Van Gas Los

De kreet ‘Van Gas Los’ lijkt steeds meer ingeburgerd te raken. Vooral bij nieuwbouwprojecten is het inmiddels een no-brainer geworden. Bij bestaande woningen gaat het een stuk langzamer. Bedrijven die stevig verankerd zijn in gastechnologie proberen op vele manier duidelijk te maken dat het daarom helemaal niet zo slim is om over te schakelen naar duurzame warmte of all-electric concepten. 

We zullen echter wijk voor wijk moeten bekijken welk transitiepad het beste past. Soms betekent het dat er nog heel bewust wordt gekozen voor het handhaven van gasinfrastructuur de komende 15-20 jaar. Dat zijn de plekken waar hybride gasketels ingezet kunnen worden om de CO2-uitstoot met zo’n 20% te verlagen. Op andere plekken sluiten we aan op echte duurzame warmtenetten en op weer andere plekken zal all-electric de boventoon voeren. Wellicht zullen problematische gebieden of gebouwen afhankelijk zijn van duur en schaars groen gas.

Vooral die laatste ontwikkeling wordt door de gaslobby gebruikt als argument om de ‘Van Gas Los’-beweging af te doen als dom en gevaarlijk. Volgens hen beschikken we over een tijdje over plenty groen gas. Vaak moeten vooral de all-electric concepten het dan ontgelden. Daarbij wordt steevast gesteld dat energiezuinige woningen met zonnepanelen in de zomer energie opwekken en dat in de winter gebruik wordt gemaakt van niet-duurzame kolenstroom. Aanvullend wordt vaak gesteld dat groen gas juist die kloof tussen zomer en winter kan overbruggen.

Bekijk de afbeelding op volledige grootte

9 keer de capaciteit

Nederlandse huizen gebruiken ongeveer 300 petajoule energie in gasvorm. Om die hoeveelheid gas groen te kunnen produceren is 9 keer de tot 2025 geplande windcapaciteit op zee nodig. Stel dat al die woningen all-electric worden (dat is natuurlijk niet zo, ik vermoed dat zo’n 60% van de woningen die kant op gaan). Stel vervolgens dat deze woningen zo’n 50% van hun energievraag reduceren met besparingsmaatregelen en dat we de rest van de warmtevraag invullen met een warmtepomp. De warmtevraag van de woningvoorraad wordt dan teruggebracht naar zo’n 40 petajoules in de vorm van elektriciteit. Zestig procent daarvan is slechts de helft van die geplande wind- (lees winter-) capaciteit. Seizoensopslag is natuurlijk helemaal niet nodig want het waait immers het hardst in de winter zoals onderstaand plaatje vanuit de Duitse situatie schetst. Er is wel 24-uurs opslag nodig en slimme sturing van de elektriciteitsnetten zodat de ingevoede duurzame energie zo gebalanceerd mogelijk verdeeld kan worden. Daar werken we hard aan.

De hoeveelheid duurzame energie uit zon is op dit moment nog vele malen kleiner dan de hoeveelheid duurzame energie uit wind. Voor zon moeten we het vooral hebben van kleinschalige decentrale en particuliere installaties. Het is vanuit dat perspectief uitermate belangrijk dat die all-electric woningen overcapaciteit aan het net leveren in de zomer. Daarmee wordt juist veel CO2-uitstoot van vervuilende kolencentrales voorkomen. 

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Jan Willem van de Groep