaan veel meer mensen aan de slag en spreken ze elkaar er zelfs op aan. Dat is het klimaat dat we samen moetencreëren.Daarom moeten we in de bouw- en installatiesector ook nog verder komen. Een woning verduurzamen is geen business as usual voor bouwers en installateurs. Daar komt meer bij kijken.

De uitvoerende sectoren moeten een slag maken in dienstverlening en kwaliteitsborging.De recent ontwikkelde energieprestatiegarantie is al een concrete stap in die richting. Dat krijgt een vervolg in de vorm van een erkenningsregeling voor duurzame aanbieders. Klanten krijgen daarmee zicht op aanbieders die hen de extra dienstverlening en kwaliteitsborging bieden. Ondernemers kunnen zich dan op kwaliteit onderscheiden. De bouwsector heeft autonoom veel energetische renovatieconcepten ontwikkeld.

Een van de bekende concepten is Nul-op-de-Meter (NOM). Tientallen bouwbedrijven, projectontwikkelaars en een aantal woningbouwcorporaties hebben zich bovendien verenigd in het Platform ZEN (Zeer Energiezuinige Nieuwbouw). Doel van dit platform is: “op grote schaal ervaring opdoen met minimaal bijna energieneutraal tot energieleverend bouwen tegen marktconforme condities. En deze kennis sector-breed delen.”

Zo worden ervaringen opgedaan die de sector verder helpen om te voldoen aan de wettelijke eisen in 2021 en om kwalitatief hoogwaardige betaalbare woningen te leveren, die voldoen aan de behoeften van bewoners. De bouw staat te trappelen, we hebben als sector niet stilgezeten.

Bouwers hebben flink geïnvesteerd in hoogwaardige renovatiemethodes. Al die vondsten mogen niet op de plank blijven liggen, terwijl er een enorme behoefte is. Het kan en moet anders. Bij een verbouwing schrapt een particulier nu vaak nog als eerste de energiebesparende maatregelen uit een offerte. Ook bij schoolgebouwen zien we dat vaak. Daar is niet tegenaan te praten of rekenen. Het gaat om bewustzijn en voorbeeldgedrag, in combinatie met een aantrekkelijke verhouding tussen kosten en baten. Ofwel een goede duurzame businesscase. Nu zien we nog veel te vaak gemiste kansen! Doodzonde toch?

Maxime Verhagen is voorzitter van Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven. Deze vereniging is met ongeveer 4.500 aangesloten bouwbedrijven de grootste ondernemersorganisatie in de bouw. 

Deel dit artikel

permalink