Hotspot voor circulariteit en duurzaamheid in Zeeland

Zeeuws bureau wil oude industriële omgeving transformeren tot showcase voor duurzame, circulaire bedrijvigheid en biobased bouwen.

Rothuizen Architecten Stedenbouwkundigen wil de oude agrarisch-industriële omgeving bij het Kanaal door Walcheren omvormen tot hotspot voor duurzame, circulaire bedrijvigheid en biobased bouwen. Het bureau is zelf gevestigd in een oude graansilo in Middelburg, die eigenlijk gesloopt zou worden. Rothuizen besloot het gebouw om te bouwen naar een passief gebouwde kantooromgeving.

Een levendige showcase van circulair denken en bouwen; dat is wat architect en mede-eigenaar Taco Tuinhof (rechts op de foto onder) en Josephine Pawsey (links) voor zich zien. “Er liggen hier prachtige kansen voor samenwerking en synergie”, menen zij. Pawsey is bij Rothuizen Architecten Stedenbouwkundigen verantwoordelijk voor marketing en new business development.

Enthousiast

Tuinhof deed vorig jaar van zich spreken bij nieuwbouw voor ggz-instelling Emergis. In plaats van het oude districtskantoor van Rijkswaterstaat simpelweg te slopen, kreeg hij alle betrokken partijen enthousiast voor demontage van het pand. Bruikbare materialen konden dan een nieuwe bestemming krijgen in het ontwerp voor het nieuwe pand van Emergis. Een zeer bijzonder project, waar het bureau veel van heeft geleerd. Inmiddels is de realisatie van dit project in volle gang.

Ook op sociaal vlak willen Rothuizen en Emergis hun betrokkenheid laten zien. Bruikbare onderdelen van het voormalig districtskantoor worden in Werkleerbedrijf de Ambachten van Emergis klaargemaakt voor hergebruik en daarna opgeslagen. Tuinhof: “Medewerkers van de werkleerplekken zijn merkbaar trots dat ze een bijdrage kunnen leveren. Dat vind ik mooi. Die zingeving is een mooie spinoff en voor ons ook weer inspirerend.” Pawsey ziet dat ook zo: “De sociale kant van duurzaamheid heeft een enorme meerwaarde.”

Graansilo

Herbestemming van een bestaand gebouw scoort volgens Tuinhof qua duurzaamheid hoger dan slopen en hergebruiken. De in de jaren vijftig gebouwde graansilo waar Rothuizen sinds 2013 in is gevestigd, stond vroeger aan een zijtak van het Kanaal door Walcheren. Na het doortrekken van de N57 en de aanleg van het nabijgelegen aquaduct is die afgesneden van het kanaal.
De gemeente Middelburg had geen bestemming voor de graansilo, die al sinds begin jaren tachtig leeg stond. Rothuizen maakte van de silo een passief gebouw met hoge isolatiewaarde. Voor de verwarming en koeling wordt grondwater opgepompt, dat wordt gebruikt in een vloerverwarmingssysteem. Tuinhof: “Het is hierbinnen altijd comfortabel.”

De omringende loodsen zouden eigenlijk worden gesloopt. “Maar het betreft hier beeldbepalend agrarisch erfgoed”, zegt Tuinhof. Niet alleen de esthetische waarde, maar ook het duurzaamheidaspect zou hier in acht genomen moeten worden. Deze loodsen een nieuwe invulling geven is altijd duurzamer dan ze demonteren en de bruikbare delen herbestemmen.

Broedplaats

Ook de Kunstuitleen en de afdeling Bouwkunde van de HZ University of Applied Sciences namen hun intrek in de silo. De laatste is inmiddels weer verhuisd naar een ander onderkomen, elders in Middelburg. Wel streeft Rothuizen nog altijd naar het verder verduurzamen van het kantoor en de omliggende loodsen. Zo hopen ze in de toekomst met een smart grid energie uit te wisselen tussen de verschillende bedrijven en organisaties op het Siloterrein.

De silo vlak bij het Kanaal door Walcheren is een Zeeuwse showcase voor circulariteit en het combineren van maatschappelijke en commerciële functies.

Tuinhof ziet allerlei mogelijkheden om de bestaande gebouwen aangevuld met nieuwbouw tot een ensemble te maken. Door de bestaande infrastructuur minimaal aan te passen, denkt hij dat beleving en het gebruik van het terrein verder kan worden verbeterd. “De vraag is: wat willen we met dit terrein en deze gebouwen doen?”, zegt hij. “Daarom heb ik Josephine gevraagd om mee te denken.”

Amsterdam

Pawsey is van huis uit cultureel antropoloog en verdiept zich ook in de sociale aspecten van een duurzame toekomst. Als voorbeeld noemt ze het succes van de Ceuvel in Amsterdam, een duurzame broedplaats voor creatieve en sociale ondernemingen op een voormalig scheepswerfterrein. “Laagdrempelig, kennis, cultuur, uitwisseling, maar ook met een biertje aan het water kunnen zitten. Er is voor iedereen wel een reden om ernaartoe te gaan.”

