Monumentale scholen voordelig verduurzamen

Dit jaar lanceerde het Restauratiefonds een laagrentende lening voor monumentale scholen die willen verduurzamen: de Duurzame Scholenfonds-lening. Bernard Brons (rechts) en Hans Jacobs zien mogelijkheden voor monumentale scholen die verantwoorde verduurzaming willen verbinden aan het verlagen van energielasten.

Accountmanager Bernard Brons: “Het bijzondere aan de Duurzame Scholenfonds-lening is dat monumentale scholen naast duurzaamheidsmaatregelen aan het pand ook de benodigde nieuwe installaties met deze lening kunnen financieren. We denken daarmee tegemoet te komen aan de vraag van eigenaren én gebruikers. Want ook die laatste categorie kan een aanvraag indienen voor de Duurzame Scholenfonds-lening. Dat kan goed nieuws zijn voor bijvoorbeeld scholen uit het primair onderwijs (PO), die wel onderhoud mogen plegen maar niet mogen investeren in gebouwen, iets wat scholen uit het voortgezet onderwijs (VO) weer wel mogen. Gaat het echter bij een PO-school om energetische maatregelen en zijn die onder de noemer van onderhoud te brengen door bijvoorbeeld een leaseconstructie, dan loont het om te kijken of in het lease-aanbod van de installateur onze laagrentende Duurzame Scholen-lening betrokken kan worden. Ik denk dat wij voordelig kunnen financieren en als het goed is kan de last van een investering mede door de besparing worden betaald.”

Medewerker strategie en ontwikkeling Hans Jacobs: “Het Duurzame Scholenfonds voor scholen in monumenten is ontwikkeld in nauw overleg met het Ministerie van OC&W. Het startbudget is vastgesteld op € 7 miljoen. De gedachte erachter is dat het voor scholen een hele opgave is om te verduurzamen. Dat geldt zeker voor monumenten. Daarbij is er een achterstand geconstateerd en met deze regeling willen we een stimulans zijn. Voor het verkrijgen van een lening uit het fonds is de school onder meer verplicht een gecertificeerd adviseur in te schakelen. Het is belangrijk dat de adviseur spreekt met uitvoerende partijen, maar ook met de gemeente waar de school staat. Nadrukkelijk moet onderzocht worden wat mogelijk is, want dat kan wat anders inhouden dan wat mag. Voorop staat dat monumenten verduurzaamd kunnen worden en dat het zaak is daarbij zorgvuldig te werk te gaan.”

Brons: “Zeker is belangrijk hoe het bevoegd gezag erin staat. Bij de ene gemeente vindt men dat geconserveerd moet worden, bijvoorbeeld als het een vrij jong pand betreft waar weinig aan ‘verrommeld’ is. PV-panelen toevoegen is dan onbespreekbaar. Bij andere gemeentes heeft men monumenten waar een aantal ‘tijdlagen’ in zitten en waar men geen problemen heeft met het aanbrengen van een nieuwe ‘laag’. Dan zouden PV-panelen – mits uit het zicht geplaatst en reversibel- wel mogelijk zijn. Zo zijn er verschillende visies op monumentenbeheer.”

Jacobs: “Het is van belang om in een vroeg stadium contact op te nemen met het Restauratiefonds. Juist als men nog helemaal aan het begin van het traject zit en er vragen zijn over de aanpak. Zo kan het Restauratiefonds voorlichting geven over welke maatregelen binnen de Duurzame Scholenfonds-lening zijn te financieren. Daarom haken wij liefst zo vroeg mogelijk aan om te zien waar we kunnen helpen. Het is telkens weer maatwerk.”

Foto: Hans Jacobs (links) en Bernard Brons: "We zijn ervan overtuigd dat de Duurzame Scholen-lening het verschil maakt bij verduurzamen van monumentale scholen.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Tom de Hoog