Brabant wil toekomstbestendig monumentaal erfgoed 

Religieus, Bevochten, Bestuurlijk en Innovatief. Provincie Brabant wil het monumentaal erfgoed behouden dat bij deze onderwerpen hoort. Om hiervoor te zorgen worden binnen het Europese project DEMI MORE als proef innovatieve energiebesparende technieken in 7 monumentale gebouwen toegepast en getest.

Samen met het Belgische Kempens Landschap leidt de provincie Noord-Brabant dit samenwerkings- en onderzoeksproject van Interreg, dat als doel heeft om onroerend (monumentaal) erfgoed met innovatieve maatregelen energie-efficiënt te maken.

“Duurzaamheid en monumenten gaan niet altijd samen”, vertelt gedeputeerde Henri Swinkels van Leefbaarheid en Cultuur. “Natuurlijk is hergebruik op zichzelf duurzaam, maar energiezuinig zijn monumenten niet. Door de juiste innovaties toe te passen, willen we de energiekosten naar beneden brengen. Zodat dit monumentaal erfgoed ook in de verre toekomst blijft bestaan.”

Van links naar rechts: projectmanager Frank Tuerlings van de provincie Noord-Brabant, gedeputeerde Henri Swinkels van de provincie Noord-Brabant en Peter Linders van Spark Campus.

7 monumentale panden

Naast Kempens Landschap en Provincie Brabant zijn diverse organisaties, kennisinstellingen en bedrijven bij dit project betrokken, waaronder TU Eindhoven, Katholieke Universiteit Leuven, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Spark Campus. Samen met hen passen de kartrekkers in 7 monumentale panden in Vlaanderen en Noord-Brabant energiebesparende technieken toe:

Samenwerken voor innovaties

Om de samenwerking tussen de verschillende partijen aan te moedigen, hebben provincie Noord-Brabant en Spark Campus de Versnellingsstudio Erfgoed & Energie opgericht. “Deze studio is erop gericht om samenwerkingsverbanden te realiseren”, vertelt Peter Linders van Spark Campus. “Het doel is dat ketenpartners zoals ontwerpers, installateurs, toeleveranciers en aannemers verschillende technische oplossingen samenbrengen en het samen uitwerken in businessproposities.” Volgens hem gaat het echter niet alleen om de innovatie, maar ook om de keuze voor de juiste techniek bij het monument in kwestie en om de uitvoering. “Daarom speelt samenwerking zo’n belangrijke rol.” Een van die technische oplossingen was om zonnepanelen op een leien dakbedekking mogelijk te maken.

Menukaart voor verduurzamen monumenten

Eind volgend jaar loopt DEMI MORE af en moeten de 7 monumenten verduurzaamd zijn. In de tussentijd wil Swinkels ook een menukaart hebben ontwikkeld met daarin alle mogelijke verduurzamingstechnieken. Hij vraagt aandacht voor het verbinden van restauratie of renovatie met verduurzaming. “Ik wil belangrijke Brabantse monumenten stimuleren gezamenlijk een renovatie- en onderhoudsplan te maken. Een groep bedrijven kan zich dan continu op restauratie- en renovatiewerkzaamheden van monumenten richten. Daarnaast kan zo’n pakket kosten besparen. Een steiger kost bijvoorbeeld 10% van het totale renovatiebedrag. Als de betrokken bedrijven continu samenwerken aan dezelfde projecten en deze kosten delen, dan is een steiger beter te financieren.”

Ik wil belangrijke Brabantse monumenten stimuleren gezamenlijk een renovatie- en onderhoudsplan te maken.

Henri Swinkels, gedeputeerde Provincie Brabant

Hierbij pleit projectmanager Frank Tuerlings van Provincie Noord-Brabant ook voor vakmanschap. “Juist bij het restaureren en verduurzamen speelt vakmanschap een belangrijke rol. Daarom ondersteunen we ook het Interreg-project ‘REVIVAK’, dat onder meer gericht is op het verbeteren van het aansluiten van aanbod en vraag in de arbeidsmarkt van de grensregio.”

Erfgoed als huisvesting

Om monumentaal erfgoed ook interessant te maken als vastgoedobject met een andere bestemming dan wonen, is het belangrijk daarvoor een duurzaamheidskenmerk te ontwikkelen. Binnen DEMI MORE wordt onderzocht hoe het zogenoemde BREEAM-label daarvoor gebruikt kan worden. Samen met de Dutch Green Building Council wordt onderzocht hoe de internationale BREEAM-richtlijn Refurbishment and Fit-Out geschikt te maken is voor de Nederlandse en Belgische markt. “Zo proberen we leegstand te vermijden, want gebruikers kunnen dan monumentale panden vergelijken met gerenoveerde kantoorpanden”, legt Tuerlings uit. “We zijn nu nog druk bezig om deze normering te laten stroken met de Nederlandse wet- en regelgeving, zoals het Bouwbesluit.” DEMI MORE richt zich enkel op het energieonderdeel van deze BREEAM-NL-richtlijn. “Denk aan het krijgen van punten om moeite te doen de energiekosten naar beneden te krijgen, met zo veel mogelijk behoud van de monumentale waarde. Met de overige onderdelen van het BREEAM-label is de DGBC aan de slag.”

Het project DEMI MORE loopt tot en met eind 2018. Dan dienen de 7 projecten verduurzaamd te zijn. Komende anderhalf jaar worden de werkzaamheden aanbesteed en uitgevoerd.

De uitgebreide versie van dit artikel verschijnt in Duurzaam Gebouwd Magazine #38. Dit magazine is eind oktober verschenen.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Tim van Dorsten