Impact en restwaardering van maatschappelijk vastgoed

Maak inzichtelijk wat de impact is van verduurzaming en zorg voor een duidelijke restwaardering. Onderzoek kansen van innovatieve financieringsvormen die helpen om de volgende stap te zetten en zorg bestuurlijk voor lef en bewustwording in de complete organisatie. ‘Begin gewoon!’

Dit waren belangrijke uitkomsten van een rondetafelgesprek over het versnellen van de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, georganiseerd door Giesbers Servicebouw en Duurzaam Gebouwd. Met een treffende locatie: de verduurzaamde sport- en evenementenlocatie Maaspoort in Den Bosch (foto boven).

Het rondetafelgesprek vond plaats op 1 november 2022: nog 86 maanden te gaan tot 2030. Hét moment waarop we 55 procent reductie van de uitstoot van schadelijke broeikasgassen gerealiseerd moeten hebben. Hoewel het doel duidelijk is, geeft het IPCC-rapport en het onlangs verschenen VN-onderzoek aan dat we achterlopen en de (maximaal) 1,5 graad Celsius opwarming wellicht niet meer halen. Tegelijkertijd weten we dat we als bouw- en vastgoedsector een grote impact kunnen maken. Door onder andere het versneld doorvoeren van de energietransitie, door materialen niet meer af te danken en opnieuw te gebruiken én door ervoor te zorgen dat onze gebouwen mensen gezond maken. De kansen liggen niet alleen in de woningbouw, ook in de utiliteitssector staan duizenden maatschappelijke gebouwen te wachten op een renovatie.

Den Bosch pakt aan

Dat we hongerig zijn om te verduurzamen, illustreert Mitchell Gmelich van Van Draeckeburgh Subsidies & Financieringen aan de hand van een actualiteit: “De DUMAVA, de subsidie voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, was binnen enkele dagen overtekend.” Ook de gemeente ’s-Hertogenbosch heeft de subsidieregeling aangevraagd, al werd de Maaspoort al eerder verduurzaamd.
Leo de Koster van de gemeente vertelt: “De daken zijn bijna volledig benut voor de plaatsing van zonnepanelen en de Warmte Koude Opslag zorgt voor de duurzame energievoorziening in zowel het verzamelgebouw Maaspoort als de sportaccommodatie Flik-Flak. Deze gebouwen zijn bijna energieneutraal. We gebruikten eerst 150.000 m3 aan gas en dat hebben we teruggebracht naar 8.000 m3. In 2016 gebruikten we 640.000 kW aan stroom en in 2021 reduceerden we dat naar 210.000 kW.”

Foto boven: Vincent van Ernich, Paul Martinus, Hubert-Jan van den Brink, Leo de Koster, Rob Wouters, Richard Swinkels, Wouter Roemaat, Mitchell Gmelich.

De sporthal is een van de honderd gebouwen die in drie jaar tijd zijn verduurzaamd. Hubert-Jan van den Brink van Giesbers Servicebouw en Rob Wouters van RWO projectmanagement & advies weten meer van de aanpak. Zij werken samen met de gemeente ’s-Hertogenbosch. Van den Brink: “Alle bestaande gebouwen van de gemeente moeten minstens een label B behalen en we willen zo groot mogelijke stappen zetten, liefst naar energieneutrale gebouwen. De aanpak van ’s-Hertogenbosch vraagt om bestuurlijk lef, want honderd gebouwen in drie jaar tijd verduurzamen, dat is een flinke klus.”
Wouters voegt toe: “De aanpak van de gebouwen vindt plaats in drie groepen. Elke groep bestaat uit drie clusters met elk ruim dertig gebouwen. De maatregelen die we doorvoerden hebben een terugverdientijd van 25 jaar of korter. Het geld dat we verdienen met de energiebesparing besteden we weer aan de verduurzaming. Ondertussen hebben 89 gebouwen zelfs een label A en dankzij de maatregelen besparen alle gebouwen samen 36 procent gas. We hebben nog wel een stap te gaan om CO2-neutraal te worden. Ook in Tilburg zetten we verduurzamingsstappen, samen met Giesbers.”

Creatieve oplossingen zoeken

Verduurzamingsmaatregelen werden in het geval van ’s-Hertogenbosch voor een deel ingevuld met het geld dat vrijkomt dankzij energiebesparing. Daarnaast werd vier miljoen ingebracht om renovatie van het maatschappelijk vastgoed op stoom te laten komen. In die financieringsopgave ziet Richard Swinkels van Van Aarle De Laat een grote uitdaging. “Het ontbreekt vaak aan de middelen om een verduurzaming mee uit te voeren. Dat speelt voor maatschappelijk vastgoed in het algemeen en in het bijzonder voor de verduurzaming van zorgvastgoed, ons specialisme. Het is op dit moment zoeken naar creatieve oplossingen voor deze drempel.”

Vanuit zijn dagelijkse praktijk bij Alba Concepts wist Wouter Roemaat hier voorbeelden van te noemen: “Door je te richten op de restwaarde krijgen circulaire en losmaakbare materialen meer gewicht. Met het oog op ons carbon budget en de mogelijke CO2-beprijzing is het essentieel om circulair te integreren in al onze opgaven. Andersoortige rendementen meenemen vormt daarbij een mogelijk oplossing, een valuecase in plaats van een businesscase. Denk bijvoorbeeld aan sociale waarden of de winst op het gebied van gezondheid. Zo kan een beter binnenklimaat zorgen voor een verlaging van ziekteverzuim of een stijging van arbeidsproductiviteit. De uitdaging zit in het kwantificeren van deze elementen.”
Swinkels geeft ook aan dat er altijd een intrinsieke motivatie moet zijn voor de verduurzaming. “Dit werkt alleen als er bestuurlijk lef wordt getoond en de bereidheid er is om aan zo’n value case te rekenen. Dat is een vereiste.”

Grotere impuls

Daarnaast kan de bancaire sector volgens de experts bijdragen aan de transities door op het vlak van financiering een duit in het zakje te doen. Zo werd recentelijk door de Triodos Bank een stimulans geïntroduceerd voor de woningbouw rond het toepassen van alternatieve bouwmaterialen. Voor de utiliteitsbouw kan er ook gestimuleerd worden met bijvoorbeeld duurzaamheidsleningen.
Gmelich: “ING biedt klanten die verduurzamen een gunstige lening. Als je bijna renteloos kunt verduurzamen, is de impuls natuurlijk een stuk groter.”

Paul Martinus van Unica Building Services is het daarmee eens, maar legt de nadruk op het feit dat gebouweigenaren eerst inzicht nodig hebben over hoe de huisvesting presteert: “Een essentiële randvoorwaarde is de data over wat je in huis hebt, zodat je eenvoudiger kunt beslissen over de mogelijke verduurzamingsroute. En zelfs als je al die data in huis hebt, is een verduurzaming niet vanzelfsprekend.”

Lees het complete interview nu verder in ons gratis digitale magazine Energietransitie.
In hetzelfde magazine ontdek je nog veel meer over de DUMAVA-regeling.

Tekst: Marvin van Kempen

Deel dit artikel

permalink