Roundtable: ‘Crosssectorale verbanden zorgen voor nieuwe businessmodellen’

Prestatiegericht inkopen kan het proces naar een circulaire economie met een zo laag mogelijke footprint realiseren. Dit was een van de conclusies bij de RoundTable over circulaire economie, die tapijtfabrikant Interface organiseerde.

Aan dit gesprek deden 7 personen mee, te weten Guido Rockx (Armstrong Building Products), Peter Musters (VBI), Ron Peters (VOBN), Pim Peters (IMD), Peter Maaskant (Icopal), Jim Teunizen (Alba Concepts) en Geanne van Arkel namens de gastheer. Zij waren met elkaar eens dat een gebouw als ecosysteem moeten fungeren. “Als je naar de footprint van een proces kijkt, is dit bij ieder bedrijf verschillend”, laat Pim Peters weten. “Zo is bij beton het bindmiddel het meest CO2-belastend en bij tapijt zijn dit de grondstoffen.”

 

Rockx vindt het van belang om producten te ontwikkelen dat het mogelijk is om ze te blijven recyclen zonder dat de kwaliteit vermindert. “Hierover wordt in het algemeen nu nog te weinig over nagedacht. De meeste producten kunnen wel worden gerecycled, maar verliezen hierbij hun oorspronkelijke kwaliteit. Uiteindelijk worden de meeste gerecyclede spullen dan toch weggegooid.” Daarop laat Van Arkel weten dat er inderdaad meer aandacht moet naar het proces van ‘wieg tot wieg tot wieg’ in plaats van ‘wieg tot wieg tot graf’. “De ambitie om de cirkels te sluiten beschouw ik namelijk als begin van de circulaire economie. Dit moet gebeuren met een zo laag mogelijke footprint. Het is niet alleen een kwestie van samenwerking in de keten, maar juist ook het leggen van crosssectorale verbanden om tot andere businessmodellen te komen.”

In Musters’ visie gaat het erom een gebouw en de producten zo lang mogelijk te gebruiken. “Na demontage kunnen de componenten elders worden gebruikt. Pas daarna hoeft er over het hergebruik op grondstoffenniveau worden gesproken. Dit vereist een flexibel gebouw en een ander bouwkundig en constructief ontwerp.”

Recyclen van beton

Ron Peters vertelt dat het recyclen van beton op zichzelf niet lastig is. “Echter bepaalde stoffen mogen niet in constructiebeton, maar worden wel in andere soorten verwerkt.” Musters valt hem bij. “Het terugnemen van beton kan goed, mits het granulaat aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet”, vindt hij. Desondanks wil Ron Peters af van het idee dat beton niet circulair is. “Veel bedrijven zijn nog niet bereid om beton terug te nemen en te recyclen. Het is lastig, maar alles kan als er maar een wil is.” Hierop sluit Musters aan: “De bereidheid om producten terug te nemen, neemt drempels weg voor circulair bouw en duurzaam gebruik van waardevolle grondstoffen.”

Gerecyclede producten zijn even goed als nieuwe

Van Arkel denkt dat het beter is om in de toekomst niet de arbeid, maar het gebruik te belasten. “Het is een maatschappelijke uitdaging om met gerecyclede grondstoffen te werken. We hebben een andere mindset nodig: gerecyclede producten zijn even goed als nieuwe producten.”

Teunizen denkt dat dit alleen werkt als de verdienmodellen veranderen. “We moeten die modellen zo creëren dat je met circulariteit winst maakt.” Dit beaamt Pim Peters. “Uiteindelijk komt het altijd op geld neer. Voor de circulaire economie kan de schaduwprijs een hulpmiddel zijn. In 2017 wordt aan deze prijs een grenswaarde gesteld, in de vorm van de milieuprestatieberekening.”

Marktwerking vs gedragsverandering

Ron Peters ziet liever een positieve impuls. “Als je die schaduwprijs begrenst, dan verplicht je bedrijven dit. Dit roept weerstand op.” Rockx is hiermee eens. “Laat het aan de markt en de bedrijven over. Laat bedrijven de competitie met elkaar aangaan.”

Het is lastig, maar alles kan als er maar een wil is.'

Ron Peters, VOBN

 Musters staat hier positief tegenover. “Die schaduwprijs is via privaatrechtelijke weg al ingeburgerd, met name via milieuclassificaties als BREEAM en GPR.” In zijn ogen gaat circulaire economie veel meer over een mentaliteits- en gedragsverandering dan over technische innovaties. “Van consumenten, eindgebruikers en fabrikanten. Door circulaire businessmodellen te ontwikkelen, houd je contact met je klant en vergroot je de customer loyalty.”

 Context en functionaliteit

Van Arkel denkt dat prestatiegericht inkopen versneld ervoor dat zorgen dat het proces van een circulaire economie met een zo laag mogelijke footprint gerealiseerd wordt. “Vraag bijvoorbeeld naar transport met een zo laag mogelijke footprint, zodat de oplossingsrichtingen vrij zijn. Hetzelfde kan in gebouwen worden toegepast. Kijk altijd naar de context en de gevraagde functionaliteit. De overheid kan de circulaire economie versnellen door de belasting op arbeid te verschuiven naar grondstoffen en bijvoorbeeld producten met hogere hoeveelheid gerecycled materiaal een lager btw-tarief te geven.”

Volgens Musters geeft een milieuproductverklaring objectief inzicht in de toegepaste grondstoffen in een product en de impact in de verschillende fasen van de levenscyclus. “Zo kunnen sectoren onderling sneller een match maken en samenwerken.” Hierop sluit Rockx aan. “Ook architecten kunnen de juiste keuzes maken om niet alleen een duurzaam gebouw neer te zetten, maar ook een gebouw dat een gezond binnenklimaat heeft en duurzaam presteert in gebruik.” 

Deel dit artikel

permalink