De weerbarstige praktijk van duurzaam slopen

Slopen is niet direct een sexy onderwerp en ook niet altijd even duurzaam. Hoe besteed je circulair slopen aan en welke winsten vallen er nog te behalen?

In tegenstelling tot de eerste gedachte is de bouwwereld al als een van de eersten ter wereld, vele eeuwen terug, begonnen met grootschalig hergebruik. Nu recyclen de laatste jaren pas echt op stoom is gekomen, blijkt de praktijk echter weerbarstig. Aan de ene kant is er tegenwoordig nog maar 6 à 7 procent van al het afval dat niet kan worden gerecycled. Anderzijds staan we nog maar aan het begin van werkelijk duurzaam en circulair slopen, zo betogen betrokkenen.

Slopen in Cuijk

AVG Infra is een wegenbouwer die ook slopen in het pakket van werkzaamheden heeft. Het bedrijf uit Heijen won eerder een duurzame aanbesteding in de nabijgelegen gemeente Cuijk en Patrick van Dinther (bedrijfsleider AVG Infra, foto rechts) weet waarom: “Wij moesten onder meer aangeven hoeveel ton aan vrijkomende materialen hergebruikt kon worden. En dat in de eigen keten, dus circulair, zodat het gebroken betongranulaat weer kon worden hergebruikt als grindvervanger in nat beton of als secundaire grondstof, waarbij het puingranulaat bijvoorbeeld werd gebruikt als funderingsmateriaal onder wegen. Hoe meer materiaal er werd teruggebracht in dezelfde keten, hoe hoger de fictieve waarde.” Uiteindelijk bracht AVG van de 10.000 ton ongeveer 200 ton afval naar de stort.

Dat AVG de klus mocht klaren, schuilt vooral in hun omgang met betonpuin. Van Dinther: “Betonafval wordt bij ons intern gebroken, gewassen en als zand- en grindvervanger toegevoegd aan nieuw beton, dat ook geschikt is voor constructief beton. In nieuw beton mag 30 procent gerecycled materiaal zitten om binnen de eisen te blijven, maar wij kunnen mengsels maken met wel 80 procent gebruikt materiaal. Dat is niet KOMO-gecertificeerd, maar wel innovatief. Wil een opdrachtgever een heel innovatief fietspad met volledig gerecycled beton erin, dan kan dat. Daar is helemaal niets mis mee.”

Machines

Het zijn ontwikkelingen die als muziek in de oren klinken van Roel Hartenhof, adviseur Kosten en Contracten gemeente Nijmegen. Hij was in 2018 deels gedetacheerd bij de gemeente Cuijk en werkte samen met AVG en Van Dinther. Hartenhof wil de markt nadrukkelijk prikkelen en circulariteit zo ver mogelijk doorvoeren. “Naar gelang de wijze van hergebruik streef ik altijd naar de hoogste graad. Zodat bijvoorbeeld beton op hetzelfde niveau in de keten kan terugkeren. Het meest circulair is slopen, als vrijkomend materiaal kan worden gedemonteerd tot componenten en/of elementen. Een iets minder hoge graad is het gebruik van dat materiaal als grondstof in dezelfde keten en daarna komt het verwerken met een machine tot een secundaire grondstof in respectievelijk cement, vulstof, zand en grind.

Helaas is er in Nederland nog geen handvol machines aanwezig die dat kunnen en is het daarom hier in de regio moeilijk om circulair te slopen. Hergebruik van beton als fundering van wegen vind ik echter een stap terug. Uiteindelijk komt er dan ook weer cement en dus CO2-uitstoot aan te pas.”

Maatschappelijk kapitaal

Ook Tjeerd Hendriks (foto rechts) probeert, als adviseur van overheden, zo veel mogelijk duurzaamheid in aanbestedingen te pompen. Volgens de expert van Sloopadviseurs.nl vereist het verantwoord besteden van maatschappelijk kapitaal goede afwegingen. “En dan ga je met het vrijkomende materiaal niet naar de andere kant van het land rijden, omdat het daar een beetje duurzamer wordt verwerkt. Ik kijk altijd per project met de ‘Ladder van Lansink’ naar wat er specifiek haalbaar is, zodat je het steeds beter doet naarmate het materiaal milieuvriendelijker wordt verwerkt.”

“Ik denk echter dat we nog aan het begin staan van een echte doorbraak van circulair slopen. Technisch is er veel mogelijk, maar de olie is nog steeds te goedkoop en daardoor ook de nieuwe bouwstoffen. Die zijn aantrekkelijker dan de stoffen uit de sloop en dat remt de ontwikkelingen.”