Tuinhof en Pawsey zijn ervan overtuigd dat zoiets ook in Zeeland succesvol zou kunnen zijn. Een voorbeeld nemen aan de Randstad houdt het blikveld open, al is Middelburg geen Amsterdam. “Een duurzame broedplaats voor creatieve en sociale ondernemingen, met een Zeeuws tintje”, luidt hun conclusie. De vraag is volgens Tuinhof vooral hoe je het vliegwiel nu in beweging kunt krijgen.

Veilinghuis

Een nieuwe gebruiker van het terrein wordt het Zeeuws Veilinghuis. Dat zal medio 2019 de naastliggende loods betrekken. Een veilinghuis past goed in de duurzame kaders die Pawsey en Tuinhof voor ogen hebben voor het terrein. Daar ligt de nadruk op circulariteit en duurzaamheid. Pawsey is daarom ook van mening dat de plaatselijke voedselbank hier op het terrein moet blijven. Een instelling die voedselverspilling tegengaat en een sterk sociaal aspect kent, past immers prima in het circulaire gedachtegoed.

Deze instelling is hier al gevestigd, maar het pand is sterk verouderd en ongeschikt voor herbestemming. Door de Voedselbank te verhuizen naar één van de andere geschikte panden op het terrein, kan de instelling betere voorzieningen bieden voor zijn bezoekers, in combinatie met kooklessen, taallessen en een moestuinfunctie. Zo ontstaat ook weer ruimte voor nieuwe sociale interactie. “Een duurzame toekomst bereik je alleen met creatieve samenwerkingsvormen”, meent Pawsey.

Opleidingen

Tuinhof ziet een toekomst voor de duurzame hotspot als proeftuin voor duurzame innovatie en onderzoek naar duurzame en circulaire ontwerpen en technieken. Zo denkt hij aan een biobased woning aan de voorzijde van het terrein, waar studenten tests en metingen kunnen uitvoeren met verschillende nieuwe materialen, zoals vlaswol, stro, mycelium (vervaardigd uit paddenstoelensporen). Op de bovenverdieping zouden twee studenten kunnen wonen.

Het gebouwtje zou verder geschikt kunnen worden gemaakt voor bijvoorbeeld het houden van lezingen. Tenslotte zou Tuinhof zo’n gebouw graag demontabel maken, om componenten uit te kunnen wisselen, zodat het ook weer elders kan worden opgebouwd.

Zo’n proef zou in samenwerking kunnen gebeuren met het lectoraat Biobased Bouwen van de HZ en de Avans Hogeschool. De Zeeuwse mbo-opleidingen van het Scalda zouden er daarnaast kunnen werken aan groenprojecten. Er is nog veel onderzoek nodig naar de isolerende functies van groenbedekking, hemelwaterbuffering, brandveiligheid, voeding en educatie. Die opzet zou ook verbindingen mogelijk maken tussen ondernemers en onderwijs, denken Tuinhof en Pawsey. “Een showcase voor circulariteit en het combineren van maatschappelijke en commerciële functies.”

Met de kano

Niet alle wensen van Tuinhof en Pawsey zijn haalbaar gebleken. Vroeger lagen de silo en loodsen aan een haventje. Het zou mooi zijn geweest als de toekomstige duurzame hotspot ook vanaf het Kanaal door Walcheren bereikbaar zou worden, stelt Tuinhof. “Met de kano naar het kantoor, het kan toch niet mooier dan dat?” Inmiddels is duidelijk dat zoiets technisch niet meer goed haalbaar is vanwege de aanwezigheid van verankeringen van de tunnelbak van de N57 in de ondergrond.

Bij het verschijnen van een eerder online artikel van Duurzaamgebouwd.nl lagen alle grote beslissingen bij de gemeente Middelburg even stil, vanwege de naderende verkiezingen. De gemeente wil het gebied tussen het stadskantoor en het siloterrein ontwikkelen. Hoe dat er gaat uitzien, ligt nog niet vast. Wel benadrukt Tuinhof dat de gemeente Middelburg het thema omarmt en partner wil zijn bij de verduurzaming van het terrein.

Festival rond duurzaamheid en circulair denken

Tot slot: Tuinhof en Pawsey denken na over een driedaags festival dat in de zomer op het terrein moet plaatsvinden, ongeveer gelijktijdig met de nationale Dag van de Architectuur. Een laagdrempelig evenement, waar cultuur, bedrijvigheid, onderwijs, duurzame ontwikkeling, muziek en theater samenkomen. Allemaal in het kader van circulariteit.

Tekst: Peter Urbanus

Deel dit artikel

permalink