Twan van Hooff benadrukt belang van ventilatie 

Ventilatie is zijn specialisatie sinds zijn promotie in 2012. Inmiddels is Grenzeloos Talent Twan van Hooff in de States geweest. Nu staat hij met één been in België en het andere in Nederland. Als onderzoeker wil hij in getallen vangen hoe luchtstromen zich in gebouwen en andere ruimtes gedragen. 

Wat doe je op dit moment?

“Ik heb een 3-jarige postdocbeurs aan de Katholieke Universiteit Leuven van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen, de Vlaamse tegenhanger van het Nederlandse NWO. Deze is onlangs met nog eens 3 jaar verlengd. Daarnaast heb ik een deeltijdaanstelling aan de faculteit Bouwkunde van de TU Eindhoven als universitair docent. Dus ik verdeel mijn tijd tussen Leuven en Eindhoven. Wat ik zelf een leuk aspect vind van mijn werk op de universiteiten, is dat ik de toekomstige generatie ingenieurs opleid. Die maak ik bewust van de problemen die je kunt krijgen bij ventilatie. En, hoe je met meet- en simulatiedata oplossingen kunt presenteren.”

Zijn er verschillen tussen Leuven en Eindhoven?

“Nee, er zit veel overlap in. In Eindhoven doceer ik, in Leuven wat minder. Daarnaast heb ik onderzoeken lopen op beide universiteiten, met het zwaartepunt in Leuven. Die onderzoeken hebben te maken met ventilatiestromen in gebouwen en andere ruimtes. Wat we daarbij doen, is vooral wat minder voor de hand liggende onderzoeken en wat meer basisonderzoek in samenwerking met onder meer prof.dr.ir. Bert Blocken van de TU Eindhoven en de KU Leuven en prof.dr.ir. GertJan van Heijst van de faculteit Technische Natuurkunde in Eindhoven. Met hen kijken we naar stromingen in een ruimte. Hoe laat een ‘jet’ los van een wand en ook hoe we ventilatiestroming kunnen voorspellen met numerieke modellen. Met die modellen kunnen we praktische vraagstukken in de bouwsector oplossen en klimaatsystemen verbeteren.”

Welk probleem hoop je op te lossen?

“Bijvoorbeeld hoe we efficiënter kunnen ventileren als luchtstromen gemengd worden in een ruimte. Door ventilatiesystemen wordt verse lucht aangezogen die gemengd wordt met de al aanwezige lucht in de ruimte of de aanwezige lucht verdringt en het gaat om de verhouding tussen de aanvoer van verse lucht en de resulterende luchtkwaliteit en thermisch klimaat. We kijken niet zozeer naar hoe luchtbehandelingsinstallaties werken, maar vooral hoe lucht zich verplaatst in een ruimte. Van belang zijn geometrie, turbulentie, luchtdruk- en temperatuurverschillen. Neem bijvoorbeeld de bekende roosters boven ramen waar in de winterperiode de koude lucht door naar binnen komt. In theorie zou die lucht opgewarmd worden langs het plafond en dan de ruimte ingaan om in de ‘leefzone’ verse lucht aan te voeren. De praktijk is vaak anders. Als koude lucht binnenkomt, gaat die meestal gelijk naar de vloer toe. Dan kun je je ook afvragen in hoeverre je nog ‘verse lucht’ in ruimtes krijgt als die – koude – lucht na binnenkomst direct naar de grond daalt. Dat levert bovendien comfortklachten op. De ontwerpen van klimaatsystemen zijn vaak mooi, maar de praktijk is altijd complexer.”

De ontwerpen van klimaatsystemen zijn vaak mooi, maar de praktijk is altijd complexer.

Twan van Hooff

Onderzoek doe je in een team met studenten?

“Ik doe dat onderzoek in allerlei vormen. Onder meer met Bert Blocken en GertJan van Heijst. Verder maken verschillende promovendi deel uit van het team. Zij doen onderzoek variërend van natuurlijke ventilatiestromen naar bijvoorbeeld luchtgordijnen. Ook is een promovendus bezig met een onderzoek in samenwerking met Airbus om te kijken of in vliegtuigen beter geventileerd kan worden met minder energiegebruik. Alles draait dus om binnenklimaat en efficiënt ventileren.”

Is er veel aandacht vanuit de industrie voor dit type onderzoek?

“Zeker. Er is veel aandacht en men komt vaak bij ons met zeer specifieke en complexe problemen. Om dat op te lossen is veel kennis nodig en kunnen ook numeriek modelleren of experimenten een rol spelen. Het blijkt dat wij die specifieke kennis over het algemeen meer hebben dan de bedrijven. Dat is ook logisch vanwege de complexiteit en de tijd die het kost om de benodigde kennis op te doen. Het is ook dat bij de bedrijven het geld ontbreekt om langdurig en diepgaand onderzoek te doen en daarom klopt men aan bij de wetenschappers. Men denkt soms dat universiteiten daarvoor ruime budgetten hebben. Maar de overheidsfinanciering wordt steeds minder, waardoor de bedrijven zelf meer moeten bijdragen. Dat is niet altijd vanzelfsprekend.”

Je hebt ook internationale contacten?

“Ik was in 2015 als Visiting Research Fellow in de Verenigde Staten om me bij de Purdue University in Indiana te oriënteren op toekomstige samenwerking. Deze universiteit onderzoekt ook luchtstromen en werkt onder meer samen met Boeing en lokale vliegvelden. Zij hebben net weer wat andere kennis dan wij hebben en we keken dus wat we van elkaar zouden kunnen leren.”

Dat het binnenklimaat gezond moet zijn lijkt vanzelfsprekend, maar de focus ligt daar niet altijd op.

Twan van Hooff

Wat zijn je toekomstplannen?

“Door het uitvoeren van nieuw fundamenteel en toegepast baanbrekende onderzoek wil ik de wetenschappelijke wereld en de maatschappij vooruit helpen, waarbij stromingsleer toegepast op ventilatie en een gezond binnenklimaat en een energiezuinige gebouwde omgeving de speerpunten zijn. Een deel van de toekomstige onderzoeken zal overigens worden uitgevoerd in de nieuwe atmosferische grenslaagwindtunnel van de faculteit Bouwkunde van de TU Eindhoven. Dat het binnenklimaat gezond moet zijn lijkt vanzelfsprekend, maar de focus ligt daar niet altijd op. Het bouwbesluit geeft ventilatienormen, maar de uitvoering van de ventilatiesystemen en de efficiëntie zijn niet altijd optimaal. Daar valt winst te behalen op het gebied van gezondheid én energiezuinigheid.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Tom de Hoog