Pleidooi voor integrale kwaliteit en gezond binnenklimaat

Voor het einde van 2030 moeten we 1,5 miljoen woningen verduurzaamd hebben en 900.000 woningen nieuw gebouwd. Als we aan de verduurzamingsopgave denken, richten we ons al snel op belangrijke ingrepen als spouwmuurisolatie en het opwekken van duurzame energie. Zorgen we daarmee ook voor een goed binnenklimaat en voldoende comfort, en pakken we de opgave rondom klimaatverandering voldoende integraal aan? Die vraag stond centraal tijdens het webinar Energiecrisis en Hittestress, georganiseerd door DUCO.

De aftrap kwam van Duurzaam Gebouwd-expert Richard Geraerts, tevens verkoopleider Nederland van DUCO en moderator van het webinar, die de urgentie van het thema benoemde. De actualiteit van de dag zijn de hoge energierekeningen en de steeds extremere weersomstandigheden. Die trends zetten de portemonnee onder druk en beïnvloeden de leefbaarheid van onze steden en woningen. Hij introduceerde Haico van Nunen, lector duurzame energie aan de Hogeschool in Rotterdam, die een pleidooi hield voor integrale kwaliteit en oplossingen.

“90% van de woningvoorraad staat er over decennia nog steeds. En dat terwijl de woningen, volgens de doelstellingen van het Klimaatakkoord, nog lang niet voldoen aan de prestaties die we vragen in 2050. Dat betekent dat deze woningen minimaal eenmaal een renovatie moeten ondergaan. Die opgave betekent voor ons dat we duizend woningen per dag moeten aanpakken. Gaat ons dat lukken?”

Eerst is het van belang om in beeld te hebben hoe de voorraad er op dit moment uitziet. “We bouwden ooit met enkel glas en natuurlijke ventilatie. We vinden iets van het energieverbruik, maar ook van het binnenklimaat en het comfort dat deze woningen hebben. Dus is het van belang om inzicht te krijgen in wat we nu hebben en hoe dat moet veranderen richting de toekomst.”

Archetypes helpen versnellen

Om de tijdsdruk de baas te kunnen zijn en de juiste stappen te kunnen zetten, helpt het volgens Van Nunen om kleinere groepen en archetypes te maken van de bijna acht miljoen woningen die nog onder het mes moeten. “Er zijn 35 archetypes in Nederland te bespeuren en daar kun je gericht oplossingen voor bedenken, bijvoorbeeld met planvorming voor type A en voor type B. Tegelijkertijd zijn veel woningen niet meer zo vaak identiek aan elkaar. Daarom kun je ook ordenen op hoe de woningen zijn opgebouwd. Bijvoorbeeld naar negen dak- en zeven gevelfamilies en vijf plattegronden. Wanneer je een aantal integrale oplossingen bedenkt om toe te passen op deze ordening, kan dit heel de sector helpen versnellen.”

Gezonde woning is toekomstbestendig

Wanneer de renovatie van woningen wordt opgepakt, is duurzaamheid een essentieel element. Je wilt immers niet een revitalisatie van vastgoed doorvoeren die na tien of twintig jaar is ingehaald door de tijd, waardoor je nog een keer moet langskomen voor aanpassingen. Dat brengt wederom een inspanning met zich mee. Van Nunen: “Duurzaamheid gaat niet alleen over energiemaatregelen, maar ook over het opnieuw benutten van bouwmaterialen en het opvangen van regenwater. En ook over de toekomstbestendigheid van gebouwen en hoe gezond het binnenklimaat is, want leef je eigenlijk wel prettig in je woning?”
Het onderdeel gezondheid is direct te koppelen aan de impact van klimaatverandering, met extremere weersomstandigheden in de winter en hetere zomers. “Er is smogvorming in de steden en straten staan blank als het hard regent. Daar kunnen we in de gebouwde omgeving oplossingen voor bedenken en kwaliteit aan toevoegen om het wonen aantrekkelijk te maken.”

We mogen daarbij volgens Van Nunen niet vergeten dat de bouw- en vastgoedsector een grote stempel drukt op een maatschappelijke opgave als de klimaatverandering. “Zo stoten we 42,3 megaton CO2 uit in de gebouwde omgeving, als je onderdelen als transport en energievoorziening meerekent. Transport heeft een aandeel van 2,2 megaton CO2, 7,5 megaton wordt door de industrie uitgestoten en 7,8 megaton schrijven we toe aan de energievoorziening. Met de oplossingen die we aanbieden, maken we impact en oefenen we invloed uit op onze toekomst. Dat betekent dat we ons op totaalconcepten moeten richten die op méér dan energie focussen. We moeten gaan voor oplossingen met een integrale kwaliteit.”

Menukaart

Maar hoe wordt duidelijk wat ‘kwaliteit’ is? Een menukaart kan een middel vormen om dat duidelijk te maken. “Bijvoorbeeld over de energiebesparing en het comfort dat je levert met een oplossing. Of de hoeveelheid vierkante meters die vrijkomen dankzij een ingreep. Als je de kwaliteit identificeert en transparant maakt, kun je kiezen om het nu of op een later moment te doen. We kunnen niet bij alle 7,5 miljoen huishoudens aan tafel zitten om de benodigde snelheid te maken, dus ga op zoek naar herhalingsmogelijkheden.”

