Woningen verduurzamen in 2020: ‘Neem zelf de regie als corporatie’

‘Nog zeven miljoen woningen te gaan en we moeten inlopen op onze achterstand’, koppen de media over de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. De urgentie is duidelijk, maar zijn de oplossingsrichtingen voldoende bekend? We sparren in dit artikel met expert Frank Doff van Itho Daalderop, die laat zien welke verduurzamingsopties er zijn voor woningcorporaties.

Tekst: Marvin van Kempen
Beeld: Itho Daalderop
Foto boven: Jaren 60-woningen in de wijk Vastenavondkamp in Venlo krijgen een labelsprong van E naar A+.

Eerst snijdt Doff een punt aan dat hem zorgen baart: de vertraging die zichtbaar is door de uitwerkingen van de warmtetransitievisies. “Partijen wachten op elkaar in gemeenten waar nog niet duidelijk is hoe iedere wijk van het gas af gaat. Dat terwijl we nu juist een achterstand moeten inlopen en bewoners al niet staan te springen om hun woning te laten aanpassen. We zitten op een fractie van de duizend beoogde woningen die we per dag van het aardgas moeten afhalen, dus waarom wachten? Laat niet de gemeente bepalen, maar neem zelf de regie als corporatie.”

Vandaag beginnen

De ruim 300 volkshuisvesters hebben inmiddels genoeg ervaring opgedaan met het verduurzamen van woningen. Zo is de werking van oplossingen als de water/water- en lucht/water-warmtepomp bekend. “Zo ook de laagdrempelige verduurzamingsmogelijkheden die samenhangen met een hybride opstelling, waarbij de cvketel nog altijd dienstdoet. Daarnaast is er tegenwoordig bij een grotere groep corporaties kennis aanwezig over het belang van isolatie. Dat gegroeide bewustzijn is onder andere te danken aan een reeks duurzame projecten die zijn uitgevoerd, waarin ervaring is opgedaan met het naisoleren van woningen. Die kennisvergroting is een mooie stap vooruit en kan verdere verduurzaming stimuleren.”

Naast dit bewustzijn is inmiddels ook het einddoel bekend voor verduurzaming: CO2-neutraal in 2050. “Dat betekent dat je als corporatie plannen kunt maken voor de lange termijn, dus begin daar vandaag nog mee.” De routes om uiteindelijk tot een CO2-neutrale en aardgasvrije gebouwde omgeving te komen, zijn divers. “Het is nu prima mogelijk om voor all-electric te kiezen, waarbij er geen fossiele brandstoffen meer worden ingezet. Verder kun je kiezen voor no-regret hybride oplossingen, waarmee je op een later moment helemaal van het aardgas af gaat en tot die tijd fors op CO2 bespaart."

No-regret? Niet alleen maar isoleren!

Een mogelijke valkuil bij verduurzaming is een te grote focus op isolatie. “Je kunt dikke isolatie als no-regret maatregel bestempelen, maar er schuilt ook een gevaar in het enkel aanpakken van de gebouwschil. Als je nu een grote ingreep aan de woning doet, maar de installaties achterwege laat vanwege bijvoorbeeld onduidelijkheid rondom de warmtetransitievisies, verspeel je het renovatiemoment. Hiermee laat je de kans liggen om de komende vijftien jaar al enorm op de CO2-uitstoot te besparen. Daarnaast moet je dan over tien tot vijftien jaar alsnog een installatie-aanpassing in de woning doen. Wacht dus niet en benut het moment volledig, want dan hoef je je bewoners niet meerdere keren lastig te vallen.”

Foto rechts: Door gevels te isoleren en zonnepanelen te plaatsen, in combinatie met een hybride warmtepomp, worden de woningen weer toekomstbestendig gemaakt.

Verder ziet Doff een remmende factor in waterstof en groen gas, omdat woningcorporaties daar veel van verwachten, terwijl partijen als Gasunie zelf maar een beperkte rol hiervan in de gebouwde omgeving zien. “We hoeven daar echt niet op te wachten en we kunnen nu al naar een vastgoedvoorraad die helemaal klaar is voor 2050.”

Laaghangend fruit

Het woningbezit dat nog onder handen genomen moet worden is fors: met 2,4 miljoen corporatiewoningen die een verduurzamingsslag nodig hebben, dringt de tijd. “Natuurlijk wil je als corporatie weten waar het laaghangend fruit is. Een goede start zijn woningen met een slecht energielabel. Die voorraad leent zich uitstekend voor het aardgasvrij maken en het opwaarderen van bijvoorbeeld de gevel, een compleet nieuw aangezicht waar bewoners enthousiast van worden. Ook in de bestaande schil kunnen we verder verduurzamen en daar een warmtepomp in toepassen. Je hebt dus niet standaard een compleet nieuwe gevel nodig om van het aardgas af te gaan.”

