Datagedreven beheer van duurzame en gezonde gebouwen maakt impact

Met decennialange ervaring staat Planon bekend in de bouw- en vastgoedsector om onder andere softwarelevering, waarmee prestaties van gebouwen geoptimaliseerd worden. “Om die dienstverlening staan we al meer dan dertig jaar bekend, maar Planon onderscheidt zich door meer dan alleen krachtige tools te leveren.” We interviewen Mark van Burg en Cas Verver van Planon Building Management en komen erachter hoe zij het verschil maken bij het advies over strategische keuzes rondom onderhoud, brandveiligheid, wet- en regelgeving en duurzaamheid.

Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Planon Building Management

Dat de roep om die optimalisering vanuit de vraagzijde van de markt steeds groter wordt, is geen verrassing. Door onder andere de afspraken die gemaakt zijn in het Klimaatakkoord van Parijs stellen vastgoedeigenaren zichzelf hardop de vraag of hun portefeuille nog voldoet aan de huidige en toekomstige maatstaven. “We merken dat ‘Parisproof’ een onderwerp van gesprek is en aan de hand van die doelstellingen moet er heel wat veranderen”, trapt Van Burg af, die binnen Planon Building Management de rol van Sales Director aanneemt en tevens WELL Accredited Professional (WELL AP) is. “Zo moeten er stappen worden gezet rondom CO2- en energiebesparing en moeten we op termijn een volledig circulaire economie hebben en al onze grondstoffen hergebruiken. Daarnaast heeft de pandemie alleen maar versterkt dat we een gezonde omgeving willen die onze arbeidsproductiviteit verhoogt. Naast de steeds scherpere wet- en regelgeving is er steeds vaker sprake van intrinsieke motivatie voor verduurzaming, want we zien dat opdrachtgevers maatschappelijk impact willen maken.”

Data als fundament

De invulling van die ambities kan niet zonder uitzicht op een concrete businesscase, want een investering moet altijd tot rendement leiden op één vlak en het liefst op meerdere vlakken. Data blijkt een belangrijk fundament om te kunnen adviseren over strategische keuzes voor bijvoorbeeld een duurzaam meerjaren onderhoudsplan (DMJOP). “Data wordt hybride gewonnen dankzij de kennis, ervaring en oplossingen die we vanuit zowel Planon als Planon Building Management inzetten”, weet collega Cas Verver, Service Director binnen Planon Building Management, te vertellen. “Door het verkrijgen van informatie uit bijvoorbeeld sensoren, slimme meters en door automatisering. Maar ook door visuele inspectie en drone-opnames. Met die verschillende elementen zorgen we ervoor dat een vastgoedeigenaar een zo compleet mogelijk plaatje heeft van de stand van zaken.” De basis op orde hebben is volgens Van Burg van essentieel belang. “Als je niet weet wat je in huis hebt, kun je geen goede strategische investeringsbeslissingen maken. Heb je de informatie wel in handen, dan is het eenvoudiger om samen te bespreken wat de vervolgstappen zijn om ambities rondom duurzaamheid in te vullen. Een van de uitdagingen is om de complexiteit van datastromen te vangen en te interpreteren, om er een behapbaar actieplan van te maken.”

Compliant?

De uitvraag begint vanzelfsprekend op het moment dat een klant verbetermogelijkheden ziet voor zijn portefeuille bij een volgend onderhoudsmoment, of zich achter de oren krabt over of hij wel of niet compliant is met aankomende wet- en regelgeving zoals de label C-verplichting 2023. “Op dat moment bespreken we de doelstellingen en komen we achter de vraag achter de vraag”, gaat Van Burg verder. “Duurzaamheid wordt soms als containerbegrip aangehaald: bedoel je dan energie, circulariteit, gezondheid of een combinatie van die elementen? Op zo’n moment is het belangrijk om het primaire doel van het vastgoed te definiëren en erachter te komen hoe je dat gaat bereiken met één of meerdere verduurzamingselementen en hoe je die kunt combineren. Vervolgens brengen we de uitgangspunten onder in een uitvoeringsplan om je doelstelling te bereiken en te overtreffen. Daarbij zien we dat er meer oog is voor een integrale benadering, mede vanwege de diversiteit aan opgaven die voor de voeten van gebouweigenaren ligt.”   