Ondertussen moeten in 2030 de eerste 1,5 miljoen woningen verduurzaamd zijn, dus is er werk aan de winkel. “Die snelheid moeten we maken, maar dan wel op de juiste manier. Zo moeten we ons niet alleen bekommeren om de isolatie voor energiebesparing, maar ook over hoe je het binnenklimaat aangenaam houdt. In de winter is het prettig om warmte binnen te houden, maar zeker in de zomer wil je voorkomen dat je woning te warm wordt. En ventileren is in alle seizoenen belangrijk.”

“Denk dus verder dan alleen energie, ook al zorgt de actualiteit voor veel aandacht hiervoor. Daardoor krijgen integrale en totaaloplossingen een belangrijke rol.” Geraerts sloot zich daarbij aan: “DUCO wordt steeds eerder aan tafel gevraagd om mee te denken over die totaaloplossingen. We krijgen meer vragen over de ventilatie en de koeling, onder andere door de urgentie van het minimaliseren van de milieu-impact en de klimaatverandering.”

Balans tussen energiebesparing en gezondheid

Hoe pak je verduurzaming dan in de praktijk aan en hoe zorg je voor een gezond binnenklimaat? Daarover sprak Caspar Houben, technisch commercieel adviseur van DUCO. Eerst benoemde hij het belang van een gezond binnenklimaat. “We brengen zo’n 90% van onze tijd in gebouwen door. We zijn op het werk, zitten in de auto of trainen in de sportschool. Een gezond binnenklimaat moet altijd centraal staan om voor een fijne en gezonde leefomgeving te zorgen.”

Toch staat een gezond binnenklimaat soms lijnrecht tegenover energiebesparing. “Ventileren kost eigenlijk altijd energie, dus je krijgt te maken met warmteverlies en stroomverbruik. Te veel ventileren betekent energieverspilling en te weinig zorgt voor een ondermaats binnenklimaat. Daarom is het zaak dat we de regeling van het ventilatiesysteem optimaliseren en zoveel mogelijk automatiseren.”

Het ventileren is opgebouwd uit drie verschillende principes: het tijd-, vraag- en zonegestuurd ventileren. “Bij vraaggestuurd ventileren zien we dat er minder ventilatieverliezen zijn en dat er gemiddeld minder wordt geventileerd, maar wel op tijdstippen dat het nodig is. Bij gebalanceerde ventilatie gaan de ventilatieverliezen omlaag, dus dat is een aardige stap vooruit om het energieverbruik te verminderen en het comfort en de luchtkwaliteit te verbeteren.”

Met het zonaal ventileren worden ook grote stappen gezet. “Dan wordt onder andere het ventilatiedebiet een stuk teruggebracht, maar zie je wel de factoren gezondheid, comfort en duurzaamheid verbeteren. Daarmee realiseer je een interessante balans tussen energiezuinigheid en gezondheid. In België is zonegestuurd ventileren al de norm, maar in Nederland is er nog winst te behalen.”

Ladder van Koeling

Voldoende ventilatie kan voor een gezond binnenklimaat zorgen en verkleint de kans op oververhitting. “We zien problemen met de opwarming van steden en woningen en merken dat er te weinig natuurlijke koeling is. In de Ladder van Koeling zien we dat de eerste stap de creatie van een koele omgeving betreft. Zorg bijvoorbeeld met voldoende groen voor meer schaduw en leg waterpartijen aan. Vervolgens is het zaak om warmte te weren, onder andere door de oriëntatie van het gebouw, de woningindeling en de zonwering. De derde pijler is passief koelen door nachtventilatie, seizoensopslag en thermische massa. De vierde stap is actieve koeling, bijvoorbeeld met een lucht-waterwarmtepomp.”

Houben adviseert dan ook om de eerste stappen van de Ladder van Koeling niet over te slaan. “Integendeel, richt je eerst op de mogelijkheden van zonwering, zomernachtventilatie en regulier ventileren. In de praktijk laten we de impact van deze maatregelen al zien, onder andere bij een project in Emmeloord. Dat betreft een all-electric renovatietraject van vier flats, waar we DucoSlide en DucoGrille toepasten. Eerstgenoemde is een extern zonweringssysteem met schuifpanelen, laatstgenoemde een muurrooster dat je tegen een bestaand kozijn zet. Beide systemen zijn BENG-proof, inbraak-, insect- en regenwerend. Dit project, in opdracht van woningcorporatie Mercatus, laat zien dat er voldoende mogelijkheden zijn om passief te koelen en een gezond binnenklimaat te creëren.” 

Tekst: Marvin van Kempen
Beeld: DUCO
Foto boven: v.l.n.r. Richard Geraerts, Caspar Houben en Haico van Nunen

Deel dit artikel

permalink