Duurzame projecten door voorbeeldige processen

Elk gebouw, elke woonwijk, elk ruimtelijk plan kan duurzaam worden ontwikkeld, ontworpen en uitgevoerd. Het is een kwestie van willen, weten en kunnen.

Opdrachtgevers, meestal overheden of marktpartijen, willen wel, maar weten vaak niet hoe. Meestal laten de omstandigheden (tijd, kosten, wetgeving) het (nog) niet toe.

De ervaring leert dat geslaagde projecten op het gebied van duurzaam bouwen duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting afhankelijk zijn van voorbeeldige en goedwillende opdrachtgevers die grensverleggend en vernieuwend durven te zijn en die van het prille begin tot en met de uitvoering nauw bij het project en het proces zijn betrokken.

Proces, proces, proces
Nederlanders zijn dol op lijstjes, normen, criteria, bouwstenen en stappenplannen. Dit geeft ons houvast en een gevoel van overzicht en controle in een ondoorgrondelijke wereld en een chaotische werkelijkheid die moeilijk is te duiden. Daarom hebben we de DCBA-methode, EPN-berekeningen, GreenCalc, Breeam, LEED, EPL, VPL, DPL, het NPDS en wat al niet meer.

Allemaal ontwikkeld door goedbedoelende hedendaagse alchemisten die dit keer niet op zoek waren naar het geheim van de schepping maar naar de sleutels om de schepping te redden.

Echter, het is niet de inhoud van de projecten, maar de processen rondom de projecten die bepalend zijn of gebouwen en woonwijken uiteindelijk duurzaam en vernieuwend zullen zijn. Het begint, iedere keer opnieuw, bij de manier waarop wij onze opdrachten interpreteren en de wijze waarop wij duurzaamheid bij onze opdrachtgevers, de eindgebruikers en alle andere betrokkenen onder de aandacht weten te brengen.

Beïnvloeden van processen
Architecten, stedenbouwkundigen, planologen en landschapsarchitecten willen héél ver gaan in het tot stand brengen van een duurzame, CO2-neutrale, cradle-to-cradle, klimaatbestendige, mens-, milieu-, dier-, vrouw- en kindvriendelijke en, zo je wilt, een vegetarische en neutronenbom vrije gebouwde omgeving.

Dat zit in onze creatieve genen. Het zit in de diepste wortels van ons vak. We willen er alles voor doen. We willen niets liever dan robuuste gebouwen en stedelijke structuren neerzetten die de tand des tijds kunnen doorstaan en die blijvende bijdragen leveren aan de samenleving.

De vraag is, zijn wij, architecten, stedenbouwkundigen, planologen en landschapsarchitecten, wel in staat om de processen rondom onze projecten te beïnvloeden? Ook dat is een kwestie van willen, weten en kunnen.

Investeren in processen
 Wat weinigen beseffen is dat op het schaalniveau van afzonderlijke gebouwen maar vooral op het schaalniveau van de ruimtelijke ordening, planologie, stedenbouw en landschapsarchitectuur nog buitengewoon veel milieuwinst valt te behalen.

We staan op het punt dat duurzaam bouwen en duurzame stedenbouw eigenlijk opnieuw moeten worden uitgevonden. Het gaat, bijvoorbeeld, niet meer om ‘hoe kunnen we (fossiele) energie besparen’, maar om ‘hoe kunnen we (duurzame) energie het beste inzetten en voor iedereen toegankelijk maken’?

We moeten echt op zoek naar nieuwe idealen en nieuwe doelen. En daarmee bedoel ik geen strakkere normen, hogere scores, betere rapportcijfers of nieuwe criteria. Hiermee bereik je het tegendeel wat je eigenlijk wilt en moet bereiken. Het gaat niet om meer of minder van het een of het ander. Het gaat om het werken aan vernieuwende concepten, grensverleggende innovaties en vooral om het investeren in creatieve processen.

Martin Dubbeling

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Martin Dubbeling