Label B-verplichting als paradox

Een tweede groep die we onderscheiden is de jaren 70-woning, die naar label B is gerenoveerd. In 2021 moet de gemiddelde corporatievoorraad deze noemer hebben. Een bekende uitdaging bij corporaties is dan ook de spagaat tussen de ambities rondom dit label, vaak korte termijn, tegenover de lange termijn aardgasvrij en CO2-neutraal. “Paradoxaal genoeg zorgen de label B-ambities voor een lastigere verduurzamingsopgave. De woningen die al onder handen zijn genomen en nu eindelijk naar dit niveau zijn getild, eisen opnieuw een investering om ze bijvoorbeeld naar all-electric te brengen.”

Dan is er nog de recentere bouw, de jaren 1990 - 2010. In die categorie zien we woningen waar goed rekening is gehouden met het beperken van de warmtevraag per vierkante meter. “Deze gebouwen hebben vaak een label A en ventilatiesysteem C, waarbij verse lucht naar binnen wordt gezogen via roosters, die vervolgens mechanisch wordt afgevoerd. Ook hier zie je dat er al een investering heeft plaatsgevonden waardoor deze nu perfect geschikt zijn voor hybride warmtepompen. Als het glas op termijn is afgeschreven, kan de woning uitgerust worden met triple glas en naadloos van het aardgas gehaald worden met bijvoorbeeld een all-electric oplossing.”

Door woningen aan te pakken met een schilrenovatie en installaties te vervangen, koers je naar de streefwaarde voor 2050 vanuit het Klimaatakkoord.


Vastgoedtypes onder de loep: welke route voor welk vastgoed?

Vastgoedtype: bezit naar label B gerenoveerd

Kenmerken:

Verduurzamingsopties: De toepassing van de hybride warmtepomp is een geschikte route voor dit type vastgoed. Je bespaart er aardgas én CO2 mee, met een relatief kleine investering. Denk er daarnaast over na om de hoeveelheid zonnepanelen te verhogen, zodat je meer duurzame energie opwekt. Met de hybride warmtepomp kun je vijftien jaar vooruit, daarna kun je inzetten op all-electric.

Investering: Relatief klein

Overlast: Relatief weinig bouw- en installatieoverlast, tip om de plaatsing van de hybride warmtepomp tegelijk te doen met het onderhoud aan de cv-ketel. Geluidsoverlast is minimaal, omdat een hybride warmtepomp zonder buitenunit wordt gerealiseerd.

Voordelen van de hybride route voor label B-bezit

Vastgoedtype: jaren 50/60-woning die doorgeëxploiteerd worden

Kenmerken:

Verduurzamingsopties: Om dit type vastgoed op te waarderen pak je de schil aan, met een compleet nieuw uiterlijk. Tijdens een natuurlijk renovatiemoment kun je deze forse ingreep combineren met het installeren van een warmtepomp. Daarmee haal je de woning van het gas af. Balansventilatie is vanwege de nieuwe schil eenvoudig om toe te passen. Door de woning op deze manier aan te pakken, zit je op koers voor de streefwaarde voor 2050 vanuit het Klimaatakkoord.

Investering: Relatief hoog, maar interessante Total Cost of Ownership (TCO) en mogelijkheid om EPV te vragen.

Overlast: Er zijn bouwbewegingen, maar veel werkzaamheden worden verricht aan de buitenzijde. Door een water/water-warmtepomp toe te passen is er minimale geluidsoverlast, er wordt namelijk geen gebruikgemaakt van buitenunit.

Voordelen van de all-electric route voor jaren 50/60-woning

Vastgoedtype: woningen vanaf 2000

Kenmerken: Dit type vastgoed heeft een schil die doorgaans in orde is. Je treft dubbelglas aan en een ventilatiesysteem C. De woning heeft dan een energielabel A. Duurzame energie is lang niet altijd aanwezig. Een natuurlijk renovatiemoment ligt nog ver weg.

Verduurzamingsopties: Deze woningen zijn nu al prima geschikt voor een hybride of zelfs all-electric warmtepomp. Je kunt verdere stappen zetten in deze woningen door bijvoorbeeld triple glas in bestaande kozijnen te plaatsen als het glas aan vervanging toe is. Daarnaast kan het dak nageïsoleerd worden. Of je uiteindelijk naar hybride of all-electric gaat, hangt van de woning af, met name het afgiftesysteem en de hoeveelheid duurzame energie die al wordt opgewekt. Het nadeel van deze woningen is dat er nauwelijks extra isolatie mogelijk is. Die extra isolatie zorgt bij de andere typen woningen voor een overdimensionering van het afgiftesysteem, waardoor de temperatuur hiervan naar beneden kan en daarmee geschikt wordt voor een warmtepomp. Is er al vloerverwarming aanwezig, dan is de stap naar all-electric kleiner. Vanwege de beperkte besparing voor de bewoner en de substantiële kosten, blijft dit een lastig segment voor nu al aardgasloos.

Investering: Gemiddeld, vaak nét te kostbaar

Overlast: Mogelijk groot, vanwege aanpassing van het afgiftesysteem.

Voordelen van de all-electric route voor woningen vanaf 2000


Dit artikel is ook te lezen in Duurzaam Gebouwd Magazine #48, dat op 2 oktober is verschenen. Lees hier gratis het hele magazine.

Deel dit artikel

permalink