‘Innoveren in de bouw moet zonder tunnelvisie’

In Amsterdam verrijst de eerste houten woontoren van heel Nederland. Hoewel de naam doet vermoeden dat deze 73 meter hoge constructie geheel van hout is, betreft het een samenspel van verschillende materialen. Bouwen in dergelijke hybride constructies is een goede manier om hout als bouwmateriaal voort te stuwen in complexe projecten, gelooft Do Janne Vermeulen. Lees wat de architect-directeur van Team V Architectuur en ontwerper van de woontoren HAUT vindt van de kansen en valkuilen van houtbouw.

De woontoren HAUT past uitstekend in de klimaatdoelstellingen van de gemeente Amsterdam. Mede dankzij het materiaalgebruik behaalde het gebouw een BREEAM Outstanding certificaat. De keuze voor hout werd al vroeg in het ontwerpproces gemaakt door het team van Lingotto, Team V Architectuur en ARUP, mede door de internationale ervaringen die ARUP al met het materiaal had opgedaan. Daarmee vinkte het team meerdere hokjes aan: duurzaamheid, flexibiliteit en een fraaie architectonische uitstraling.

Essentie van architectuur

Voor Team V Architectuur was het een primeur om met een dusdanige massieve houten hoofddraagconstructie te werken. De belangrijkste les die Vermeulen (foto rechts) daaruit trok: “Niet alles aan een gebouw wordt anders als je bouwt in hout. Voor veel soorten gebouwen kun je bijvoorbeeld een voorlopig ontwerp maken en, als je met enkele factoren rekening houdt, later beslissen in welk materiaal je het gaat uitvoeren.” Vermeulen geeft aan dat deze getrapte wijze van nadenken belangrijk is om de ‘sprong in het diepe te verkleinen’.

Waar hout als bouwmateriaal aan de ene kant van het spectrum nog ietwat onbemind is, is het aan de andere kant in opkomst. Vermeulen legt uit: “Er hangt een verhaal aan een houten gebouw en dat heeft een aantrekkingskracht op bewoners die achter het innovatieve of duurzame aspect staan.”
Die aantrekkingskracht zorgt ook voor een stuwend effect voor houtbouw, gelooft de architect. “Ik spreek misschien uit optimisme, maar biobased materialen zoals hout, winnen op veel vlakken aan waarde. Veel ontwikkelaars en beleggers kunnen ook niet meer verantwoord aan een gebouw beginnen zonder hoge duurzaamheidsscore. Voor architecten is dat natuurlijk erg leuk. Materiaalgebruik is toch een soort essentie van ons vak.”

Voordelen van houtbouw

De concrete voordelen van hout zijn intussen evident: het materiaal slaat langdurig CO2 op, het is licht van gewicht en door prefabricatie bouw je sneller on site. Bij hoogbouw worden die voordelen uitvergroot. Vermeulen legt uit: “Bij hoogbouw is demontabel bouwen veel minder relevant dan bijvoorbeeld bij een huis of schoolgebouw. Je bouwt hoogbouw echt voor een heel lange termijn.”

Op het vlak van efficiënt bouwen ziet Vermeulen dat hout zich nog meer kan bewijzen: “Het bouwvoordeel van het lichte gewicht moet zich ook vertalen naar een minder zware fundering van hoge torens.” Door hout kon de toren ook flexibeler worden ingedeeld. Zo wijken de plattegronden van de verdiepingen veel van elkaar af, wat zorgt voor een meer divers aanbod van woningen.
“Hout is minder afhankelijk van een mal, want het wordt gefreesd en gezaagd”, vertelt Vermeulen. Daar plaatst ze wel een kanttekening bij: “Constructief gezien is het lastiger om het hout goed stijf te krijgen. Er moet dus zeer precies worden geëngineerd en je kunt niet oneindig blijven aanpassen.”

Leuk aandachtspunt in HAUT is dat de houten plafonds in zicht blijven. Ook hier is de esthetische waarde van het materiaal overduidelijk, legt Vermeulen uit: “Het voelt, ruikt en klinkt anders. Ik loop regelmatig over de bouwplaats, waar JP van Eesteren hard aan het bouwen is, en dan merk je dat echt.”

