Duurzame verwarming corporaties: uitdagingen en oplossingen

Met de stormachtige ontwikkelingen op het gebied van verwarmingsinstallaties als de warmtepomp, staan woningcorporaties voor lastige keuzes. Welke afwegingen maak je dan en welke oplossingen rollen daar uit? Bij woningcorporatie Woonwaarts is Frank Tas verantwoordelijk voor deze installaties. Hij legt uit hoe hij bij installaties van ATAG terechtkwam en wat de komst van hybride opstellingen allemaal betekent.

“Hoe we tegenwoordig moeten gaan verduurzamen en met welke oplossingen, blijft vaak nog veel te abstract. Vandaar dat ik vaak hoor: ‘Waarom schiet het nou niet op?’ Pas als je weet wat de opgave is en je echt met je voeten in de klei en dus in zo’n woning zelf staat, kun je alle aspecten goed samenvoegen en ontdekken of je oplossing klopt en werkt. Daar ligt momenteel een uitdaging.”

Het is een rake conclusie van Frank Tas, die we uitgebreid spreken over het verduurzamen van de portefeuille van zijn werkgever Woonwaarts. In de gemeenten Nijmegen, Beuningen en Druten bezit en beheert deze woningcorporatie 11.500 verhuureenheden. Naast de betrokkenheid bij de installaties is Tas, van origine een bouwkundige, ook projectleider planmatig onderhoud. Woonwaarts voert het motto ‘Thuis In de buurt’, wat voor Tas (foto onder) onder meer inhoudt dat hij huurders zo goed mogelijk bedient en naast de generieke projecten zo nodig ook maatwerk levert.

Op weg naar gasloos

Woonwaarts is actief in vijf deelgebieden met elk een vaste bouwkundige ketenpartner. Voor alle gebieden zijn nog eens drie installateurs actief. Als een complex woningen op basis van het planmatig onderhoud moet worden aangepakt, stelt de ketenpartner van dat gebied een specifiek scenario op. Tas: “En dat op basis van onze verduurzamingsopgave en in relatie tot de begroting die we hebben liggen. Er is een prioritering in de begroting aangebracht op basis waarvan is besloten in welke volgorde we de verschillende complexen de aankomende jaren verduurzamen. Na het beoordelen van de isolatie in de schil pakken we de installaties aan. Omdat we niet meteen elk complex gasloos maken, kent onze ‘routekaart duurzaamheid’ naar 2050 een aantal stappen waar we naartoe werken.”

Wat er per complex van woningen precies gebeurt, is afhankelijk van diverse cycli van het planmatig onderhoud. Daarbij speelt de ene keer het vervangen van het dak een rol en de andere keer wordt gekozen voor het beter isoleren van de gevel. En dan nog kan niet altijd snel worden gestart, want ook de vereisten in de Flora- en Faunawetgeving kunnen nog voor uitstel zorgen. Tas vervolgt: “Als die planning samenvalt met de mogelijkheid om te verduurzamen naar een Energielabel A of naar gasloos, bekijken we met de installateur wat we precies kunnen gaan uitvoeren. Je moet dat goed plannen op basis van de financiën, de aanwezige menskracht en het planmatig onderhoud. Inmiddels ben ik er wel achter dat het niet zo makkelijk is als we allemaal denken.”

Hybride als tussenstap

Woonwaarts heeft in de beleidsplannen opgenomen om zo snel mogelijk woningen met de Energielabels E, F en G uit te faseren. Daarnaast spelen de prestatie- en klimaatafspraken voor 2030 en 2050 een rol en sinds een jaar is er ook nog de eis dat vanaf 2026 bij elke ketelvervanging een (hybride) warmtepomp moet worden toegepast.

Tas: “Daarmee willen we zo snel mogelijk beginnen. Dat betekent voor dit jaar het plaatsen van 150 hybride opstellingen in drie complexen. Eén daarvan is wat lastiger, dus we bekijken met de installateur en aannemer goed of het kan en wat het financieel betekent. Ten opzichte van het budget dat we daarvoor hadden vrijgemaakt, moesten de prijzen inmiddels al flink worden aangepast. Dus ik moet extra budget aanvragen. Vervolgens gaan we naar de huurders toe om te vragen of zij ook willen meedoen.”

Mankracht

“Wij vervangen gemiddeld vijfhonderd ketels per jaar”, vertelt Tas, “en dat kan echt niet in één keer allemaal hybride of all-electric worden. Er loopt daarom van alles door elkaar, maar toch moeten we die aantallen cv-ketels nu wel elk jaar vervangen. Door ervoor te zorgen dat we dat nu echt goed plannen, schept dat extra ruimte om na 2026 alleen nog maar de verplichte hybride installaties te kunnen gaan ophangen. Want dat is een opgave die veel van iedereen gaat vragen.”

“De grootste uitdaging zit nu in ons bestaande bezit met standaardwoningen. We werken daarbij met de cv-ketels van ATAG, waarvan de P-serie vorig jaar op de positieve lijst van de MIA\Vamil-regeling stond. Dan kun je een behoorlijk deel van je investeringen terugkrijgen. Door de verwachting van de overheid dat cv-ketels uitgefaseerd worden, vallen deze ketels echter niet meer onder die regeling en dat is jammer. Het zijn prima ketels. Bovendien zie je nu, in de aanloop naar 2026, dat cv-ketels nog eens extra aan het boomen zijn. Ik snap dat wel: iedereen gaat nog even snel zijn ketel vervangen.”

Lees nu het complete interview met Frank Tas in ons gratis digitale magazine Energietransitie.

Tekst Ysbrand Visser
Beeld: ATAG, F. Tas
Foto boven (Google Maps): Woonwaarts paste de ATAG-ketels toe in het project Lankforst (Nijmegen).

Deel dit artikel

permalink