Duurzame herontwikkeling in Amsterdam goed voor schatkist

In de Amsterdamse wijk Oostenburg werkt het Rijksvastgoedbedrijf mee aan de snelle herontwikkeling van het gebied met sociale huurwoningen, dure koopappartementen en alles ertussenin. Bijzonder, gezien de ‘ruige’ locatie die eeuwenlang een gesloten bolwerk van zware industrie was. En ook bijzonder door de duurzame aspecten en vooruitstrevende afspraken.

Het Rijksvastgoedbedrijf werkt mee aan de aanpak van de actuele woningnood door bijvoorbeeld voormalige rijkskantoren om te bouwen tot appartementen of door rijksgrond te verkopen of geschikt te maken voor woningbouw. Het Amsterdamse Oostenburg is in dat kader, met ongeveer 425 nieuwbouwappartementen, een kleinschalig project. Op (voormalige) rijksgronden zoals het voormalige marinevliegkamp Valkenburg verrijzen 5.600 woningen en in Almere Pampus komen zelfs 25.000 tot 30.000 woningen.

Het noordelijke stuk van het eiland Oostenburg (foto boven) wordt sinds enkele jaren herontwikkeld. Naast de monumentale Van Gendthallen en het INIT-gebouw met daarin Gemeentewerken en de Volkskrant, bouwt Stadswerf Oostenburg Ontwikkeling B.V. nieuwe appartementencomplexen. De woningen worden, aldus projectmanager Gilbert ten Brink (Rijksvastgoedbedrijf), klimaatneutraal, zijn zwaar geïsoleerd en worden deels gebouwd met gerecycled materiaal. Ze hebben eigen zonnepanelen, warmtepompen en groene daktuinen.

Bouwrijp: geen verrassingen in de grond

Als directe rechtsopvolger van de eerste eigenaar, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, werd de staat in 1799 eigenaar van de grond op Oostenburg. Ten Brink was in 2018 nauw betrokken bij de verkoop van de laatste hectaren van die rijksgrond. “Het Rijksvastgoedbedrijf bood de grond op Oostenburg bouwrijp aan. Toen we in 2015 aan het project begonnen, was het namelijk crisis. Om potentiële kopers te verleiden, hebben we zoveel mogelijk risico’s weggenomen. Onderzoeken naar bijvoorbeeld bodemverontreiniging en archeologische resten hebben we al vóór de verkoop laten uitvoeren. Zo zaten er geen verrassingen meer in de grond, die vertraging zouden kunnen opleveren.”

Er werden met de gemeente ook afspraken gemaakt over de verdeling in sociale huurwoningen en huurwoningen uit het middensegment (tot € 1.000). Met deze eisen aan de ontwikkelaars zorgt de gemeente ervoor dat de nieuwe buurt voor iedereen betaalbaar is.
Het Rijksvastgoedbedrijf drong erop aan om huurwoningen uit het middensegment in de overeenkomst op te nemen. Ten Brink: “Die voorwaarde wilden we er per se in hebben vanwege het grote tekort aan betaalbare huurwoningen in Nederland. Het feit dat we hier afspraken over hebben gemaakt is vrij zeldzaam en daarmee echt vooruitstrevend. Onze oorspronkelijke wens was 16% huurwoningen voor het middensegment. Uiteindelijk heeft de lokale politiek in overleg met het Rijksvastgoedbedrijf deze percentages aangepast naar 6% middensegment en 20% sociale huurwoningen.”

Functiemix

Oostenburg kreeg een nieuw organisch bestemmingsplan met een functiemix: op de kavel van 2 hectare worden nu zo’n 275 huur- en 150 koopappartementen gebouwd met op de begane grond commerciële ruimten. “Normaal zijn bestemmingsplannen heel rigide, maar hier kunnen de ontwikkelaars makkelijk schuiven met woon- en werkfuncties. Mooi hoor, zo’n dynamische mix van wonen en werken in een nieuwe buurt”, zegt Ten Brink (foto onder) enthousiast.

Miljoenen voor schatkist

Voor het Rijksvastgoedbedrijf was het belangrijk om op deze manier ook mee te werken aan de maatschappelijk doelen uit het regeerakkoord, zoals klimaatneutrale en betaalbare woningen. En niet te vergeten: de goede opbrengst. Ten Brink: “Het industrieterrein was 7 miljoen waard, maar als bouwrijpe grond werd dat wel tientallen miljoenen meer. Normaal gaat deze meerwaarde naar de projectontwikkelaar. Nu gingen die miljoenen, hoppa, terug die schatkist in”, besluit Ten Brink.

Lees nu het complete hele verhaal in Kei 11 van het Rijksvastgoedbedrijf.
Tekst: Marjolein Overmeer
Foto's Gilbert ten Brink: Kick Smeets
Luchtfoto: Skyfoto

Deel dit artikel

permalink