Meer eenduidigheid moet circulariteit écht vooruithelpen

Het circulair maken van de economie en bouw vergt veel inspanningen. De mogelijkheden en eisen kennen diverse paden en te weinig stroomlijn. Zo is meer eenduidigheid nodig over het meewegen van milieueffecten van bouwmaterialen. Niels Ruijter (foto onder): “De bouwmaterialenindustrie realiseert zich dat de transitie met steeds betere milieuprestaties zal moeten gebeuren”.

“Sinds 2017 hanteert het Transitieteam Circulaire Bouweconomie een definitie van circulariteit die goed dekkend is, maar die heel weinig anderen hanteren. Misschien is deze definitie wel te groots en wijd en dan schieten anderen door naar veel smallere definities. Het Transitieteam zegt dat circulariteit echter om alles gaat, om de duurzaamheid van de hele planeet. We moeten de planeet niet zwaarder gaan belasten dan dat de planeet kan dragen, terwijl we dat nu wel doen.

Ondertussen hebben we het als bouwmaterialenindustrie hartstikke druk. Om te produceren wat allemaal nodig is, zal het druk blijven. Daarbij moeten we niet alleen kijken naar milieueffecten als CO2, luchtvervuiling en stikstof. Dat zou kortzichtig zijn. We moeten breder kijken en ervoor waken dat het momentum van circulariteit niet stopt. Alle partijen die hierop actief zijn, zullen daar allemaal vanuit hun eigen oogpunt aandacht voor moeten houden.

Eenduidig

Het belangrijkste dat nu moet gebeuren is dat de Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken eenduidiger moet worden. Als uitgangspunt gebruiken we nu de Bepalingsmethode van de Nationale Milieudatabase, de NMD. In deze methode wordt in principe alles meegenomen om de MilieuPrestatie Gebouwen, de MPG, te berekenen, maar dat gebeurt in de praktijk niet. Zo ontbreekt het energiegebruik van gebouwen tijdens de gebruiksfase. Of de teruggang van biodiversiteit door bouwactiviteiten, inclusief zaken als productie, transport en recycling. Als we daardoor onze focus versmallen en de markt gaat optimaliseren zonder die eisen, krijgen we gegarandeerd een hoop afval en meer emissies.

Aan de ene kant wil je nu dus compleet zijn, maar tegelijkertijd kijken we naar 2050 en dan moet je die incomplete Bepalingsmethode toch nu al gaan gebruiken. We kunnen niet wachten totdat de methode helemaal goed is om er pas daarna mee aan de slag te gaan. Maar de goede onderdelen die er nog niet inzitten, moeten we alvast identificeren.

Milieueffecten

Het is zaak dat de Bepalingsmethode elke drie jaar zeker verbetert. Zo’n verbeterslag is nu gaande en daarin worden weegfactoren meegenomen, behorend bij verschillende milieueffecten, zoals biodiversiteit en emissies naar lucht, bodem en water.

In de media is echter het thema ‘CO2’ heel groot. Daar heeft iedereen het altijd over en dat lijkt zelfs te concurreren met het thema circulariteit. We moeten dus oppassen dat we klimaatverandering niet tegenover circulariteit zetten. Klimaatverandering is een type milieu-impact dat ín het thema circulariteit hoort te zitten, net als andere milieueffecten als humane toxiciteit. Circulariteit is gewoon veelomvattender.

Zoals gezegd hoort het energiegebruik tijdens de gebruiksfase ook thuis in de Bepalingsmethode van de NMD. Die module is nu uitgeschakeld, omdat de regelgever in Nederland, het ministerie van BZK, die systematiek al heeft opgenomen in de BENG, de bepalingsmethode Bijna Energie Neutraal Gebouw. Er zijn ook onderzoeken die laten zien dat je die twee, BENG en NMD, heel makkelijk aan elkaar kunt koppelen. Een nieuw voorstel van de Europese Commissie schrijft dat ook voor, evenals dat je daarbij ook moet kijken naar de productie van materialen.

Handhaving

Er is nog een probleem. Het voldoen aan allerlei eisen staat nu allemaal wel in de regelgeving, maar het echte toezicht en de handhaving erop is er nog niet. Met het toezicht dat we in Nederland hebben, vervalt het ware concurreren doordat niet wordt opgelet of iedereen zich aan de regels houdt. ...

Lees verder het complete verhaal in ons uitgebreide, gratis digitale magazine Circulariteit.

Tekst: Ysbrand Visser

Deel dit artikel

permalink