'Handen uit de mouwen bij innovatietender aardgasvrije wijken, woningen en gebouwen'

In het huidige regeerakkoord wordt aangegeven dat de gebouwde omgeving uiterlijk in 2050 aardgasvrij is. In 2030 gaat de kraan dicht en eind 2022 moet er in de bestaande bouw per jaar 30 tot 50.000 woningen aardgasvrij worden gemaakt. Een enorme opgave, waarvoor de bouw- en vastgoedsector moet investeren in innovatie en moet versnellen naar goedkopere en opschaalbare aardgasvrije oplossingen.

Foto: De Energy Barn was de locatie voor een van de bijeenkomsten

“Om die reden hebben we een subsidietender in het leven geroepen, om innovaties aan te wakkeren en financiële ruimte te geven”, geeft Daniël van Rijn van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aan tijdens de eerste bijeenkomst van de innovatietender aardgasvrije wijken, woningen en gebouwen in Groningen. “Vandaar zetten we gezamenlijk de volgende stap en inventariseren we hoe we succesprojecten kunnen opstarten.”

Dat is broodnodig, want de sector heeft nog een lange weg te gaan om compleet aardgasvrij te worden. “De Wet VET zorgt in ieder geval voor de nodige drive, want nieuwbouwwoningen mogen niet langer op gas worden aangesloten.” Daardoor is er volgens hem een groeiende vraag naar ontwikkelingen waarbij geen fossiele brandstoffen meer worden ingezet.

De vrijgekomen financiële ruimte bedraagt € 12,8 miljoen. “In Nederland hebben we te maken met diverse types woningen en utiliteitsbouw in verschillende omgevingen. De kosten voor het aardgasvrij maken varieert dan ook aan de hand van deze plaatselijke situaties.” Om Nederland sneller van het gas af te krijgen moeten er goedkopere innovaties verschijnen. “Daardoor kiezen bewoner, corporatie en gebruiker sneller voor deze oplossingen.”

Presentatie tijdens een van de bijeenkomsten van de innovatietender

Hogere kwaliteit door industrieel bouwen

Een tweede doel is het verhogen van kwaliteit en het handhaven ervan. “Dat kan ook innovatie zijn op het gebied van akoestiek of de grootte van het object. Het belangrijkste is dat het moet bijdragen aan versnelling.” Hierbij kan industriële bouw uitkomst bieden om op te schalen. “Bouwen in de fabriek vormt een kans om binnen een kort tijdsbestek omvangrijke innovaties in de markt te zetten. De bouw mist handen, dus fabrieks- en seriematige bouw kan uitkomst bieden bij deze uitdaging.”

Het indienen van projecten verloopt als consortium. “Minimala twee, met idealiter een partij die aan de vraagzijde zit.” Van Rijn doelt op een opdrachtgever, die het product of de dienst gaat toepassen. “Bijvoorbeeld een woningcorporatie, of degene die een warmtenet in eigendom heeft en de volgende stap wil maken.”

Het beoordelen van de inzendingen verloopt op basis van 4 criteria. “Allereerst moet het passen in de programmalijn van aardgasvrij bouwen. Daarnaast moet het de Nederlandse economie en innovatie stimuleren. Verder moet het een gedegen voorstel zijn en moet er het vertrouwen zijn dat het consortium het aan kan. Per deelnemer is er een maximale subsidie van € 125.000 en per project € 1.000.000.”

De handen kunnen uit de mouwen, want het is op dit moment al mogelijk om een voorstel in te dienen. “De beoordeling zelf vindt pas plaats op het moment dat alle inzendingen binnen zijn, met een sluitingstijd van 11 september aanstaande om 17.00 uur. De inzending wordt afgewezen als niet alle documenten zijn ingeleverd.”

Tijdens de bijeenkomsten was er voldoende ruimte om met gelijkgestemden te sparren over innovaties en projecten

Grootste opgave

Namens TKI Urban Energy vertelde Niels Rood vervolgens over het maken van de verbinding tussen markt- en overheidspartijen. “Deze transitie is de grootste opgave waar Nederland mee te maken krijgt. Angst is hierbij een slechte raadgever: we moeten aan de slag en het vergt veel van het bedrijfsleven. Tegelijkertijd is het een enorme kans: het is veel handel en een exportproduct.”

Volgens hem schuilen er diverse voordelen aan de consortiumaanpak van de innovatietender. “Het is goed om een taakafbakening op te nemen voor de diverse betrokken ketenpartners. Misschien nog wel het belangrijkste is de verbinding tussen innovatie en de eindgebruiker. De consortia kunnen een grote bijdrage leveren aan een wijkgerichte aanpak.”

Niet alleen de innovatietender zorgt voor de nodige versnelling. “Er zijn nog meer subsidies op het gebied van verduurzaming. Het draait vooral om de innovatie en om de impact die ermee bereikt kan worden.” 

Na de presentaties werd in groepen concreet aan de slag gegaan met de opgave om innovaties en consortia te vormen. Hierbij hadden de deelnemers de mogelijkheid om met een adviseur te sparren over specifieke ideeën.

Sinds 3 april 2018 kunnen aanvragen worden ingediend. Vóór 11 september 2018 moet de subsidieaanvraag bij RVO binnen zijn. Bekijk ook de aanvraagpagina voor extra informatie. Eerder publiceerde Duurzaam Gebouwd een overzichtsartikel over het belang van de tender.       

Deel dit artikel

permalink