Innovatie in de bouw heeft nog snelheid nodig

De Bouwagenda gaf tijdens het Verbindingsfestival een resumé van drie jaar innoveren in de bouw. Op haar eigen digitale podium stonden onder anderen staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directeur Etty Schippers van De Bouwagenda en ook Chief Failure Officer Paul Iske van Het instituut voor briljante mislukkingen op de planken.

Met gepaste trots overhandigde Bernard Wientjes online het voortgangsdocument aan staatssecretaris Raymond Knops. “We hebben in de bouw nationale regie nodig”, vond Wientjes. “We zijn onder andere bezig met het ontwikkelen van een wijkaanpak voor scherpere particuliere aanpak en versnellen in digitalisering.” Hij gaf daarbij aan dat de bouw- en vastgoedsector nog een lange weg te gaan heeft. “In de bouw is nog veel angst voor nieuwe manieren van werken. In vernieuwing moet je investeren. Daarnaast moet de snelheid omhoog. De trein staat op de rails, maar er moet vaart in komen.”

Van doen naar doorzetten

Dat gedachtegoed stond ongetwijfeld ook in het verslag ‘Van doen naar doorzetten’, dat Knops met genoegen in ontvangst nam. “Er moet inderdaad wat gaan gebeuren in de bouw- en vastgoedsector. Jullie [de Bouwagenda, red.] hebben daar een belangrijke bijdrage aan te leveren. Dat doen we in een tijd met allerlei opgaves voor duurzaamheid: het akkoord van Parijs, het terugdringen van de CO2-uitstoot, het beperken van de energievraag en het invullen van de grote vraag naar verduurzaamde woningen. Daarnaast moeten we antwoorden geven op PFAS, stikstof, maar ook corona, waar we nu middenin zitten.”

Inmiddels is het vierde en laatste jaar van De Bouwagenda aangebroken. Wat wil Knops nog zien? “Innoveren is mooi, maar je moet het ook gaan toepassen.” Daarmee laat hij weten waar het zwaartepunt moet liggen: laat zien waar geïnnoveerd en verduurzaamd is en breng dat op de juiste manier onder de aandacht. Het einddoel? “Er staan honderdduizenden mensen te wachten op een betere woning en dat vraagt van de overheid een flinke inzet.”

Links: dagvoorzitter Ysbrand Visser (Duurzaam Gebouwd), Rechts: Paul Iske (Institute of Brilliant Failures)

Waardevolle nieuwe inzichten

Dat een innovatie ook mag mislukken, bewees Paul Iske van Institute of Brilliant Failures. “Wie staat er nu ’s ochtends op met het idee ‘Vandaag ga ik het verpesten’? Ben niet bang en toon lef. Een briljante mislukking is iets dat je probeert, met waardecreatie voor ogen, maar het loopt anders dan gedacht. Leer ervan!” Juist het maken van fouten en het onder ogen zien van de mislukking leidt tot waardevolle nieuwe inzichten. Als partijen elkaar de ruimte geven om een keer een misstap te begaan, komen ze er sterker uit. Maar dan moet daar wel de ruimte voor zijn in samenwerkingsverbanden, volgens hem: “Neem in je aanbestedingscontracten op dat je aan een project werkt dat anders kan lopen dan gedacht. Als je afspraken maakt voor trajecten van vijf, tien, misschien zelfs twintig jaar, gaan er in die periode zaken veranderen.” Hij doet daarbij een oproep: “Waarom nemen we geen prijs op voor briljante mislukkingen?”

Cross-sectoraal en integraler werken

Ook Rob van Wingerden, lid van het algemeen bestuur van Bouwend Nederland, legde een uitdaging neer. “Bouwers, pak de handschoen op en doe mee aan de Renovatieversneller.” Deze regeling staat bekend als aanjager van samenwerking tussen woningcorporaties onderling, bouwers, installateurs en aanbieders van concepten en ontwikkelingen. De eens gefragmenteerde bouwsector gaat hiermee hopelijk integraler én cross-sectoraal werken. “Mobiliteit, energietransitie en infrastructuur zijn met elkaar verbonden. We moeten af van het opdelen in disciplines.”

Deel dit artikel

permalink