‘Binnen drie jaar komt er wetgeving over duurzamer bouwen’

Klanten van Michel Hoogendoorn willen steeds vaker weten hoe bouwprojecten duurzamer kunnen worden gerealiseerd. Blijft die vraag uit, dan draagt de directeur projectrealisatie van J.P. van Eesteren zelf duurzame alternatieven aan en hamert ook op het belang van de reductie van verpakkingen en afval. Het zal volgens hem niet lang meer duren, voordat er wetgeving komt over de CO2-footprint van je bouwlocatie.

Met alle aandacht voor duurzaamheid in de bouw kunnen we volgens Michel Hoogendoorn (foto rechts) alleen maar blij zijn. Want wie wil er nog meer vervuiling, verspilling en overconsumptie? Hoogendoorn: “Wij krijgen steeds vaker de vraag van klanten en investeerders: zijn er duurzame alternatieven voor de standaardmaterialen? Duurzaamheid krijgt ook een steeds grotere nadruk in de gesprekken met de partners die we selecteren voor een project. We vragen ons bijvoorbeeld af hoe duurzaam hun producten geproduceerd zijn en wat het bedrijf aan afvalreductie doet.”

Wetgeving

Op het gebied van duurzaamheid binnen de utiliteitsbouw wil J.P. van Eesteren vooroplopen en de kwesties versneld aanpakken. Met het Klimaatakkoord als basis is het vooral zaak de CO2-footprint omlaag te brengen. Omdat duurzamer bouwen zelfs een verplichting gaat worden, is daarop vooruitlopen van belang, aldus Hoogendoorn. “Er is in Europa wetgeving in de maak om de import van producten te belasten met een CO2-toeslag. Het zal ook niet lang meer duren voordat er in Nederland wetgeving is over de stikstof- en CO2-footprint van je bouwlocatie en over de duurzaamheid van toegepaste materialen. Het is niet de vraag of deze wetgeving er komt, maar hoe snel. Dat is niet alleen mijn persoonlijke overtuiging, maar ook die van TBI, de groep van ondernemingen waaronder we vallen. Ik verwacht binnen een jaar of twee, drie.”

Verpakkingen

Gevraagd naar de praktijk van duurzaam bouwen, geeft Hoogendoorn aan dat zijn bedrijf inventariseert wat de CO2-afdruk is van veelvoorkomende producten en materialen, zoals verf, lijm en tapijt, en of er duurzamere, gezondere alternatieven zijn. Hoogendoorn: “Klanten zijn vaak niet op de hoogte van die mogelijkheden. We zijn verder vorig jaar begonnen om op alle bouwlocaties zonnepanelen op de bouwketen te leggen. We bezitten een aantal elektrische vrachtwagens en bussen, en alle bouwkranen zijn ook al elektrisch.”

“Verder proberen we samen met onze toeleveranciers en onderaannemers de afvalberg te reduceren. We moeten meer gaan hergebruiken, recyclen en ervoor zorgen dat je verpakkingen kunt hergebruiken. Die moeten ook lichter worden, zodat het minder energie kost om ze te transporteren. Heel veel bouwmaterialen worden verpakt, in plastic, karton, houten kratten of pallets, en dat kan wel wat minder. Zo kunnen we bij een andere leverancier misschien wel tapijttegels zonder al die kartonnetjes ertussen krijgen.”

Investeren

Gevraagd naar de prijs van duurzamer bouwen, antwoordt Hoogendoorn: “Goedkoop is duurkoop, maar voor duurzaam bouwen gaat dat niet op. Dat doe je met een langetermijnvisie. Helaas wordt echter nog vaak naar de kortetermijninvestering gekeken. Gelukkig wordt er wel steeds meer gebouwd met hout in plaats van bijvoorbeeld beton. Voorheen was staal nog iets goedkoper dan beton, maar sinds de Rusland-sancties is de prijs van staal enorm gestegen.”

“De huidige marktomstandigheden maken het zoeken naar duurzame oplossingen niet makkelijker”, vervolgt Hoogendoorn. “Daarom investeren wij ook zelf in duurzaamheid. Bijvoorbeeld in Madaster, het materialenpaspoort waarin je registreert welke materialen er allemaal gebruikt zijn in een gebouw, zodat je die kunt hergebruiken als het gebouw gesloopt wordt. Die gegevens invoeren kost veel tijd. Mondjesmaat beginnen klanten ernaar te vragen en op een gegeven moment wordt dit gemeengoed, zoals dat ook bij de LEED- en BREEAM-certificaten is gebeurd. Zo hebben we het kantoor van de Triodos Bank, dat we in 2019 hebben gerealiseerd, in Madaster ingevoerd. Het gebouw is remontabel en gebouwd met duurzame en hergebruikte materialen, het is energieneutraal en heeft het duurzaamheidscertificaat BREEAM Outstanding gekregen. Daar zijn we erg trots op.”

Circulair bouwen

Naar circulair bouwen wordt J.P. van Eesteren weleens gevraagd, maar die opgave blijkt vrij complex. Het is nu immers duurder om een recyclede deur of kozijn in te bouwen in een nieuwbouwproject dan een nieuwe uit de fabriek. Hoogendoorn: “De oude moet je er netjes uithalen en waarschijnlijk een beetje opknappen en transporteren naar de locatie waar je dat opknappen doet en vervolgens ook naar de bouwplaats. Stel dat de grondstoffen opraken, dan zal daarin wel een kentering komen. Of als er een verplichting komt om een bepaalde hoeveelheid materialen te hergebruiken.”

Voordat het zover is, moeten de duurzame ambities in Nederland nog verder worden opgeschroefd. Er zouden ook meer successen mogen komen, aldus Hoogendoorn. “De ontwikkelingen gaan wel goed, want duurzaamheid is steeds vaker onderwerp van gesprek. Tegelijkertijd hebben we natuurlijk last van de gestegen energieprijzen en de inflatie. De logistieke keten is verstoord door de nasleep van de corona-maatregelen en daar kwamen ook de Rusland-sancties bij. Die hele cocktail zorgt ervoor dat het een behoorlijke uitdaging is om duurzamer te werken.”

Veiligheid

“Je kunt tot slot de huidige duurzaamheidskwesties in de bouw vergelijken met de discussie over veiligheid, van een jaar of tien, vijftien geleden. Er waren toen nog partijen die de regels rond veiligheid minder nauw namen. De grote aannemers hebben zich echter verenigd in de Governance Code Veiligheid in de Bouw en nu staat veiligheid op één. Die cultuuromslag gaat er ook voor duurzaamheid komen. Andere bouwers hebben het thema ook op de agenda staan. Als een onderaannemer straks bij elk loket de vraag krijgt: 'Wat doe je aan duurzaamheid?', dan zal hij wel moeten. Dan komt die hele keten in beweging.”

Bron: Velox
Foto boven: Shutterstock

Velox is onder meer projectbegeleider voor aannemer J.P. van Eesteren (o.a.: renovatie Binnenhof, verbouwingen Hogeschool Utrecht, bouw 'Rooswijck 5' met houten draagconstructie).

Deel dit artikel

permalink