Heembouw zet standaard met natuurinclusief distributiecentrum

Stel je een willekeurig distributiecentrum voor. Waarschijnlijk denk je aan een grijze kolos, waar vrachtwagens op- en afrijden en goederen worden ontvangen en uitgegeven. Hier en daar tref je wat eenzame beplanting aan, verder heeft de natuur het gebied verlaten. De meesten van ons oordelen dan ook dat deze plekken toe zijn aan meer flora en fauna voor meer welzijn van mens én dier. Met het natuurinclusieve distributiecentrum van Virgo in Aalsmeer, bewijst Heembouw dat dit gedachtegoed geen utopie is: meer biodiversiteit, meer waarde.

Virgo is een van de eerste natuurinclusieve distributiecentra van Nederland en dat betekent dat het wiel wordt uitgevonden door Heembouw: er zijn nog maar weinig ervaringen of vergelijkingsmateriaal die gedeeld zijn over de vergroening van dit vastgoedtype. We horen van de toenmalige projectleider Gerben Boonen en architect Diederik de Jonge (Heembouw) hoe het bedrijf ongebaande paden bewandelde en de handschoen oppakte voor het ontwerpen en bouwen van het bijzondere gebouw, dat inmiddels is opgeleverd.

Noodzakelijke verandering

Het groene gebouw van 23.000 vierkante meter aan de N201, ontwikkeld door Stellar Development BV, is een van de weinige natuurinclusieve logistieke centra in Nederland, volgens Boonen: “We zien op dit moment nog dat veel distributiecentra vaak als vierkante dozen worden gebouwd. Tegelijkertijd weten we dat de biodiversiteit terugloopt en dat er al plekken zijn waar de natuur dermate beschadigd is dat flora en fauna niet meer terugkomen. Dat moet natuurlijk veranderen en we laten met Virgo zien dat de waarde van natuurinclusief bouwen en biodiversiteit meervoudig is.”

Zo heeft natuurinclusief bouwen een positief effect op het welzijn van mensen en draagt het bij aan het vergroten van biodiversiteit en klimaatadaptiviteit. Dat betekent voor de huurder een inspirerende en fijne omgeving om in te werken en voor de gebouweigenaar een toekomstbestendig en waardevast gebouw.
De Jonge: “Mensen die in zo’n gebouw werken, zijn net zo blij met een dakterras en boomgaard als de natuur. Wij merken vooral dat natuurinclusief bouwen voor de huurder een positief antwoord geeft op de vraagt ‘Wat levert de omgeving aan stikstof en wat kan een dergelijk distributiecentrum betekenen voor de omgeving'. Bedrijven identificeren zich met een natuurinclusief plan en willen daar onderdeel van zijn. Dat is ons vliegwiel en het bevestigt dat we hiermee moeten verdergaan. We willen plekken creëren waar mensen graag willen zijn en zijn ervan overtuigd dat natuurinclusief ontwerpen en bouwen daaraan een belangrijke bijdrage levert. Daarom is dit thema in ons strategisch plan verankerd.”

Anders ontwerpen

Natuurinclusief ontwerpen en bouwen vraagt om een andere manier van vormgeven. Normaal gesproken zijn natuur en groen bij veel ontwikkelingen een sluitpost, weet De Jonge uit ervaring: “Wij pakten het anders aan voor Virgo en richtten ons als eerste op deze elementen. Het uitgangspunt was om eerst een ontwerp te maken voor het landschap waarvan het gebouw onderdeel gaat uitmaken.

Daarom zijn we met een landschapsarchitect, Joost Emmerik, in een vroeg stadium om de tafel gegaan om hem bij de kavelstudie te laten meedenken. Dat is al meteen een andere benadering, want meestal wordt dit laat in het proces gedaan, bijvoorbeeld omdat het noodzakelijk is vanwege de BREEAM-score. Een landschapsarchitect kijkt anders naar het landschap en het in te richten terrein en daardoor konden we dit al vroegtijdig in het ontwerp onderbrengen.”

