Alleen samen krijgen we duurzame schoolgebouwen voor elkaar 

Het onderwijsveld wacht de komende jaren een enorme uitdaging. Duizenden schoolgebouwen moeten vanwege het Klimaatakkoord verduurzaamd worden, maar hoe concretiseren gemeenten en schoolbesturen deze opgave? En wat kan geleerd worden van de opgedane leerervaringen elders? Deze vragen stonden centraal tijdens het Duurzame & Gezonde Scholen Congres, dat plaatsvond op 10 november op de TU/E in Eindhoven en werd georganiseerd door Stedebouw & Architectuur, Platform31, TU/e, Ruimte-OK, Duurzaam Gebouwd en Platform BuitenSpelen. 

Tekst: Laura Vliek
Beeld:
 Walter van der Stelt

Dagvoorzitter Lisa Peters opende de dag. Duurzame scholen zijn nodig in elk type onderwijs, zo stelde ze in haar intro. “Met welk dilemma zit u, welke vraag wilt u beantwoord hebben na deze dag?” Deze vraag bracht bij het publiek meteen stof tot nadenken en wellicht een concreet doel voor dit congres. Om de duurzaamheidsopgave te laten zien vanuit het oog van ‘de gebruiker’, werd Mees Groothuis, student van de TU/E, naar voren gehaald. “Duurzaamheid begint in het klaslokaal. Het is daarom erg belangrijk om de leerlingen te betrekken bij deze opgave”, stelt Groothuis. “Bij de TU werken we aan een casus rondom duurzaamheid. We leren binnen deze casus van andere projecten die iets met duurzaamheid te maken hebben. Vanuit de TU is het Atlasgebouw een mooi voorbeeld. Dit is namelijk het meest duurzame schoolgebouw ter wereld en daar zijn we best een beetje trots op.”


Dagvoorzitter Lisa Peters van De Dagverlichter

Leren van de praktijk

Hoe scholen nu en in de toekomst omgaan met de duurzaamheidsopgave is een vraag die bij veel partijen speelt. De stichting Spaarnesant in Haarlem laat al jaren zien dat veel mogelijk is op het gebied van deze opgave. Jan Aalberts, lid van het college van bestuur van deze stichting, liet in zijn keynote diverse voorbeelden zien van hoe zij als middelgroot schoolbestuur omgaan met de uitdaging. Daarvoor gaf hij enkele voorbeelden, waaronder basisschool De Parel, een gebouw dat stamt uit 1964 en een grootverbruiker van energie is. “Deze school heeft het energieverbruik van vijf basisscholen bij elkaar”, zegt hij. “Een van de redenen hiervoor is dat op deze school leerlingen zitten die meervoudig gehandicapt zijn. Hier moeten veel voorzieningen voor beschikbaar zijn. Na lang wikken en wegen is het toch gelukt om deze school duurzaam te maken, iets wat een enorme uitdaging was, maar met de juiste mensen en middelen toch is gelukt.” In zijn afsluiting ging Aalberts in op de plannen tot 2025, waarbij onder andere het verbeteren van de kwaliteit en functionaliteit van gebouwen centraal staat. Ook wil men een besparing van 15 procent van de energie ten opzichte van 2018 en is ten doel gesteld dat er voor 2025 zes aardgasvrije scholen zijn gerealiseerd.


Jan Aalberts, Stichting Spaarnesant

Praat met elkaar

In de tweede keynote was het woord aan Donald van den Akker, mede-initiator van de Green Deal Scholen en de afgelopen drie jaar programmaleider van het Innovatieprogramma Aardgasvrije en Frisse Basisscholen bij kennis- en netwerkorganisatie Platform31, een programma dat mogelijk werd gemaakt door het ministerie van BZK en samen met Ruimte-OK werd uitgevoerd. “De vraag die je vooral voor ogen moet houden in de duurzaamheidsopgave is: wat staat ten dienste van het lerend kind en wat is daar voor nodig?” aldus Van den Akker. Hiervoor liet Platform31 een rekentool maken, waarbij de fysieke en financiële gegevens van een schoolgebouw bij elkaar worden gezet, zodat kan worden gekeken of het mogelijk is om een bepaalde duurzaamheidsslag door te voeren. Zelf aan de slag met de rekentool? Kijk dan hier.

De komende jaren staat er een grote opgave te wachten op het gebied van het verduurzamen van schoolgebouwen, vervolgt Van den Akker: “We blijven daarom in gesprek met verschillende partijen en blijven monitoren wat er nodig is.” Vanuit de zaal werd nog een vraag gesteld over hoe de gemeente Amsterdam ervoor kan zorgen dat het meervoudig verduurzamen van schoolgebouwen op gang komt. “Het is nu namelijk zo dat er veel eenvoudige initiatieven zijn, waarbij bijvoorbeeld enkel aandacht is voor het fris houden van de lokalen.” Deze vraag gaf opnieuw stof tot nadenken en een onderwerp om het tijdens de koffiepauze over te hebben.


