‘We hebben met hout een prachtig product: daar hoort het goede verhaal bij’

De Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie (NBvT) en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen (VVNH) werken sinds dit jaar samen als federatieve vereniging onder de naam ‘Centrum Hout’. Directeur Paul van den Heuvel vertelt over de ambities van de nieuwe federatie. 

“De doelstelling is om in 2020 het marktaandeel van hout en houtproducten in de bouw met minimaal 5% te laten stijgen ten opzichte  van andere materialen. Duurzaam geproduceerd hout moet daarbij de norm zijn. Je kunt dat als brancheorganisaties afzonderlijk doen, maar veel werkzaamheden komen overeen. Dat kan dus efficiënter. Clusteren van werkzaamheden ligt dan voor de hand. We gaan nu bijvoorbeeld werken vanuit 1 secretariaat. Bovendien heb je als grotere organisatie meer slagkracht.”

Als grotere organisatie heb je meer slagkracht.

Paul van den Heuvel, Centrum Hout

Van den Heuvel vermeldt dat VVNH en NBvT blijven bestaan. “We hebben het hier over een federatie. Dat betekent dat de 2 brancheorganisaties lid zijn. We hebben dus geen individuele bedrijven die lid zijn van de federatie. Bedrijven blijven gewoon lid van hun eigen brancheorganisatie. VVNH en NBvT blijven hun eigen activiteiten, zoals cao-onderhandelingen, pensioenen en kennisoverdracht binnen de afzonderlijke secties, gewoon doorzetten.”

Uitvoeringsprogramma Grondstoffenakkoord

Een van de eerste wapenfeiten van het de nieuwe samenwerking is de bijdrage aan de uitvoeringsprogramma’s van het Grondstoffenakkoord. Op 15 januari werden de zogeheten Transitieagenda’s, oftewel het uitvoeringsprogramma van het Grondstoffenakkoord aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat aangeboden. De VVNH en NBvT hebben bij de totstandkoming een actieve rol gespeeld. “Het stimuleren van het gebruik van duurzaam geproduceerde hernieuwbare grondstoffen is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Hierbij nemen hout en houtproducten natuurlijk een prominente rol in.”

Doel: 100% duurzaam geproduceerd hout

Het marktaandeel ‘Hout’ vergroten is ambitieus. Van den Heuvel is overtuigd dat dit kan. Hout heeft de wind mee. Het profileert zich als duurzaam en enige onuitputtelijke grondstof, mits uiteraard sprake is van duurzaam bosbeheer.

“We zijn op de goede weg. Van al het hout dat de VVNH-leden importeren, is inmiddels 90% afkomstig uit FSC- en PEFC-beheerde bossen. We zijn er nog niet, maar de afgelopen jaren hebben we flinke stappen gezet. Ook de milieuorganisaties zien dat. Ontbossing, zeker in Zuid-Amerika en Azië, heeft vaak te maken met de aanplant van plantages voor palmolie of soja. Of voor het creëren van grasland voor runderen om aan de vraag naar vlees te voldoen. Dat heeft niets te maken met duurzaam bosbeheer en de vraag naar hout voor de bouw. De milieuorganisaties realiseren zich ook dat de boodschap complexer is dan aanvankelijk gecommuniceerd. Met de nieuwe federatie zijn we in staat om die boodschap nog beter uit te dragen om uiteindelijk tot ons doel te komen: 100% duurzaam geproduceerd hout.”

Een groot houtblok

Van den Heuvel sluit niet uit dat in de toekomst ook andere houtgerelateerde organisaties zich bij de federatie aansluiten. “Met de VVNH en de NBvT hebben we de bulk te pakken. Maar we hebben organisaties als CBM (brancheorganisatie voor meubel en interieurbouw), EPV (Emballage- en Palletindustrie Vereniging) en AVIH (Algemene Vereniging Inlands Hout) steeds op de hoogte gehouden van onze plannen. Het kan best zijn dat zij in de toekomst ook deel uitmaken van de federatie om zo een groot houtblok te vormen. Daar valt nu nog niets over te zeggen.”

Er is veel mogelijk met hout, maar het is nog steeds onvoldoende bekend.

Paul van den Heuvel

Volgens hem zit de kracht van de nieuwe federatie ook in de aantallen. “We praten nu vanuit een grote achterban. Richting Brussel, Den Haag en de bouwwereld is dat belangrijk. Met de NBvT en VVNH samen hebben we nu ruim 300 bedrijven met een groot aantal filialen die we vertegenwoordigen. We denken dat er nog veel mogelijkheden zijn om het marktaandeel houtskeletbouw uit te breiden. Kijk naar de hoogbouw in hout met als voorbeeld HAUT in Amsterdam. Er is veel mogelijk met hout, maar het is nog steeds onvoldoende bekend. We moeten nog gerichter bepaalde doelgroepen benaderen.”

Ook de grond-, weg- en waterbouw ziet hij als sector waar kansen liggen. “Daar hebben we de afgelopen decennia veel marktaandeel verloren aan onder andere de metaalsector. Maar ook hier zijn er kansen voor hout. Nogmaals: we hebben een prachtig product, maar daar hoort het goede verhaal bij. Dat krijg je alleen tussen de oren als je het vaak en op de juiste manier vertelt. Met de nieuwe federatie hebben we wat dat betreft meer mogelijkheden.”

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Gerrit Tenkink