 

Cas Verver: “Wij krijgen energie van klanten waarmee we in een vroege fase mogen meedenken en om samen de visie op duurzaamheid en onderhoud te formuleren.”

 

Een meer holistische aanpak is een relatief nieuwe werkwijze, die voor meervoudige impact kan zorgen. Een voorbeeld daarvan is de BOEI-methodiek, die onder andere brandveiligheid, onderhoud en energie meeneemt in een integraal inspectierapport. “Het Rijksvastgoedbedrijf legde al de nadruk op het onderzoeken van de kansen binnen verschillende types opgaven”, vertelt Van Burg. “Daar kunnen we nog meer in meenemen, zoals de CO2 die in je gebouw zit, de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) en de automatisering van de Building Circularity Index (BCI) van Duurzaam Gebouwd-partner Alba Concepts.”

Duidelijk beleid

Om verder te versnellen is een verduidelijking van wet- en regelgeving nodig. Op dit moment stokt onduidelijkheid onnodig de versnelling naar een volledig energieneutrale en circulaire voorraad. “Als de regelgeving duidelijk aangeeft wat er wanneer van vastgoedeigenaren wordt verwacht, dan kunnen ze sneller naar de optimale waarde van het vastgoedobject komen”, vervolgt Verver. “Een voorbeeld hiervan is het startschot dat we in 2009 gaven om met integrale DMJOP’s aan de slag te gaan. Maar dat kwam pas van de grond toen er wet- en regelgeving kwam die de inzet hierop stimuleerde.” De geschiedenis lijkt zich te herhalen, omdat er onder meer onduidelijkheden zijn rondom wetgeving. Bijvoorbeeld over het toepassen van 50% minder virgin materials in 2030. Of is het ‘vanaf’? “Door onduidelijkheid in beleid zie je dat het soms lastig is om beslissingen te nemen, terwijl je juist besluitvaardigheid wil om je vastgoed blijvend toekomstbestendig te maken”, weet Van Burg. “Intrinsieke overtuiging is een belangrijke motivator om verduurzaming los te krijgen, maar wet- en regelgeving is een even belangrijke om iedereen mee te krijgen in de duurzame beweging.”

 

Mark van Burg: "Langdurige betrokkenheid bij projecten zorgt ervoor dat we met innovaties en integrale verbetervoorstellen kunnen komen.” 

Het gesprek voeren

Bovenal is het zaak om het gesprek te voeren en open te staan voor mogelijke verbeteringen. Soms houden die zich schuil, maar deze zijn te achterhalen met verschillende datastromen, waarna de uitwerking van het uitvoeringsplan volgt. “Heb je een herinspectie-ronde of komt er een natuurlijk onderhoud- of vervangingsmoment aan, dan is het goed om te inventariseren wat je aanvullend kunt doen”, aldus Van Burg. “Dan weet je exact hoe je ervoor staat, wat je nog moet doen voor wet- en regelgeving en krijg je duidelijkheid over hoe duurzaamheid je geld laat besparen.” Om gezamenlijk impact te maken ziet hij nog een belangrijke kans die voor het oprapen ligt: “Langdurige betrokkenheid bij projecten zorgt ervoor dat we met innovaties en integrale verbetervoorstellen kunnen komen. De doelstellingen van onze opdrachtgevers bereiken als co-maker en de lat steeds hoger leggen, daar ligt onze kracht.”


Innovation Campus aan de hand van WELL-richtlijnen

Op 2 juli 2021 opende Planon een living lab als uitbreiding op het hoofdkantoor in Nijmegen. De Innovation Campus, waarnaar het slimme en duurzame gebouw is omgedoopt, is een kennis- en inspiratiebron voor iedereen die langskomt. ‘Practice what you preach’ gaat hier zeker op: het gebouw is dankzij opwekking van voldoende duurzame energie en een geplande WKO-installatie bijna energieneutraal en sensoren meten onder andere CO2-waardes, zodat de installaties hierop kunnen inspelen als het nodig is.

Het WELL-keurmerk wordt ingezet om aan te tonen dat de Innovation Campus aantoonbaar gezond is en dat medewerkers er optimaal kunnen functioneren en excelleren in het werk. Mede om die reden heeft de Innovation Campus voorzieningen als een bar, een fitnessruimte en een moestuin, om sociale interactie en welzijn verder te bevorderen.

Deel dit artikel

permalink