Het idee van grote stappen zetten, terwijl kleinere gewenst zijn

De ‘verkiezingssneltrein’ raasde weer door Nederland en het politieke steekspel is weer vol in gang. Dossiers die gedurende de afgelopen vier jaar in afstemming, overleg en debatten lastig tot afronding kwamen, leken tijdens de verkiezingen opeens eenvoudig oplosbaar. Waar in de tijd van mijn ouders Nederland werd geregeerd door twee of hooguit drie partijen, schuiven de komende vier jaar waarschijnlijk het dubbele aantal aan in de Trêveszaal.

Afbeelding boven: 'In je dagelijkse routine schuilt het geheim van je toekomst'

Waarom kunnen we tijdens de campagnetijd het klimaatprobleem wel opeens oplossen? En waarom lukt dit niet als we moeten samenwerken? Onze valkuil is hier de handelsgeest, want het gaat vaak te snel in Nederland. In dit specifieke geval omarmt het zittende kabinet  Europees gestelde doelstellingen, in de kamer gieten we er ons Nederlandse sausje overheen (want iedereen moet toch mee kunnen praten) en we gaan aan de slag.

In het ondernemend landschap doe we precies hetzelfde; ‘groene’ start-ups worden omarmd en al snel gezien als potentiële Unicorns, slopen heet opeens Urban Mining en extensieve groendaken worden de oplossing voor onze retentieproblemen. Maar kijken we naar belangrijke bouwproblematiek: wat is dan de status van de PFAS en stikstofdiscussie? En staat de energietransitie nog op de kaart, nu blijkt dat het toch echt wel kostbaar is om elke bestaande woning om te zetten zodat ze een andere, duurzame energiebron kunnen toepassen?

Kijken naar andere sectoren

Af en toe eens kijken naar andere sectoren of ondernemers kan ook verhelderend zijn. Recentelijk las ik een interessant artikel op Inc.com over Sir Dave Brailsford de oprichter van de zo succesvolle Sky-ploeg.

Zijn filosofie is gebaseerd op het feit: ‘Dat het erg lastig is om op korte termijn enorme winsten te boeken in vaardigheden en prestaties. Maar dat het vrij eenvoudig is om elke dag kleine wijzigingen aan te brengen.’ Dus een continue vorm van verbeteringen, het geheel van de marginale winsten. Denk aan progressie, niet aan perfectie. Drie jaar na oprichting behaalde Bradley Wiggens de eerste tourzege van Sky.

Ik werk als marketeer in een nog steeds conservatief gedomineerde bouw en leg continu dit soort verbanden tussen ons marktsegment en interessante ontwikkelingen buiten onze sector. Hierbij probeer ik wel te voorkomen om niet te lang stil te staan bij de werkwijzen van bijvoorbeeld Apple of Tesla, want de bouw is (nog) geen IT sector: we werken niet met abonnementsvormen en kunnen nu niet teren op de winsten die in de toekomst waarschijnlijk gemaakt worden.  

Van individu naar collectief

Mijn ervaring is dat de bouw vaak wordt gezien als een grote marktplaats van goederen, we halen essentiële lagen uit elkaar en willen die individueel inkopen. Onze handel zit in de vijf gevels van een gebouw, voor ons de lucht- en waterafdichting. Specifiek met EPDM en BUTYL-oplossingen. De combinatie maken, dat zie je wél in andere sectoren, want daar wordt de meerwaarde ervan gezien. Een auto ga je ook niet in losse onderdelen inkopen en een laptop al helemaal niet. Maar waarom doen we dat in de bouw dan wel?

De B+U heeft met zo veel verschillende lagen en betrokkenen van doen, dat het haast wel lijkt op wat er in Den Haag gebeurd. Individueel weten we het wel, maar gezamenlijk is het vaak lastiger. Toch zie ik wel vooruitgang, want sinds de kredietcrisis is er veel meer aandacht voor faalkostenreductie en marge-optimalisering en dat maakt de markt ook veel beweeglijker en soms transparanter.

Emotie boven ratio?

Als ik een link mag leggen met ‘mijn’ marktsector dan zien we dat de markt voor het ‘platte dak’ vol in beweging is en vooral internationaler wordt. Recentelijk is Amerikaanse EPDM producent Firestone voor maar liefst $ 3.4 miljard overgenomen door Frans/Zwitsers Lafarge/Holcim. Het Amerikaanse Standard Industries is groeiende en heeft in 2016 het van oorsprong Deense Icopal geacquireerd en een jaar later BraasMonier, het Franse Soprema is een duidelijke EU-footprint aan het realiseren, het Ierse Kingspan rijgt regelmatig een nieuw bedrijf aan haar parelketting. Om maar een paar voorbeelden te noemen.

Het platte dak is internationaal in trek en in ontwikkeling, toch worden we in Nederland nog steeds niet gezien als een fatsoenlijke vijfde gevel. Na al die jaren dat ik in deze sector actief ben is een gebouweigenaar nog steeds bereid meer geld per m2 uit te geven aan zijn ‘vloerbedekking’ dan aan een fatsoenlijke dakbedekkingsconstructie. Waarom?

Mijn zelfbenoemde valkuil -onze handelsgeest- regeert ook hier. Emotie boven ratio, wat aangeeft dat we dus eigenlijk niet veel anders zijn dan een goede afspiegeling van onze politieke leiders.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Benno Nijenhuis