Misverstand

Ondanks al deze plussen is Vermeulen voorzichtig. Kennis van zaken is ontzettend belangrijk, stipt zij aan: “Het is een goed iets om op verschillende plekken te pionieren, maar uiteindelijk moet een gebouw er met zo min mogelijk problemen staan. Anders wordt de associatie [met de innovatie, red.] negatief. Zorg dus dat je je extreem goed informeert. Zeker voor hoge torens helpt het als je samenwerkt met iemand die al ervaring heeft.”

Dat geldt ook voor een eventueel misverstand over hout als bouwmateriaal, zoals de brandwerende of de isolerende eigenschappen. “Dat zijn risico’s die je eruit ontwerpt.” Volgens Vermeulen zijn er bijvoorbeeld veel manieren om de brandwerendheid in een houten gebouw op orde te krijgen. In het geval van HAUT zijn de wanden ingepakt in gips, zodat ze niet blootgesteld kunnen worden aan brand. “Bovendien hebben we een sprinklersysteem ingebouwd, ook al was dat niet strikt noodzakelijk voor de regelgeving. Maar in zo’n innovatief traject is het prettig om het extra goed te doen.”

Akoestisch gezien isoleert hout minder dan beton, dus dat vroeg om extra aandacht in de woontoren. “Uiteindelijk hebben we gekozen voor een combinatievloer: het onderste deel is CLT en daarbovenop ligt een constructief laagje beton. Dat beton vormt ook de nok bij de oplegging van de wanden.”

Hybride constructies

HAUT heeft Vermeulens visie op hout als bouwmateriaal aangescherpt: “Ik vind het belangrijk om zoveel mogelijk hout te gebruiken. Bij de complexe projecten die wij leuk vinden, vind ik het interessant om dat te doen in een hybride constructie, waarin ieder materiaal doet waar het goed in is.” Volgens de architect stimuleert dit ook de transitie naar het duurzame materiaal. “Door met hout gewerkt te hebben, kan ik beter adviseren en dus gemakkelijker risico’s uit een project halen. Ik denk dat dit anderen sneller overtuigt omook hout te gebruiken.”

Geheel in hout bouwen is volgens Vermeulen dan ook niet zozeer het doel bij hoogbouw. “Ik denk dat helemaal in hout bouwen op meer dan honderd meter hoogte, zonder dat een ander constructief materiaal de hoofddraagconstructie stabiliseert, altijd moeilijk en misschien wel onmogelijk is”, zegt ze. “Je kunt op die hoogte niet alleen maar blokken stapelen. De windbelasting moet opgevangen worden en dat is per definitie heel moeilijk met hout. Belangrijker is dat we het doel van de architectuur niet uit het oog verliezen: een kwaliteit creëren die ‘aren- of eeuwenlang wordt gewaardeerd. Duurzaamheid in materialen is belangrijk, maar een gebouw dat over vijftig jaar nog steeds gewaardeerd wordt, is ook duurzaamheid.”

Flexibiliteit in ons denken

Dat brengt de architect op de overkoepelende kwestie: zo efficiënt mogelijk de markt verduurzamen. Volgens Vermeulen doe je dat niet door halsoverkop in innovaties te duiken, maar realistisch te werk te gaan. “Bouwen is een kwestie van geen tunnelvisie hebben”, zegt ze. “Als we echt willen verduurzamen in de bouw, moeten we kijken naar hergebruik van materialen en casco-constructies die er nu zijn, liefst in bestaande vorm. Recyclen van staal en beton wordt ook steeds beter mogelijk. In die zin kun je redelijk gesloten cycli maken.”

Bekijk hieronder het filmpje over de bouw van HAUT:

Nieuw hoofdkwartier van hout voor DPG Media in Amsterdam

Nog voor de oplevering van HAUT begint de bouw van een nieuw houten hybride gebouw, ontworpen door Team V Architectuur. Het nieuwe Nederlandse hoofkantoor voor DPG Media op het Amstel Business Park in Amsterdam wordt met een oppervlakte van in totaal 46.000 m2 een van de grootste houten hybride kantoorgebouwen ter wereld. Groen typeert de ontwikkeling op diverse niveaus en vormt een van de schakels om het gebouw en de omgeving gezond en natuurinclusief te maken. De start van de bouw staat gepland voor begin 2021.

Dit verhaal is recent verschenen in de Innovatiecatalogus 2021, een co-productie van Duurzaam Gebouwd en Stedebouw & Architectuur.

Tekst: Reinoud Schaatsbergen
Foto's HAUT: Zwartlicht
Foto DPG Media: Proloog

Deel dit artikel

permalink