'Op zoek naar onze rol in de circulaire economie'

‘Circulaire economie’ zwerft als term al jaren rond in de wereld van bouw en installatie. Met het oog op het duurzaamheidsvraagstuk en de enorme energietransitie is het ook heel logisch: door circulair te bouwen verschuift de focus van het gebruik van materialen naar de consumptie ervan. Daarmee worden ze aan het einde van hun levensduur dus niet vernietigd, maar teruggewonnen voor hergebruik. Voor een nieuw leven. Wie zou daar niet enthousiast van worden? Toch is er nog een flink aantal stappen te zetten om in de hele keten circulair te denken en te werken.

Om – als branche en als individuele organisatie – een positieve bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling en uitbreiding van de circulaire economie, zouden we allereerst moeten beginnen met het eind voor ogen. Welke keuzes beïnvloeden ons in de ontwerpfase als we al nadenken over toekomstige renovatie of sloop? En welke duurzame grondstoffen, materialen en producten hebben dan nu de voorkeur? Maar alleen die bewuste keuzes zijn niet genoeg. Neem bijvoorbeeld een installatie die vervangen moet worden in een kritischebedrijfsomgeving. Die kan na revisie in theorie nog járen draaien op een minder veeleisende locatie. Maar als alle duurzame componenten en aansluitingen op maat zijn gemaakt, vind je niet zo snel een partij die er iets mee kan. Het gevolg: een goedwerkende installatie belandt grotendeels bij het afval. De complexiteit zit ‘m dus vooral in de vertaling van de huidige techniek naar het circulaire gedachtegoed.

Hoewel Kuijpers zelf scherp kijkt naar inkoopmogelijkheden bij duurzame leveranciers en ervoor zorgt dat onze klimaatneutrale installaties een zo laag mogelijke energielast hebben, blijven we ook altijd afhankelijk van componenten van derden. Dat moet beter kunnen! Maar wat is dan de rol van Kuijpers daarin? Die vraag vormde begin 2018 de aanleiding om onszelf uit te dagen en mee te doen aan de Rabobank Circular Economy Challenge. Met een aantal collega’s boog ik me over het idee om de brij aan techniek te simplificeren én – minstens zo belangrijk – modulair uitneembaar te maken. Daarmee creëren we namelijk een standaardoplossing die je duurzaam kunt vervangen of hergebruiken. Geen losse componenten, maar een gebruiksklaar eindproduct. Een échte oplossing van hoge kwaliteit die we in ieder ziekenhuis, kantoorgebouw of groot overheidsgebouw kunnen installeren. 

Overigens gaat het niet zozeer om die technische standaardinstallatie die we willen ontwerpen, bouwen en onderhouden, maar veel meer om een voortdurend gevoel van comfort dat we daarmee realiseren. Een eindgebruiker mag simpelweg van ons verwachten dat we een prettig en bovenal gezond leefklimaat garanderen. Niet alleen vandaag, maar ook morgen en alle dagen daarna. Het is aan ons om dan op het juiste moment de juiste aanpassingen te doen. Daarom past standaardisering, het optimaliseren van producten en het afnemen van warmte en koude als dienst mijns inziens helemaal bij deze tijd. Samen brengen we ‘standaard’ naar een hoger level.

Maar nu de hamvraag: wie wil zo’n echte oplossing geïnstalleerd hebben? Ik voel me bijna een marktkoopman, maar de oproep is serieus. Circulair ondernemen vraagt om anders denken, over de grenzen van het eigen bedrijf heen kijken en samenwerken. Zo ontstaan nieuwe ideeën en betere businessmodellen. Wie ons uitdaagt, kiest niet langer voor onze techniek, maar voor de garantie dat er altijd een goede en kwalitatieve warmte- en koudevoorziening is. Voor een installatie die we na vijftien jaar terugnemen of waarbij componenten kunnen worden ingewisseld voor statiegeld of vervangen voor een hoogwaardig refurbished model. Hoe meer klanten bewust kiezen voor een standaardoplossing, hoe meer leveranciers standaardcomponenten zullen ontwikkelen, hoe dichter we samen komen bij het circulaire gedachtegoed. In die service willen we excelleren. Dat is wat ik vandaag in de aanbieding heb. Dus … wie biedt?

Auteur: Sjoerd Zeijlemaker

Deel dit artikel

permalink