Round Table: 'Renovatie en transformatie zorgen voor zoektocht naar balans'

Bestaand vastgoed blijft een interessante casus. Renovatie en transformatie brengen piketpaaltjes met zich mee, aandachtspunten waardoor de bewegingsvrijheid binnen het project beperkt is. Dat betekent een zoektocht naar balans tussen financiën, duurzaamheid, welstand en meer.

De introductieronde van de Round Table Renovatie & Transformatie benadrukte ervaring en variatie in specialismes onder de aanwezigen. Moderator Anco Bakker van De Groot & Visser stelde samen met de deelnemers een gemeenschappelijk doel op: samen verder komen dan enkel facilitaire ingrepen, op weg naar een duurzame omgeving. ‘Het renovatieproces is eenvoudiger dan nieuwbouw’ was de eerste stelling die tot discussie aanzette. “Vanuit een installatietechnisch perspectief is traditionele nieuwbouw eenvoudiger dan renovatie, in verband met de bewegingsvrijheid in het ontwerp”, vindt Gerard Hegge van Van Dorp. “Daarentegen prikkelt renovatie ontwerpers om te innoveren, vanwege de beperkingen.”

Daar sloot Gerben Verweij van Viega zich bij aan. “Bouwtechnisch gezien is nieuwbouw eenvoudiger dan renovatie. Het proces van zorgvuldig strippen, demonteren of slopen is algemeen een kostbare zaak.” Een opkomende beweging is volgens hem het inzetten van demontabele materialen en de toepassing van leasecontracten waarin de gebruiker geen eigenaar wordt van de bouwproducten, maar diensten afneemt. “Door een grondstoffenbank aan te leggen weet je direct de gekoppelde waarde van alle materialen. Dan kun je ook een genuanceerdere beslissing maken of het loont om te kiezen voor renovatie, of juist te slopen en nieuw te bouwen.”

Verbeterde toleranties

“Toleranties in de bouwsector zijn vele malen groter dan in andere industrieën”, vindt Wim Mulder van Bostik. “Dat is deels te wijten aan menselijke fouten en bovendien vormen seizoensgebonden weeromstandigheden een invloedrijke factor. Er wordt tegenwoordig steeds vaker met machines, elementen en modulair bouwen gewerkt. Daardoor ontstaat er een tendens naar verbeterde toleranties.”

Bakker: “Als gevelproducent is het proces van renovatie vaak sneller. Veel zaken liggen vast in de historie van het gebouw, de opdrachtgever krijgt daardoor minder ruimte om bepaalde beslissingen uit te stellen. Als gevolg van bekende dimensies wordt het engineeringstraject efficiënter bij transformatie en renovatie.”

De toekomst brengt een verschuiving naar hergebruik en renovatie met zich mee, een direct resultaat van de demontabele en modulaire bouw van dit moment. “Panden die al jaren op de wachtlijst staan om aangepakt te worden, krijgen nu de kans om verduurzaamd te worden”, stelt Mark Hassink van Vrijborg. Hij is ervan overtuigd dat duurzame transformatie uitbleven, tot nu. “Het terugverdienmodel gaat over een lange termijn, waardoor het niet aantrekkelijk is voor commerciële opdrachtgevers. Ze willen rekenen met periodes van 1 à 2 jaar. Gemeentelijke instanties werken met langere termijnen.”

In de toekomst willen we volgens Verweij niet meer in niet-duurzame gebouwen wonen of werken. “Daar kunnen sancties voor worden opgesteld. Vergelijkbaar met de maatregelen tegen oude, vervuilende auto’s in binnensteden. De mindset moet daarvoor wel veranderen. Daar waar momenteel nog financiële middelen leidend zijn, moet duurzaamheid ten behoeve van de toekomst leidend zijn.”

Renovatie: meest duurzaam?

‘Renovatie is de meest duurzame manier van bouwen’ was de tweede stelling. De meetbaarheid van duurzaam bouwen bleek het eerste struikelblok bij het bespreken van dit standpunt. “Puntentelling bij het behalen van certificaten kan tot bouwfraude leiden”, vertelt Verweij. “De exploitatiefase moet worden meegenomen in het puntensysteem. Hier kan men verspilling voorkomen en besparing behalen”, vindt Gerard Hegge van Van Dorp. “Gebouwen worden losgelaten na de oplevering, terwijl in deze fase de meeste winst behaald kan worden. Een systeem dat waarde hecht aan het gebruik van diensten in plaats van producten, bijvoorbeeld in abonnementsvorm, zou duurzamer zijn.”

Bekijk de samenvatting en de lijst met deelnemers via deze link.

Hegge stelt bovendien de duurzaamheid van nieuwe kantoorpanden in twijfel. “Het oude, leegstaande kantoor laat je achter. En waar ga je naartoe? Het welbevinden van werknemers en andere gebruikers is het belangrijkste van een gebouw.” Dit wordt beaamd door René Vrij van Forehand. Als voorbeeld noemt hij The Edge te Amsterdam, waar duurzaamheid en persoonlijk comfort gecombineerd worden. “Door middel van domotica-toepassingen heeft de gebruiker invloed op het gedrag van het gebouw. Het creëren van een bewustzijn door slimme technologieën toe te passen die een relatie aangaan met de gebruiker, maakt het een duurzaam gebouw.” Geen enkele lamp zal onnodig branden, en er zal geen energie verspild worden in een lege ruimte. “Slimme renovatie is het toepassen van technologie die de mens op persoonlijk niveau ondersteunt en bovendien zuinig is op de aarde.”

De keuze om in de ontwerpfase te bezuinigen op installaties kan tot gevolg hebben dat het welzijn van de gebruiker in de operationele fase negatief beïnvloed wordt. Hassink introduceert de term BIM BAM BOOM in de discussie, voorheen behandeld door Fred Kloet tijdens verschillende Duurzaam Gebouwd evenementen. “Dit principe past BIM toe om naast het verlagen van faalkosten winst te behalen in de operationele fase ten behoeve van het welbevinden van de gebruikers.”

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door De Groot & Visser bv