Donald van den Akker, Platform31

Serious game

Na het eerste plenaire gedeelte was het tijd voor de eerste workshoprondes. In de Blauwe Zaal, waar het plenaire gedeelte plaatsvond, werd de serious game De Expeditie gespeeld, ontwikkeld door Living Story in opdracht van Platform31. In dit spel word je samen met medebewoners er op uitgestuurd om een nieuw leefgebied te vinden. Iedereen heeft zijn eigen doelen om te behalen onderweg, maar jullie zitten wel op hetzelfde schip. Welke route nemen jullie? Wat kom je onderweg tegen? Waar let je op en hoe werk je samen? Dat is waar De Expeditie om draait. Met zes expeditieleden, verdeeld in een team van twee artsen, twee bouwmeesters en twee handelaren, kwam dilemma op dilemma voorbij. “Dit spel symboliseert een groot proces, waarbij verschillende partijen betrokken zijn, met ieder hun eigen belangen”, vertelt Karen Sikkema van Living Story. “Het spel is natuurlijk een mooi voorbeeld voor het programma Aardgasvrije en Frisse Scholen, maar kan ook daarna en voor andere processen ingezet worden. Het gaat erom dat je samenwerkingen kunt bevorderen tussen verschillende stakeholders. Dit spel houdt de luchtigheid erin en zorgt ervoor dat je soms vanuit een ander perspectief kijkt.”


De serious game De Expeditie nam deelnemers mee op een avontuur dat alleen overwonnen kon worden door goede samenwerking.

Rondetafelgesprek

Na de middagpauze was het tijd voor het Rondetafelgesprek Gezonde Scholen. Aan tafel schoven Annemarie Küppers (BZK), Masi Mohammadi (TU/e), Judith Veraart (Schooldakrevolutie), Carli Hartgerink (gemeente Amsterdam) en Jan Aalberts (Stichting Spaarnesant). De eerste stelling luidde: het grootste obstakel voor het aanpakken van onderwijs is een gebrek aan geld. Het publiek stemde mee met de stelling, waarna de gesprekdeelnemers konden inhaken. Küppers: “Ik had verwacht dat hier iets meer groen dan rood op geantwoord zou worden, maar het is redelijk gelijk. Ik neig deels naar groen en deels naar rood”, stelt ze. Groen, omdat het financieel gezien een grote opgave is, en rood, omdat vele andere factoren ook belangrijk zijn, zoals samenwerking en tijd. “Alles op het financiële vlak gooien is te makkelijk”, staat Mohammadi haar bij. “In mijn optiek is de oorzaak vooral een gebrek aan een integrale visie. Er is weinig ruimte voor technologie en er zijn weinig sporen van innovatie.”

Een andere stelling die interessante meningen losmaakte, was: maak het schoolplein verplicht onderdeel van de plannen. Hier waren veel groene kaartjes te zien. Mohammadi: “Het schoolplein is onderdeel van een stukje sociale innovatie. Je leert de samenleving er kennen.” Veraart voegde hieraan toe: “Het is erg belangrijk om het schoolplein hier onderdeel van te laten zijn, want we zijn nu aan het verduurzamen voor de generatie van de toekomst. Het is dan ook erg belangrijk dat zij zich thuis voelen op het schoolplein waar ze zóveel tijd doorbrengen. Dat kan je echt niet loskoppelen van de plannen.”


V.l.n.r. aan de tafels: Carli Hartgerink, Judith Veraart, Masi Mohammadi, Jan Aalberts en Annemarie Küppers

Schoolgebouw als fundament voor goede leerprestaties

Ook Saint-Gobain, hoofdsponsor van het Duurzame & Gezonde Scholen Congres, verzorgde een keynote. Jürgen van Hulst vertelde in zijn verhaal hoe een zo goed mogelijk schoolgebouw kan worden ontworpen waarin leerlingen beter presteren en leerkrachten minder stress ervaren én een lager ziekteverzuim hebben. “Het gaat vaak om hele kleine dingen waar je naar moet gaan kijken en het is belangrijk om de voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen”, aldus Van Hulst. “Ook is het belangrijk om te kijken naar de makers en gebruikers: wanneer wordt wie betrokken?” Tot slot adviseert Van Hulst om niet uit te vragen op details, maar om te focussen op de onderwijsvisie en duurzaamheidsambitie van de scholen. Hoe dat tot uiting kan komen, werd eerder bewezen met ‘beweegschool’ IKC De Twijn.


Jürgen van Hulst, Saint-Gobain Solutions

Na een reeks van interessante keynotes en deelsessies was het aan TU/e Fellow Elke den Ouden om de afsluitende keynote te verzorgen. Ze nam ons mee in een verhaal over het Atlasgebouw, het hoofdgebouw van de TU/e. “Het Atlasgebouw is het grootste living lab in zijn soort”, vertelt Den Ouden trots. “Het gebouw beschikt over een intelligent lichtsysteem dat de invloed van licht op mensen en gedrag toetst. Hier komen soms verrassende dingen uit naar voren. Met het living lab fungeert de campus voor een deel als proeftuin, waar we lessen uit kunnen halen voor de toekomst.” Tot slot is Elke den Ouden trots te vertellen dat het Atlasgebouw met een laatste duurzaamheidsslag het BREEAM outstanding certificaat heeft weten binnen te slepen. Meer over het Atlasgebouw lees je in dit interview met Den Ouden.


Elke den Ouden, TU/e

Het congres in stripvorm

Tijdens het Duurzame & Gezonde Scholen Congres tekende de wetenschappelijke cartoonist Erik Wallert mee, om het congres ook in geïllustreerde vorm te vatten. Wallert deelde zijn tekening na afloop van het congres met de deelnemers, wat een aantal mooie reacties teweegbracht. Houd de website in de gaten voor een volledige presentatie van zijn illustratie.


Erik Wallert, wetenschappelijk illustrator

Duurzame Gezonde Scholen Congres 2022

Het Duurzame Gezonde Scholen Congres gaat verder, en wel op 9 november 2022. Noteer de datum vast in je agenda en houd vooral de website van het congres in de gaten voor updates over het programma.

Deel dit artikel

permalink