Randstad: the place to be

Projectontwikkelaars weten het zeker: de komende jaren moeten ze in de Randstad zijn om het geld te verdienen. De trek naar de stad is ingezet, maar de uitdaging zit in de bereikbaarheid en de leefbaarheid. Hoe krijgen we meer mensen op minder meters? “Wij als projectontwikkelaars hebben een verantwoordelijkheid.” 

Veel optimisme tijdens de 5e editie van de Dag van de Projectontwikkeling op woensdag 13 april in de Brabanthallen in ‘s-Hertogenbosch. De organisatie was in handen van de Vereniging van Nederlandse Projektontwikkeling Maatschappijen (Neprom).

“De crisis hebben we achter ons gelaten. Er ligt voor ons een grote opgave te wachten”, liet voorzitter Bart van Breukelen zijn toehoorders weten. Hij voorziet dat de komende jaren veel gaat veranderen. Hij mist echter het heldere perspectief waar we als Nederland naar toe moeten en wat we willen met de inrichting van het land. “De overkoepelende visie ontbreekt nu de overheid meer verantwoordelijkheden bij de gemeenten heeft neergelegd.”

Randstad als netwerkstad

Van Breukelen constateert een aantal ontwikkelingen, die bepalend is voor hoe ons land en dan met name de Randstad er over pakweg 25 jaar uitziet. “De Randstad wordt één grote netwerkstad. Daarnaast maken we een grote demografische transitie door. De komende 25 jaar komen in de Randstad 1 miljoen huishoudens bij. Denk daarbij aan vluchtelingen, maar ook aan de vergrijzing. Veel ouderen kiezen er voor om na hun pensionering weer in de stad te gaan wonen.”

Ook op gebied van mobiliteit voorziet hij de nodige veranderingen. “We gaan richting mobiliteit op afroep: mensen gebruiken steeds minder hun eigen auto, maar maken wel gebruik van een auto op afroep. Ook de ontwikkeling van de E-bike heeft invloed op het stadsbeeld.” 

We moeten een nieuw concept vinden, waar we met meer mensen beperkte ruimte kunnen delen"

BNA-voorzitter Nathalie de Vries

Een andere ontwikkeling die voorzichtig is ingezet maar de komende jaren versneld doorzet, is de energietransitie. “Na 2020 moet nieuwbouw zelfvoorzienend zijn, wat betreft energievoorziening en misschien zelfs energieleverend. Dat vindt veelal op gebiedsniveau plaats, zoals appartementencomplexen met eigen zonnevelden en smart grid. Architecten moeten bij hun ontwerpen bijvoorbeeld rekeninghouden met ruimte voor pv-panelen. Daarnaast bestaat de uitdaging om de leefbaarheid in de stad in stand houden met een gedifferentieerd winkelaanbod met de nadruk op beleving. Wij zijn geen voorstander van grote winkelcentra aan de randen van de stad. en verwachten daarnaast dat kantoren langs de opritten van de snelweg passé zijn.”

Winkelen, werken, wonen

Ook Rijksbouwmeester Floris Alkemade gaf zijn kijk op de toekomst. “Er is reden tot optimisme. De tweede levenscyclus voor gebouwen is een uitdaging. We hebben naar schatting 50 miljoen m2 leegstand. Dat biedt mogelijkheden om bijvoorbeeld statushouders onder te brengen. De uitdaging zit erin om een tweedeling van de maatschappij te voorkomen.”

Aanvullend waarschuwde BNA-voorzitter Nathalie de Vries: “Architecten en projectontwikkelaars kunnen niet terug naar business as usual. Zij moeten invulling geven aan de verdichting van de steden, maar tegelijkertijd aandacht hebben voor groen. De monofunctionele gebieden met kantoorparken of winkelboulevards liggen achter ons. We moeten een nieuw concept vinden waar we met meer mensen beperkte ruimte kunnen delen en waar werken, winkelen en wonen samengaan. Hou daarbij de snelheid erin, anders verliezen we als land onze aantrekkingskracht, ten opzichte van het buitenland.”

Foto: Van links naar rechts: Jan Fokkema (directeur Neprom), Floris Alkemade (Rijksbouwmeester), Nathalie de Vries (voorzitter BNA) en Bart van Breukelen (voorzitter Neprom). (Fotografie Jean van Lingen)

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Gerrit Tenkink