Biodiversiteit vergroten

Naast het landschap waren ook gebouw en omgeving belangrijke fundamenten voor het ontwerp: “We onderzochten de eigenschappen van de omgeving en deden ervaring en kennis op over de inheemse flora en fauna die aanwezig is”, gaat De Jonge verder. “Ons doel was om die te voeden en de biodiversiteit verder te vergroten. Een van de elementen die daarvoor zorgt is de gevel. Een blikvanger, en niet alleen vanwege de bijzondere koperkleur. Een diversiteit aan planten zorgt verder voor een groene schil en om het gebouw staan allerlei fruitbomen die dienen als voedselbron. Ook zijn er nestkasten toegevoegd, elk met unieke eigenschappen om in te spelen op de behoeften van de diverse diersoorten. Ze zijn niet als losse elementen op de gevel geplakt, maar zijn geïntegreerd. Dan is er nog de daktuin, met ruim 1.900 vierkante meter aan groen. Al die eigenschappen samen zorgen ervoor dat het centrum een positieve bijdrage levert aan de biodiversiteit.”

Met de groene daktuin van ruim 1.900 vierkante meter heeft Virgo een primeur in handen en dat levert verschillende voordelen op. Zo krijgen vogels er een plek en voeding en is het voor medewerkers mogelijk om tijdens de pauze of tijdens een meeting er te ontspannen en van het groen te genieten.

Beleving, welzijn en toekomstwaarde

Daarmee is Virgo een aanwinst voor Green Park Aalsmeer, het bedrijventerrein waarop het gevestigd is. De ontwikkeling werd op risico ontwikkeld, voegt Boonen toe: “Met het vertrouwen dat het distributiecentrum in korte tijd verhuurd zou worden. In de investeerders- en beleggerswereld zien we dat duurzaamheid, circulariteit en natuurinclusiviteit steeds belangrijker worden en je merkt dat dit type van ontwikkelen de markt aanspreekt. Investeerder Union Investment Real Estate GmbH zag deze waarde en heeft Virgo Aalsmeer verworven.”

Voordat natuurinclusieve ontwikkelingen als deze gemeengoed worden, moet er volgens hem nog wel wat veranderen. “De mindset van mensen moet om”, vindt Boonen. “Het is een extra investering, maar de ontwikkeling betaalt zich op verschillende manieren terug. Niet alleen op het vlak van klimaatadaptatie en het vergroten van biodiversiteit, maar ook op het vlak van beleving, welzijn en toekomstwaarde. Beleving en welzijn zijn moeilijk te waarderen, maar in het algemeen kun je stellen dat medewerkers die zich fijn voelen in de werkomgeving en bijvoorbeeld in de pauze op een groen dakterras kunnen staan, met meer plezier naar het werk gaan. Datzelfde geldt voor meetings die je bijvoorbeeld met klanten en relaties in zo’n omgeving houdt.”

Op het vlak van toekomstwaarde noemt Boonen de waterretentie, als onderdeel van klimaatadaptatie: “We houden water vast op het terrein, iets dat met de actualiteit [droogte, red.] meer aandacht krijgt, maar nog niet genoeg. Het wordt nog beperkt gewaardeerd in bijvoorbeeld BREEAM, maar ook door overheden. Dat mag wel anders.”

Op naar een vervolg

Nu het gebouw opgeleverd en wel op het bedrijventerrein prijkt, kijken Boonen en De Jonge terug op een succesvolle ontwikkeling, waarvan ze hopen dat dit vele vervolgen krijgt. “Dit pand faciliteert de vergroting van biodiversiteit en natuurinclusiviteit”, besluit De Jonge. “Nu is het tijd om op te schalen en ik merk dat de markt zit te wachten op strakkere wet- en regelgeving, die voor iedereen geldt. Om dit soort ontwikkelingen verder te stimuleren moeten we gezamenlijk een lat neerleggen voor biodiversiteit en natuurinclusiviteit.” Boonen sluit aan: “Regelgeving rondom dit ontwerp dwingt om een bepaalde norm na te streven. Nu zijn ontwikkelingen toch nog vaak economisch gedreven. Daarom ben ik blij dat deze ontwikkeling laat zien dat de inzet op natuurinclusief ontwerpen en bouwen loont.”

Ontdek ook de daktuin, met de toelichting van De Jonge in deze video:

Dit artikel is onlangs gepubliceerd in het gratis digitale magazine Circulariteit, waarin je nog veel meer slimme circulaire oplossingen en achtergronden aantreft.

Tekst: Marvin van Kempen

Deel dit artikel

permalink