‘Gezond en slim gebouw raakt nooit uit de mode’

Een jaar geleden startte Croonwolter&dros met de revitalisatiepropositie, als antwoord op de leegstandsproblematiek die ons land al jaren teistert.

“We zien dat de markt aantrekt en dat bestaand vastgoed weer nieuw leven wordt ingeblazen.”

Die verandering lijkt vooral sinds 2018 goed merkbaar. Zowel de economie als de strenger wordende wet- en regelgeving stuwen richting energiebesparende maatregelen. “Dit helpt zeker mee”, weet revitalisatiedirecteur Marc Hopman (foto onder) van Croonwolter&dros. “In 2023 is een energielabel C verplicht voor kantoren en in 2030 moet je een A-label hebben, anders wordt verhuur of verkoop lastig.”

Plannen vooruitschuiven

Energiebesparing en de renovatie of transformatie naar een duurzaam gebouw staan daardoor vaker op de agenda tijdens bestuursvergaderingen. “Je ziet bij gebouweigenaren dat er verschillende visies en motivaties meespelen bij verduurzaming. De plannen om een gebouw onder handen te nemen, worden nog wel eens vooruitgeschoven. Dat kan verschillende oorzaken hebben, waaronder een onduidelijk Meerjarenonderhoudsplan, afwachten op betere technologieën of simpelweg een gebrek aan tijd en geld.”

Om gebouweigenaren te ondersteunen in dit beslissingstraject introduceerden Croonwolter&dros en Corporate Facility Partners de CSR manager tool. De tool laat gebouweigenaren en gebruikers een gratis energiescan van een gebouw uitvoeren, zodat ze een duidelijker plan kunnen vormen over de benodigde ingrepen en het daarbij behorende tijdsbestek. “Je krijgt informatie over de renovatie naar label C, B of A en hoeveel CO2 je kunt besparen, maar ook over de terugverdientijden van de benoemde maatregelen.”

Verandering zien

Idealiter blijft dit begeleidingstraject niet alleen op de pijler energie steken. De campagne ‘C-the Change’, letterlijk ‘Zie de verandering’, moet de verduurzaming verder brengen dan alleen het energetische deel. “We willen een aantal omslagen teweegbrengen in de bouw- en vastgoedsector. Naast de upgrade in energielabel zijn er andere pijlers die wellicht nog wel belangrijker zijn om over na te denken. Ik heb het dan over het gezonder en slimmer maken van gebouwen.”

Vergeleken met energie- en dus kostenbesparing leven deze onderwerpen minder bij verhuurders of eigenaren van vastgoed. “Dat is vreemd, aangezien er aangetoond is dat men voor duurzaam en gezond vastgoed een hogere huurprijs per m2 kan vragen. In een gezond gebouw neemt immers de productiviteit van de medewerkers toe en het ziekteverzuim af. Dit heeft alles te maken met het feit dat een groot deel van onze gezondheid en welzijn wordt bepaald door de fysieke omgeving.”

Value case

Toch merkt de verhuurder een groeiende wens van de eindgebruiker om een pand met een gezond en comfortabel binnenklimaat te huren. Een gezond, slim en duurzaam gebouw om in te werken, trekt getalenteerd personeel aan. “Gezondheid wordt steeds belangrijker binnen onze maatschappij en bij onze young professionals. We dragen bijvoorbeeld wearables die onze gezondheid registeren. Hierdoor zijn we dagelijks met onze gezondheid bezig. Door niet meer te denken in alleen een businesscase, maar in plaats daarvan met een value case te werken, proberen we beleggers en eindgebruikers te bewegen te investeren in gezonde, duurzame en slimme gebouwen.”

In zo’n value case wordt niet alleen gekeken naar het rendement van het vastgoed, maar ook naar het rendement van de totale bedrijfsvoering van de huurder. “Daarnaast kiezen jongeren eerder voor een bedrijf of organisatie met comfortabele en gezonde werkplekken.” Hopman: “Ondertussen zien we in het hele land goede voorbeelden van gezond, duurzaam en vitaal vastgoed.”

Paradepaardje

The Edge in Amsterdam was een eerste ontwikkeling, die vrijwel iedereen in de bouw- en vastgoedsector kent als duurzaam paradepaardje. Dit is een koploper op het vlak van slimme oplossingen voor onder andere een persoonlijk binnenklimaat en sensortechnologie.

“Gelukkig zijn er meer voorbeelden van dergelijke slimme en gezonde gebouwen. Zo is er het gouvernementsgebouw in Maastricht (foto boven), het provinciehuis in Limburg en ons eigen hoofdkantoor MM25. Verder hebben we bijgedragen aan het QO Hotel in Amsterdam en een all-electric kantoorpand. Er zijn dus genoeg goede voorbeelden van gebouwen die een bijzondere focus hebben op het welbevinden van gebruikers, maar als Croonwolter&dros willen we er vanzelfsprekend meer, om bij te dragen een aan duurzamere en gezondere leefomgeving.”

Een andere component van de campagne en de strategie is het realiseren van smart oplossingen in een gebouw. Deze oplossingen helpen om meer grip te krijgen op de werking en het gebruik van het gebouw. Dat komt de verduurzaming van het gebouw weer ten goede. Deze technologieën zijn weer rechtstreeks verbonden aan het realiseren van energiezuinig en gezond vastgoed.

“Een smart building maakt het gebruikers eenvoudig om het gebouw gezond te houden. Een deel is zelfsturing door het gebouw, een deel is zelfsturing door de eindgebruiker, om zo zijn eigen instellingen op de werkplek te creëren, en een deel is het optimaliseren door data en monitoring. Dit alles maakt dat technologie een steeds belangrijker onderdeel wordt van projecten.”

Modulair en circulair

Toch zijn er uitdagingen die niet eens te maken hebben met de techniek zelf. “De bouwsector kampt met een tekort aan arbeidskrachten. Hierdoor is onze sector genoodzaakt om met hetzelfde aantal mensen meer werk te verzetten, anders krijgen we het verduurzamingsvraagstuk niet ingevuld.”

Om de marktveranderingen aan te kunnen, vormt de modulaire aanpak een geschikte route. “We kunnen een deel van het tekort aan mankracht ondervangen door meer fabrieksmatig te werk te gaan, bijvoorbeeld door prefab te bouwen en complete gebouwonderdelen in geconditioneerde omgevingen te maken. Daarnaast is het belangrijk om ook echt gebruik te maken van de data en de monitoring die we in gebouwen onderbrengen, want dit gaat ons helpen om efficiënter te werk te gaan. Hierdoor kunnen we met hetzelfde aantal mensen meer projecten uitvoeren.”

Voor Croonwolter&dros ziet Hopman daarom een verschuiving in de adviesrol. “Tegenwoordig is het een integrale adviesrol. We zien dat de uitvraag van opdrachtgevers niet altijd overeenkomt met wat men uiteindelijk wil. Daarom helpen wij opdrachtgevers om deze doelstellingen scherp te krijgen en komen we met gerichte oplossingen om opgaves in te vullen.”

Dat betekent ook dat contractconstructies de revue kunnen passeren. “We kunnen prestatiecontracten koppelen aan een realisatie en het is zelfs mogelijk om van bezit naar gebruik te gaan. Een circulair en modulair gebouw dat ook nog eens gezond en slim is, raakt namelijk nooit uit de mode.”

Foto boven: MM25, het hoofdkantoor van Croonwolters&dros.

Deel dit artikel

permalink