Roundtable: ‘We hebben ESCo’s te moeilijk gemaakt’

‘De Amerikaanse econoom Jeremy Rifkin voorspelt dat er honderden ESCo’s komen. Waarom krijgen wij het ESCo-verhaal echter niet goed over bühne?’ De vraag stond centraal tijdens de roundtable hierover, bij Unica in Hoevelaken.

Voor moderator Jan-Maarten Elias was het antwoord duidelijk. Hij had alle deelnemers gevraagd om in maximaal 3 zinnen hun eigen definitie van een ESCo te geven. “Iedereen legt het anders uit”, trapte hij de roundtable af.

Zo had Joan Remmerswaal van Van Dorp zijn definitie van het ESCo Netwerk geleend: ‘ESCo staat voor Energy Service Company. Hierbij besteedt een gebouweigenaar de energievoorziening en het management daarvan uit aan een externe partij om energiekosten te besparen en meer kwaliteit te leveren.’ “Voor de financiering hebben we het ei van Columbus nog niet gevonden”, gaf hij toe.

Financiering geen noodzaak

Volgens Elias was een ESCo mogelijk zonder financiering. “Dat is nice to have.” Hierbij sloot Avindre Ramnast van Heijmans zich aan. “Financiering is geen noodzaak. Het is belangrijker om met de opdrachtgever afspraken te maken over de te behalen prestaties.”

Michelle Prins van Honeywell dacht dat opdrachtgevers financiering verwachten door de manier van vermarkten. “Banken zien in energiebesparing geen heil, zolang het bedrag niet boven de € 10 miljoen komt. Wel helpen lokale en provinciale fondsen hierbij.”

Lokale partijen en bronnen

In de visie van Paul Dielissen van adviesbureau DimensieVier is een ESCo een lokale energie-exploitant die energie koopt en verkoopt, die door lokale duurzame energiebronnen is opgewekt. “Het is belangrijk om op maatwerk te sturen en mensen te prikkelen dat ze hun gedrag aanpassen. Maak ze medeverantwoordelijk, vooral financieel, en laat ze meeprofiteren als de opbrengst beter wordt.”

Hij merkte de ontwikkeling om op buurt- of wijkniveau energie op te wekken. “Zo kun je ESCo’s op grotere schaal oprichten en hiervoor een robuustere energievoorziening maken om tot hogere investeringen te komen.”

Ook Elias zag dat het lokale aspect bij ESCo’s een belangrijke rol speelt. “Dit is voor ons als landelijke partij lastig, maar iedere stad of provincie wil dit op zijn eigen manier regelen. Daarnaast heeft ieder fonds zijn eigen eisen, terwijl wij graag tot een standaardisatie willen komen.” Dielissen beaamt dit. “We zien zelfs veel concurrentie tussen Breda en Tilburg. We proberen zaken open te trekken, bijvoorbeeld met een energieregisseur die boven de partijen staat. Dat heb je bij dit soort zaken nodig.” Hierop reageerde Remmerswaal met: “Iedereen wil de slag winnen, maar vergeet de oorlog.”

Vooral comfort

DWA-consultant Joram Bogers beschouwde een ESCo als basis om in te grijpen in de bestaande omgeving.  “Door deze te verduurzamen breng je besparing teweeg. Wij hebben hierbij wisselende successen: bedrijven willen niet alleen energie besparen, maar vooral comfort.”

Dit beaamt Marco Gomis van PNO Consultants. “De Europese Unie heeft de constructie van een ESCo opgericht om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te versnellen.” Remmerswaal vulde hem aan: “Dankzij een ESCo kunnen we dingen doen, waarin mensen niet willen investeren. Vanuit de opbrengst wordt deze investering terugbetaald. Maar we hebben het elkaar erg moeilijk gemaakt.”

De rol van de overheid

Bogers denkt dat de wisselende successen ook komen omdat er gemeenschapsgeld in zit. “Steeds was de vraag: welke kosten mag je wel en niet meewegen in de ESCo?” Ramnath vond het niet goed dat de overheid als marktpartij optreedt. “Met diverse belastingen heeft ze al zo veel te zeggen in de energiemarkt. Als ze hierin dan ook participeert in allerlei ondernemingen, dan is een ESCo gedoemd te mislukken.” Dit beaamt Dielissen: “De overheid is ervoor om de belangen van burgers te behartigen. Ze kan beter ESCo’s stimuleren.”

Prins vertelde dat in Engeland diverse gemeenten als ESCo optreden. “Ze hebben geld hiervoor en een marktpartij voert het uit. Ik zie nog weinig Nederlandse gemeenten die dit zo aanpakken. Overigens merk ik in Engeland en Duitsland dat de Europese Energie-Efficiency Richtlijn beter wordt gehandhaafd, dan in ons land. Dan willen bedrijven ook wel, anders krijgen ze € 50.000 boete.”

Ontzorgingsconcept

Zij vulde de ‘ESCo’-definitie in als een energiedienst om de energiehuishouding te optimaliseren. Elias omschreef het als een partij die op basis van een prestatiecontract een dienst rondom energie levert. Gomis zag een  ESCo als een totaal ontzorgingsconcept, dat door de toepassing van verschillende maatregelen een specifieke energiebesparing voor een gebouweigenaar garandeert. “Hierbij speelt vertrouwen een belangrijke rol, maar dit maakt het lastig. Er bestaan slechts een beperkt aantal voorbeelden van wijken en gebouwen met een ESCo.”

Goede communicatie voor vertrouwen

Aan het eind van de sessie waagden de deelnemers zich aan oplossingen om ESCo’s beter over de bühne te krijgen. “Communicatie is een belangrijk punt”, vond Gomis. “Goede communicatie kan vertrouwen creëren.” Remmerswaal pleitte voor eenvoud. “Maak het niet te moeilijk.” Bogers zag standaardisatie als belangrijke oplossing. “Bij de markt lukt dat niet”, dacht Remmerswaal.  Hierbij kreeg hij bijval van Dielissen: “Ieder project is anders.” Elias liet weten de oplossing in het lokale aspect te zien. “Ken je klanten goed en weet waarmee ze zitten.”

Bogers vertelde heil te zien in het creëren van massa. “Dat kan door ESCo’s aan te leggen in bijvoorbeeld ziekenhuizen.” Dielissen ziet de mix als optimum. “Dat maakt de exploitatie eenvoudiger. De ESCo kan een goede rol spelen bij een snellere ontwikkeling naar all electric.”

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Tim van Dorsten