'Lokaal verwarmen mag breder onder de aandacht'

Hoe ziet de stad van de toekomst eruit? Als we ons het leven na de energietransitie voorstellen, zien we vooral steden voor ons met energieleverende en -uitwisselende gebouwen, waarbij elektrische auto’s en accu’s in gebouwen gemeengoed zijn. Om de future city te bouwen hebben we aandacht voor stadsverwarming, all-electric en geothermie. Welke rol is er weggelegd voor lokaal verwarmen met elektrische verwarmingssystemen?

Voordat het Nederlandse vastgoed toekomstbestendig is, moet de bouw- en vastgoedsector eerst de warmtevoorziening in woningen en gebouwen aardgasvrij maken. Als we het hebben over deze verduurzaming, richten we ons na isolatie vooral op luchtverwarming. “Dat komt omdat methodieken als infrarood en lokaal verwarmen niet in het denkpatroon van de Nederlander zitten”, geeft directeur Koen Klooster van Karbonik aan. “Dat komt omdat we zijn opgegroeid met luchtverwarming en stralingswarmte, ofschoon volop aanwezig in de vorm van zonnestralen, relatief onbekend is als warmtebron voor gebouwen.”

Bekendheid winnen

Lokaal verwarmen past wat hem betreft goed in de verduurzamingsopgave, maar moet nog wel aan bekendheid winnen. “Het idee dat je een deel van een ruimte verwarmt is voor veel mensen nieuw. Het feit dat dit werkt en dat het veel kan toevoegen voor je comfortbeleving, verrast velen.” De leverancier van op carbon gebaseerde elektrische verwarmingssystemen richt zich onder andere op de renovatiemarkt, waar de sector miljoenen woningen op de schop moet nemen. “De producten die we aanbieden hebben een verwaarloosbaar volume en hebben een concurrerend kostenniveau. Het maakt geen geluid, er zijn geen buizen en radiatoren voor nodig en installatie is eenvoudig. Dat zijn belangrijke voordelen voor het opwaarderen van een bestaande woning.”

De kracht van verduurzaming schuilt dan ook vooral in het toepassen van de juiste oplossing in specifieke situaties. “Bij zowel renovatie als nieuwbouw van woningen moet je goed beoordelen welke beschikbare investeringsmiddelen er zijn en wat er in de omgeving beschikbaar is. Als er stadsverwarming beschikbaar is, dan kun je dat inzetten. Dan moet er natuurlijk wel sprake zijn van duurzame opwekking. Warmtepompen kunnen een hoog rendement hebben voor verwarming maar zijn kostbaar en lang niet overal toepasbaar. Met name bij renovatie ‘passen’ warmtepompen vaak niet.”

Geen energieverspilling

Niet alleen de woningen krijgen een facelift, ook de Nederlandse utiliteit is aan verandering onderhevig. Zo moeten alle kantoorgebouwen in 2023 label C dragen en in 2030 label A. “Voor het energieverbruik is het interessant om te kijken of je alleen kunt verwarmen op plekken in je kantoor waar dat echt nodig is. Als bijvoorbeeld 1/3 van het totale kantoor bezet is, dan is het tamelijk zinloos om het hele pand te verwarmen: dan wil je alleen de plekken die in gebruik zijn voorzien van warmte.”

Veel kantoren maken gebruik van bewegingssensoren en hebben flexplekken. Vaak is een persoonlijk klimaat wenselijk. “Licht, kleuren en temperatuur maken onderdeel uit van de beleving en het welzijn van de eindgebruiker. Met onze oplossingen kunnen we individuele temperatuurregeling realiseren, waardoor iedereen het comfortabel heeft.” Zo realiseerde Karbonik samen met OfficeVitae een elektrisch verwarmd kantooreiland. “Hier legden we onder twee secties tapijttegels gescheiden verwarmingsfolie neer zodat gebruikers zelf de temperatuur kunnen regelen.” Naast de energiebesparing is de link met gezondheid snel gelegd. “Door lucht te verwarmen creëer je circulatie en dwarrelt het stof rond. Door infraroodverwarming toe te passen krijgen je gebouwgebruikers aantoonbaar minder last van pollen en luchtwegproblemen.”

Goede ontwikkelingen

Omdat er nog altijd mensen in het duister tasten over de voordelen van infraroodverwarming, wil Klooster kennisdeling over dit onderwerp aanwakkeren. “Het is een onderbelichte tak van sport en ik zou het goed vinden als overheden en bouwers zich laten informeren over de voordelen van deze aanpak. De duurdere gasprijs kan bijdragen aan een omslag, dus dat is een goede ontwikkeling.” Er staan ons volgens hem nog twee uitdagingen te wachten. “Allereerst de inzet op circulariteit, waar wij vol voor gaan. De sector moet er beter over nadenken hoe we over een bepaalde tijd onze spullen weer uit een gebouw kunnen halen. Daarnaast moeten we onze hoofden buigen over de duurzaamheid van onze elektriciteit. Elektriciteit heeft twee gezichten: als het duurzaam opgewekt wordt, dan is het super. Als het uit de kolencentrale komt, dan is het zeer milieubelastend.” Duurzaamheid is wat hem betreft dan ook een kwestie van goed nadenken. “Buig je over iedere situatie en inventariseer alle mogelijke opties. Bij de energietransitie gaat het niet om één oplossing maar om een combinatie.”

Deel dit artikel

permalink