Theelepeltje

Toch is er al veel veranderd, schetst Van Dinther: “Om op de bouwplaats zoveel mogelijk materiaal te scheiden stonden er vroeger drie containertjes voor puin, hout en restafval en nu tien. Dan heb je het ook over glas, dakbedekking, isolatiemateriaal, lichtmateriaal, bedrading, diverse metalen, enzovoorts. Dat kost allemaal meer tijd en geld, maar de stortkosten van het afval dat overblijft, worden ook lager. Bovendien gebeurt er meer machinaal. Vijftien jaar geleden konden grijpers alleen maar overweg met grote balken en nu pakken ze bij wijze van spreken een theelepeltje uit een kopje en leggen die in een aparte container.”

“We hebben het momenteel goed georganiseerd wat betreft het puin en het goed scheiden van metselwerk en beton. Ook fantastisch is het recyclen van glas, dankzij de gratis containers van Vlakglas, en hetzelfde geldt voor lichtarmaturen en TL-buizen, die Wecycle ophaalt. Toch is er ook tegenwerking en met name van het betonkartel. Die bedrijven bezitten zelf zand- en grindgroeves en zien hergebruik van afval in hun beton niet direct zitten. Ook hergebruik van hout als FCS-hout valt niet altijd in goede aarde.”

Proefopstelling

Hartenhof (foto rechts) herkent het beeld dat de betonindustrie niet altijd innovatief wil samenwerken. Hij probeert daarom de markt uit te dagen en heeft momenteel zijn hoop gevestigd op twee proefopstellingen met machines die het beton helemaal scheiden voor hergebruik in nieuw beton. Dat is echter nog veel te weinig, zeker gezien het feit dat de overheid steeds meer circulair gaat aanbesteden.

“Duurzaamheid in de sloop gaat bovendien over veel meer zaken dan alleen circulariteit”, vervolgt Hendriks. “Naast hergebruik, moet je ook denken aan het transport van en naar de bouwplaats en aan de logistiek op de bouwplaats zelf. Het aantal uren dat sloopkranen worden ingezet, gaat gepaard met CO2-uitstoot, overlast voor de buurt, maar ook met beter scheiden bij de bron. Denk verder ook aan aspecten als: is er aandacht voor mensen met een afstand tot arbeidsmarkt, investeren bedrijven voldoende in leerlingen en gaan ze op een verantwoorde manier om met personeel? Of trekken ze Oost-Europese arbeiders aan die via dubieuze winkeltjes het goedkope handwerk doen? Dat is wat mij betreft ook een issue, als het over duurzaamheid gaat.”

Prijsvorming

“Voor de prijsvorming is daarom ook de transparantie erg belangrijk. De prijs van een meter schilderwerk is wel redelijk bekend, maar voor slopen geldt dat veel minder. Dat is een mistige wereld. Ik heb er een sport van gemaakt om zoveel mogelijk data te verzamelen over alles wat er prijstechnisch in deze markt gebeurt. Dan kun je de juiste vragen stellen en dat is waar het vaak misgaat”, aldus Hendriks.

Naast de genoemde duurzaamheidsaspecten is ook de onderlinge samenwerking volgens hem een belangrijk vraagstuk. Met de focus op het opbouwen van een goede, het liefst langdurige relatie met een opdrachtnemer. Uiteindelijk is de prijsvorming essentieel en daarover stelt Hendriks: “De opdrachtgevers waarvoor ik werk, willen niet per se het onderste uit de kan halen. Zij gaan vooral voor een realistische prijs en zien niet graag dat bij hen op het terrein een aannemer failliet gaat. Dan zou het geld niet goed zijn uitgegeven. Je wilt op zoek naar de juiste balans.”

Tempex

Ondertussen zijn ze bij AVG al wat stappen verder dan de gemiddelde concurrent. Van Dinther: “Wij proberen de omgang met betonproducten zo groen mogelijk te doen en hebben sinds kort een wagenpark, ook met betonmixers, dat voor een groot gedeelte op elektriciteit loopt. Verder gaat het hout dat overblijft naar diverse ovens van anderen, zoals een biomassacentrale en een sodafabriek.”

Tot slot is er nog wel een punt dat Van Dinther aan bouwaannemers wil meegeven, als het over circulariteit gaat. “Ik zie dat er nog steeds tempex bekistingsmateriaal wordt gebruikt in plaats van bijvoorbeeld stalen of houten bekistingen. Dat is niet milieubewust en komt ooit weer uit die grond.” Van hergebruik of circulariteit is er dan echter geen sprake meer.

Tekst: Ysbrand Visser

Deel dit artikel

permalink